Skip kon onweer de afgelopen tien jaar nooit bommen. Onze Viking heeft ooit solide afspraken gemaakt met landgenoot Thor de Noorse god van de donder. We arriveren vanwege subtropische 30+ laat in het bos. Geen sterveling te bespeuren. Er waait een windje. Bombastisch geroffel in de verre verte. De toenemende luchtdruk is voelbaar en ziet er haast bedrieglijk echt uit. Kolkende wolken van wit, lichtgrijs, antraciet naar pikzwart razen onze kant op. We breken de wandeling voortijdig af.
We zijn veilig binnen voordat we
gezegend kunnen worden. Thor vloekt, sist, en hamert een salvo aan ongenadige
slagen die ons decor afwisselend neonroze en gifgroen flitsen. Het huis siddert
op zijn grondvesten. Het vertrek waar we ons bevinden is niet geblindeerd. Voor
de nu slechtziende Skip vormen de vurige vonken die op hem af lijken te komen een
regelrechte bedreiging. Grapjes over Thor en de bokkenwagen kunnen Skip niet
bekoren. Pas in een donker hoekje op een provisorisch matras voelt hij zich
beschermd. Voordat een volgende keer de hel losbarst toch even contact opnemen
met Thor om het convenant nogmaals te bekrachtigen. Heeft iemand zijn
06-nummer?
uit de bundel Bezige Bu (2015)