Het is zo langzamerhand bekend dat de
voltallige ledenraad van de rebellenbrigade tijdens collectieve ochtenduitjes
elkaars slechte eigenschappen versterkt. Er wordt tegen ons gezegd: eigen
schuld, honden die niet luisteren horen aan de lijn. Gelijk hebben ze, maar we
gunnen ze de dagelijkse dosis vrijheid in het hondenbos zo. Daarom: ik klaag
niet, ik meld slechts.
Een ooggetuigenverslag. Het zijn de
hoogtijdagen na de voorjaarsvakantie. Het vele groen bederft ons uitzicht.
Rauwelijks koersen samenzweerders Cruzer en Skip richting bestemming onbekend.
De terugroepactie heeft geen baat. De hondenoren zijn bereids overgeschakeld op
elkaars frequentie: ze horen vanaf nu wat ze willen horen.
In plaats van te miezemuizen en wortel te
schieten, ga ik na een kwartiertje zonder resultaat op zoek. Ik hoor en zie ze
niet, net als wandelaars wier hulp ik inschakel bij opsporing verzocht. Het
zoeken wordt bemoeilijk door bijgeluiden van vogels en motoren. M. circuleert
op het punt waar de honden ons achter gelaten hebben - een hond komt
altijd terug op de plek waar hij zijn baas voor het laatst gezien heeft. Juist
ja.
Na zo’n slordige 40 minuten keren de twee
lyrisch terug. Ze zijn zich van geen kwaad bewust, terwijl ze drommels goed
weten dat ze fout waren. De verzachtende omstandigheden: a) het bewijs is
geleverd dat ze zonder ons op pad kunnen: wij dienen slechts als taxi en
tankstation, b) als ze klaar zijn vinden ze zelfstandig de weg terug, en c) ze
vonden het zóóó leuk! De afloop: niks aan de hond. De rebellen zijn aan hun
glunderende gezichtjes te zien, ingenomen met het leven en zichzelf.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)