De eerste weerkundige
winterdag is een lauwe grauwe herfstdag. We doen een rondje visvijver. We
veronderstellen dat Skip ons als een brave hond volgt. Dat is zo totdat we,
totaal verrast, Skip doodleuk aan de overkant van de plomp in de afgebladderde
hangende tuinen van Babylon zien. Hij moet zich tegen de steile wand schrap
zetten. Zich overal aan vastgrijpend stuit de alpinist voorwaarts. Koortsachtig
scannen zijn ogen de omgeving af: waar is de geurigheid te vinden? Skip dwaalt te ver af en
we sporen hem aan terug te komen. Wij blijven op de vlakte. Spitsvondig van hem.
Geen retourtje daltarief voor Skip. In plaats van de moeilijke weg terug zoekt
Skip het hogerop. Daar kan hij via de onverharde en beter begaanbare weg
eenvoudig naar ons toe.
uit de bundel Bezige Bu (2015)