In het
hondenbos treffen M. en ik een aardige Duitse dame met haar roedeltje honden
bestaande uit zoveelstehandshonden. We zien haar vaker, zeggen Guten Tag, aaien de lieve
honden en ieder vervolgt zijn weg. Omdat onze honden terra incognita bezoeken - er
is weer reuring als vanouds - lassen we een pauze in voor wat
causerie. Op onze vraag hoe de honden heten, licht ze de individuele namen toe: Bianca (naar het nummer van Duitse zanger
Freddy Breck), Pinsel (voor de zwarte hond met het
borstelige haar) en Futzi (benaming voor klein scharminkel). M. en
ik gieren het uit voordat ze de vierde en laatste naam kan onthullen. Foetsie?
Achteraf gezien zou die naam meer bij onze honden passen. Dan noemen we Skip Waar ben je (naar de Pieko-poes die altijd
onvindbaar was), en Cruzer en Byker Foetsie en Pleitos.
Als we weer eens staan te roepen, krijg je achter elkaar naar waarheid: ‘Waar
ben je? Foetsie, pleitos!
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)