zaterdag 7 mei 2022

STAYCATION

 gardenia, tuinesie

Het kwik verkeert in een zwoele stemming. Deze thuisblijver ligt comfortabel in de eigen schaduwtuin achter het huis. Het hoofd achterovergeleund onder een luifel van bladeren. De onderbenen over een voetenbakje met zomerse streepstof in de priemende zon. In mijn verbeelding reis ik de hele wereld rond: niet beleven (geen misère hoeven zien), wel genieten. Skip vermaakt zich tussen buxus en bamboe. Als ik zou moeten gissen: kijken naar de vadsige Brabantse buurpoes Whitnie. Eerder gaap dan opwindend.

De zinkende zon en de slopende klamheid dwingen me op te schuiven met het strandstoeltje. Pas dan zie ik dat Skip gebiologeerd naar een donker bundeltje op de verzande aarde tuurt. Een pad? Nee. Het is een mereljong. Met opengesperde snavel bedelt het voor voer. Als er al een moedermerel in het spel is, heeft ze hem verlaten, wetende dat hij reddeloos verloren is. Of blijft ze vanwege de hond op veilige afstand achter draad? Ik overweeg om het jong op te pakken en ergens neer te planten waar poes noch Skip zich met moeder en kind kunnen bemoeien. Het hoeft al niet meer. De spanning combinatie mens en hond werd het jong fataal. In een desperate poging om uit de patstelling te geraken, flappert de dommerd voorwaarts. Skips muil opent in een reflex. Krak.

Skip geeft de betreurenswaardige merel met het geknakte nekje een heuse begrafenis. Teder moffelt hij de gevederde met zijn neus onder de aarde. Vleesvliegen ruiken aas en smukken het natuurgrafje met hun metaalachtige blauwgroene kleuring op. Da’s rottig. Met veger en blik veeg ik het vogeltje op. In de overbeladen groencontainer verstrengel ik winde tot laatste rustplaats, spreid de merelvleugels als een feniks en sluit het deksel. 

gardenia, tuinesie

uit de bundel Bezige Bu (2015)

BIFI

In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...