maandag 16 mei 2022

AANRANDING

 op de vlucht

Een dreigend luchtruim. We omzeilen de stukken waar schapen staan. Als ze ons zien, kijken ze slechts een keer op: Oh, zij zijn het. Hun hond heeft geen interesse in ons. Op hun gemak grazen ze verder. Eén ooi stond apart achter een opgeworpen walletje. Het was alsof ze Skip opwachtte. Hij gebruikt het dijkje namelijk om het veld te overzien. Met Skip in aantocht, verschijnt ze op de verhoging. Wil hij verder dan botst hij tegen haar aan. Skip zakt ruim van te voren af om haar te ontwijken. Ze daalt mee af naar het veld en gaat voor hem staan. Skip zoekt ons met zijn ogen: Wat moet hij hier nu mee? ‘Kom maar’, wijs ik hem. Skip komt naar ons toe. De ooi snijdt hem brutaal de pas af. Ze fladdert om onze wolwitte jongen heen. Hij wordt verlegen van zoveel aandacht. Ze dirigeert hem achter een rozenbottel en hij laat zich leiden. Heel even is ons het zicht benomen. Zet ze daar nou haar poten op zijn rug? Skip maakt een geforceerde spelbuiging en ontkomt zo aan haar. Onthutst speert hij naar ons toe. De ooi kijkt hem wellustig na. Het ging zo snel. Waren we nou getuige van een aanranding? En is daar een landelijk meldpunt voor?


uit de bundel Bezige Bu (2015)

BIFI

In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...