Op de terugweg vertragen
veel honden. Buiten is té leuk om weer voor binnen te verruilen. Skip
permitteert zich met enige regelmaat een ongeoorloofde afslag tegen het einde
van een losloopwandeling, óf hij doet de grote verdwijntruc. Voorzie ik een
uitbraak dan houd ik ‘m kort. Dikwijls zie ik het door de vingers
en krijgt hij carte blanche. Zolang het een gezamenlijk spelletje blijft
met een gelijkoplopende score is het goed.
Skip stept dynamisch
tussen het opgeschoten snijgras. Ditmaal blunder ik. In één oogopslag is
Skipmans verdwenen. Ik roep, fluit, klap in mijn handen. Zelfs kraken met het
zakje Frolic™ Unterwegs levert geen respons op. Hij hoeft niet
op appel te verschijnen, ik vraag slechts oogcontact. Wat we als eigenaar
gedurende de opvoeding vergeten zijn: de hond leren reageren. Een simpele blaf
of woef om ‘m te lokaliseren is toch niet te veel gevraagd? Na een korte
zoektocht vind ik Skip, spadend in de greppel. Ik neem me voor om meteen te
beginnen met les 1 van de cursus ‘Luid’. ‘Hoe spreekt-ie?’ vraag ik Skip. Een
excuusblik: begrijp jij, onnozelaar, niet dat ik mijn bek vol heb met grond? De
omgekeerde wereld: mag-tie blaffen, doet-ie ‘t niet.