We zijn de
huissleutels kwijt. Het hele huis afgezocht, maar nergens te vinden. Zelfs een
reconstructie van de voorafgaande dag baat niet. W. gaat nieuwe
sloten aanschaffen. Een duur grapje, maar tegenwoordig kun je geen risico
nemen. Ik wil in de tussentijd douchen en vraag Skip om de tuin te bewaken, de
voor- en achterdeur zijn beveiligd met extra anti-diefstalmateriaal.
Het blijft
stil. Veel te stil. Geen enkele blaf of kefje ter afschrikking voor eventuele
voorbijgangers of kwaadwillenden. Ik ga poolshoogte nemen en vind Skip in een
plantenperk in de tuin. Trots toont hij me een vers gedolven kuil waar tot voor
een half uur geleden een complete muizenfamilie huisde. Dat er slechts één
slachtoffer valt te betreuren, weet ik als hij met zijn tong langs zijn bek
likt en zijn pluche muis als zoenoffer in de kuil legt. Ik haal de bats uit de
schuur: de planten mag ík terugpoten.