Een nachtelijk
aaneengesloten buienfront trok over het Zuiden. Een droge dageraad. We volgen
een struinpaadje pal langs de rivier, want dat is wat Skip het liefst doet. En
ik moet mee. Door de overvloedige regen is het door vos en Galloway ingesleten
pad een modderige gaanderij. Geregeld gebruiken we basaltblokken als step stones (stapstenen). De discutabele landbouwgeur
van het koolzaad is allesoverheersend, terwijl het St. Janskruid in de
meerderheid is.
Skip, die liever
achterop loopt, wil ik voorop hebben als we ons een weg banen door de
uitgedijde nattige vegetatie. Al snel plakt mijn flodderige broek tegen mijn
benen. Maar alleen zo kan ik met de ingeklapte golfparaplu de druipende
stengels van de oevergewassen tegenhouden die zich anders aan de snuit van Skip
zouden afvegen. De service wordt gewaardeerd, want Skip wacht na elke handeling
tot ik een volgende plantenrij opzij houd, zodat hij vrije doorgang heeft.
Graag gedaan, jongen.