donderdag 21 april 2022

VLEERMUIS

 

Het licht in de slaapkamer was gedoofd. Weer hoorde ik het vederlichte vlinderen dat ik de avond ervoor al had gehoord. Ik had er geen aandacht aan geschonken omdat ik het geluid niet kon thuisbrengen. Voordat we in slaap vielen, werden we verrast door een cirkelend onbekend vliegend object boven onze hoofden. W. scheen met de zaklamp omhoog. In het schemerdonker konden we niet uitvogelen wat het was. We floepten het licht aan. Het bleek een verdwaalde vleermuis. Bij nadere beschouwing een Pipistrellus pipistrellus. Skip bleef zeldzaam rustig, zijn ogen hield hij toe.

Zo gauw het licht doofde, maakte het dwergvampiertje wijde rondjes op verschillende hoogtes door de slaapkamer. Het moest ergens uit de spouwmuur tevoorschijn zijn gekomen, want het raam had de ganse winter potdicht gezeten. In welke krochten had het zich opgehouden?

W. haalde de hor uit de sponning zodat het gedesoriënteerde diertje naar buiten kon vliegen. Voor de zekerheid wekte ik Skip en verhuisde met hem achter de slaapkamerdeur. Niet zozeer voor een beet die hondsdolheid kan overdragen (slechts 20% is besmet), als wel het geopende raam waardoor de acrobatieke Skip zomaar naar buiten kon tuimelen.

W. wapperde met zijn trui als ware hij een begenadigd matador. Op die manier probeerde hij het vleermuisje richting het geopende raam te dirigeren. Skip vond het gedoe oninteressant en hing met slaperige ogen tegen het glas van de deur. Vliegende muizen schaart hij onder voor hem slaapverwekkend veerwild, dus waarom hadden we hem gewekt? Het kwetsbare lichtgewichtje bleek geen licht. W. moest het na vele tevergeefse reddingspogingen vangen. De klap kwam te hard aan. De strenge winter had het vleermuisje overleefd, helaas had het de uitgang niet gevonden.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

BIFI

In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...