Niets is wat
het lijkt op deze carnavalsdinsdag. We zijn vroeg uit de veren, in
tegenstelling tot de meeste zuiderlingen die hun roes uitslapen. Eigenlijk is
het best aangenaam fris buiten. Dat we op dit matineuze tijdstip wandelen,
hebben we te danken aan een eenzame krolse buurtkat. Door de toename van de
hoeveelheid daglicht gieren hormonen door het poezelige lijfje die haar
verplichten luidruchtig op zoek te gaan naar een partner. De enige respons die
ze op haar klaagzang krijgt komt van ons hondenlogeetje die haar spontaan
bijvalt met hoge noten.
Het verkeer komt lijzig op gang: door
pronte knollen voortgetrokken karren stappen richting het
boerebroelofsgezelschap*: de heren gestoken in frak, de dames met een kanten
toer op het hoofd, om hun hals prijkt een nerts of vos uit grootmoeders tijd.
Langs de vaart scharrelen een dertigtal eenden op zoek naar de laatste stukjes
brood die iemand daar voor hen uitgestrooid moet hebben. Pas als de paarden uit
het zicht zijn verdwenen en de eenden naar het water zijn gewaggeld, mogen de
rebellen los.
Schuimbekkend verkennen ze de
voederplaats. Ondanks dat er geen kruimeltje meer rest, blijven ze hevig
geïnteresseerd over de grond snuiven. Zo scharrelen ze stapje voor stapje
verder van me vandaan. Hun tempo wordt steeds hoger. Ik gebaar ze terug te
komen, wat lukt; een koekje doet nog steeds wonderen. De kwijl hangt in
slijmerige draden langs de zijkanten van hun bek. Ik poets hun snoetjes schoon
met mijn zakdoek.
Terwijl ze aan de riem bevestigd worden,
spurt een chocoladebruine ‘trekhond’ voorbij. De Labrador die een spannend
spoor te pakken heeft, sleurt zijn baas welhaast horizontaal mee in een
dollemansrit. In het voorbijgaan hoor ik de hevig hijgende jongeman nog net
uitbrengen dat zijn hond een vos achtervolgt. Een windvlaag versterkt op
hetzelfde ogenblik de typerende geur. De hevig snuivende rebellen worden
volkomen wild.
De ganzen zijn terug van weggeweest.
Dansende muggen in een zonnestraal completeren de ochtend van deze feestelijke
dag. Hoe graag ze ook zouden willen, Cruzer, Byker en Skip gaan beslist zonder
buit naar huis. De vos heeft zijn eigen bontjas hard nodig: fur
coats are only worn by beautiful animals!
uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)