Voor de digibeten onder ons is een cookie simpelweg de Engelse vertaling van: koekje. Computeraars weten dat een achtergelaten cookie een handige marketingtool is om op de hoogte te blijven van jouw en andermans internetgebruik. Cookie kan dus voor verwarring zorgen. Net als honden met dorstige namen als Whisky (nog een rondje, barkeeper) en Sherry (dialectuitspraak voor het Franse Cherié). Bij de oproep voor Chocoprins (een chocolat Labrador. Echt waar, ik ken ‘m) denk ik toch eerder aan John Williams, het droomtoetje van Mona. En bij Brutus verwacht je serieus dat er een fors Molosser type de hoek om komt, in plaats van een Chihuahua – grappig gevonden, dat wel.
Er bestaan dus
eigenwijze mensen die hun hond zo’n dubbelzinnige titel geven. Net zoals de
baasjes van de Bull Terriër Cookie. Zij is niet de enige hond die komt
aandraven bij het horen van die snoeperige naam. Uit alle windstreken komen de
aanwezige honden in het park op het geroep van haar bazin af. ‘Echt handig
lijkt me die naam niet’, zeg ik tegen haar, ‘of zijn je zakken goed gevuld?’
‘Hoezo?’, vraagt ze. ‘Nou, welke hond verkeert er nou niet in een permanente staat
van lekkere trek?!’, merk ik op. Niet begrijpend antwoordt ze dat het niet koekie,
maar Cookie is. Ze spelt het ook nog: ‘c o o k i e’. ‘Maar Cookie klinkt toch
als koekie? Dat verschil horen de honden toch niet?’ probeer ik nog. De bazin
snapt het echt niet. Ik wel. Was zij een Golden Retriever (en niets slechts
over dit ras) dan zou ze beslist Blondie heten!
uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)