Die middag groef Skip die nog nooit te voren in eigen tuin gespit
had, drie grote kuilen op een rij. Daarvoor had hij wel een uur lang intensief
met zijn neus een spoor over het gazon gevolgd. Naar welk onontdekt dier was
hij op zoek? Wat ik gemist had, was dat een plompe pad Skips vorderingen volgde
langs de afgrond. Had hij bewust een valkuil gemaakt voor de pad en was die
met zijn snufferd over de rand gekukeld? Of had hij daadwerkelijk goed geroken
en het amfibie uitgegraven.
Skip vond het een raar rubberig geval en wist niet
wat hij ermee moest. Met trage sprongen, flats, flats, bewoog de pad zich
richting ons moerasvijvertje. Skip stak er een pootje voor. Wim redde de koele
kikker en bracht hem in veiligheid. Skip speelde een beetje de beledigde
onschuld: waarom moest hij zijn zelf opgegraven schat afstaan? Na zoveel
inspanning sloeg de geeuwhonger toe. Skip mocht de pad tussen de handen van de
baas ruiken: zijn trek was meteen over. Vast en zeker een knoflookpad!