Schijnt de zon eindelijk, is het meteen hot. Op het heetst van de
dag gaat onze avonturier in de rustmodus. Dat doet hij in een zelf gegraven hol
in de tuin; het pseudograven in zijn mand levert eindelijk wat op. Het
verkoelende verblijf bevindt zich in een welhaast ondoordringbare jungle van
gevaarlijk puntige bamboestengels. Skip heeft het slim aangepakt: het lijkt
alsof hij achter tralies ligt waar niemand bij kan. Het hol is bovendien
voorzien van een gecamoufleerde entree, daarachter een voorportaal met een
ingenieus bedachte kuil die als denkmantel dient, pas dan komt een sluis
waarachter de echte schatkamer verborgen ligt. In die sluis heeft hij voor
ongewenste vreemdelingen een boobytrap liggen: zijn pluchen fazant die KL tuk KL tuk doet als je erop stapt of
in bijt. Het moge duidelijk zijn dat onze Indiana Bones niet voor een gat te
vangen is.
uit de bundel Bezige Bu (2015)