De bekende Noorse Buhund Skip vormde de inspiratiebron voor maar liefst 9 boeken (en ontelbare publicaties in o.a. Hondenmanieren en Hondenleven) waarin Cela den Biesen verhaalt over haar heartdog en later ook zijn hartsvriendinnen. In het kader van 10 jaar Kluifjes blog (en omdat alle boeken zijn uitverkocht) zal het prachtig proza hier verschijnen.
woensdag 31 augustus 2022
SPEK EN BONEN
ELF
Het lijkt als de dag van gisteren dat de man die boude uitspraak deed. En de profetie kwam uit. Als bij toverslag raakte Skip rond zijn elfde zijn wilde haren kwijt. Dwaalde hij voorheen bij voorkeur uit het zicht van het ouderlijk gezag, en moesten we hem elke seconde volgen om hem niet uit het oog te verliezen, thans zijn expedities wandelingen geworden. We genoten trouwens volop van onze uitjes. Volgzaamheid, het op afroep terugkomen en een betrouwbare Skip die langszij loopt, wat zijn we daar gauw aan gewend geraakt. En door die ommezwaai kunnen we nieuwe wegen inslaan en onbekende streken verkennen. De horizon verbreden werd onze nieuwe uitdaging.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
dinsdag 30 augustus 2022
DE OVERGANG
DE OUDHEID
blij met bos en hei
Een zweem groen, opkomende sneeuwklokjes en een krachtig bleek zonnetje dat de temperatuur deed stijgen naar 17 graden. Op een beschut plekje weliswaar, maar toch. In Limburg konden we de afgelopen week al flirten met het voorjaar.
Telkens heb ik moeite met de overgang van de seizoenen. Van lange zomerse avondwandelingen naar vroeg-in-de-middag-uitstapjes in de herfst tot een ommetje in de koude winter vanwege het vroege donker. Skip en ik waren onderhand gewend aan het kale bos en die ene sporadische wandelaar met hond: we hadden het gevoel dat de omgeving een beetje van ons was. De schaarste van de winter gaat zo dadelijk plaatsmaken voor een getint bouquet. De stilte verandert in lawaai. Op de anders zo rustige parkeerplaats is het een drukte van jewelste. De grote afwezigen tijdens de koude, lijken allemaal tegelijk uit alle hoeken en gaten te kruipen. Waar waren ze al die tijd?
Twee
jonge amstaffs in kartuizer grijs gedragen zich aanstekelijk ondeugend. Skip ontmoet
een oude bekende. Ze hebben elkaar heel wat te vertellen, zo blijkt uit hun
lichaamstaal: beiden besnuffelen aandachtig het achterwerk van hun vergeten
kameraad. De nieuwkomer, een onhandige cane corso die worstelt met nog
slungelachtige poten wordt door een bejaarde Bouvier, die zich als
bereidwillige gids opwerpt, meegetroond naar zijn meest favoriete stukje bos.
Een tollertje proeft modest van de petieterige groene sprietjes die net boven
de grond uit komen. Zijn broertje versnippert verrotte stukjes hout. Een
herdershondpup vindt een verkleurde lekke bal, die waarschijnlijk in de
winterse sneeuw verloren is gegaan. Hondeneigenaren koesteren zich in de warmte
en hebben tijd genoeg om gezellig bij te kletsen. De aftrap naar de lente. Ik
weet zeker dat ik er klaar voor ben.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
zondag 28 augustus 2022
KNUFFELKAMPIOEN
Noorse Buhund Skip is een sportieve vrijbuiter die houdt van hondse zaken. Het liefst rent hij urenlang door ruig en avontuurlijk terrein. Dit allemansvriendje heeft de eigenschap dat hij mensen een bijzonder gevoel kan geven waardoor men zich uitverkoren voelt. Hij begroet een onbekende als een goede vriend die hij nog niet heeft leren kennen.
Thuis toont vrolijke Skip zich een echte knuffel. Hij kan me spontaan omhelzen door zijn pootjes om mijn middel of hals te vouwen. Hij drukt zijn wang stevig tegen mijn wang om het nog specialer te maken. Deze knuffelsessie eindigt steevast met een neuskusje zoals de Inuit dat doen. Met dit aandoenlijke haast menselijke gebaar laat deze coole poolhond mijn hart telkens smelten.
Wanneer we na afwezigheid weer thuiskomen, uit ons zwaaistaartje zijn blijdschap door lipwapperen - zijn bovenlip maakt smijdige kabbelende bewegingen alsof er lucht door golft. Het vibrerende geluid lijkt op een mild pruttelend motortje. Daarna lacht hij ons aan door zijn bovenlip te ontbloten: big smile, blij dat jullie er weer zijn. Deze unieke begroeting is alleen voor ons weggelegd.
BINNENSTEBUITENBU
Aandoenlijke dichtregels van Godfried Bomans:
Ik zit mij
voor het vensterglas
onnoemelijk te vervelen
Ik wou dat ik twee hondjes was
dan kon ik samen spelen
Eigenlijk wist ik nooit zo goed waarom dit gedicht me zo intrigeerde, totdat Skip bij ons kwam wonen. Hij is een Noorse Buhund, maar eigenlijk is hij er twee: een BinnenBu en een BuitenBu.
’s Avonds stapt Skip als vanzelfsprekend rond bedtijd in zijn mandje en ’s morgens wacht hij ongecompliceerd, totdat ik zeg dat hij op mag staan. Om geleidelijk wakker te worden, hebben we een ochtendritueel ingelast. Bubeer komt knus bij ons op bed voor een bandversterkend knuffelkwartiertje. Nooit zal hij hier misbruik van maken om op een eerder tijdstip of ongevraagd op bed te gaan liggen.
Hij is een alleseter. Zelfs een (worm)tabletje slikt hij voor zoete koek. Wanneer ik per ongeluk iets eetbaars van het aanrecht laat vallen, stormt de terughoudendheid zelf er niet op af, maar neemt het pas als ik zeg: ‘Toe maar, pak maar’. Borstelen vindt hij heerlijk. Het liefst ligt hij daarbij ontspannen op zijn rug met de ogen gesloten. Zijn voetjes, oren of tanden kun je uitgebreid inspecteren en indien nodig schoonmaken. Visite ziet Zwaaistaartje als toegevoegde waarde. Mens en dier worden vriendelijk door hem onthaald. Hij weet steeds de show te stelen door zich zo aanhankelijk bij het bezoek op te stellen dat mensen zich waarlijk vereerd voelen.
De tuin hoort nog bij BinnenBu’s domein. Uren vertoeft een stille Skip tevreden op de veranda om in alle rust de fladderende vlinders, rondsluipende katten en fluitende vogels te observeren. Graven waar hij zo dol op is, gebeurd uitsluitend door BuitenBu op het mollenveld langs de Maas; onze tuin ligt er fraai bij.
Mochten we een enkel keertje weg moeten en Skip kan niet mee, dan reageert hij heel relaxed. Echt waar, een lievere en bravere BinnenBu - die ongelogen perfect luistert - vind je niet. Onze lieveling wordt daarom door ons verwend met positieve aandacht, spelletjes, lange wandelingen en heerlijke hapjes. Pas als ik mijn wandelschoenen en jas al aan heb en helemaal bepakt en bezakt ben voor ons uitje, gaat Skip keurig zitten, zodat ik zijn tuigje om kan doen.
Zodra echter de voordeur opengaat en de ideale’(Bu)hond de buitenwereld instapt, voltrekt zich een ware metamorfose. BinnenBu transformeert onverdeeld in één luttele seconde tot een ander wezen: BuitenBu. Hoewel hij uitstekend kan volgen en op de rand van de stoep kan wachten op het sein ‘over’, is aan de lijn lopen voor Skip een uiterst saaie bedoening. Vrij zijn, dat is wat deze zelfstandige BuitenBu wil én nodig heeft. Om aan zijn natuur te voldoen moet deze hartstochtelijke jager door velden en bosjes kunnen snellen, molgraven en rauzen met andere honden - hij is met iedereen plezierig in de omgang. Buiten lonkt de uitdaging en in elke, in de wind wiegende grashalm ziet hij het grote avontuur. Los is Skip één overmoedige brok energie die tegen zichzelf beschermd moet worden.
Buiten
kan Skip alleen daar, waar het veilig is, los van de lijn rennen. Hij heeft
zo’n vertrouwen in zijn mens dat hij meent dat hij onaantastbaar is: zijn uitbundigheid
kent geen gevaar. Zolang er geen konijnen, of hazen te zien of te ruiken zijn,
luistert hij prima, maar met wild in zicht kent Skip geen grenzen. Zelfs na
uren hollen, moet je zijn gedrevenheid temperen. Onbekenden denken vaak dat wij
alleen wandelen. De Noorse Buhund is zeldzaam, maar het is nog uitzonderlijker
om Skip te ontmoeten. Hij is altijd op weg naar iets of niets. Als BuitenBu mocht kiezen zou zijn
favoriete tekst van Herman van Veen afkomstig zijn:
Opzij,
opzij, opzij,
maak
plaats, maak plaats, maak plaats,
wij hebben
ongelofelijke haast.
We moeten
rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.
We kunnen nu niet langer, we kunnen nu niet langer blijven staan.
Een andere keer misschien…
Zou deze BuitenBu echt ooit, of een andere keer
misschien … te temmen zijn? En willen we dat eigenlijk wel?
uit de dikke pil: Skipkluifjes
BAYWATCH
Skip bracht een belangrijk gedeelte van zijn jeugdjaren door in Zeeland. Daar ging hij telkens in zijn eentje volstrekt los in de konijnenrijke duinen om vervolgens op het strand te gaan liggen. Zelden om uit te rusten, wel om te posten. Alles en iedereen hield hij in de gaten met maar één doel. Dat gissen we, want Skip ging immers zelfstandig op stap.
Sinds enkele jaren bevindt Skips mand zich in Limburg waar hij het moet doen met bos, heide, en de uiterwaarden langs de Maas. Hier heeft de vrijbuiter het prima naar zin, want er is voldoende ruimte om te struinen. Onderweg kent hij elk bankje of muurtje waar we verplicht pauzeren. Bij ons gaat hij namelijk wel onder begeleiding op stap; aanvankelijk zelfs voorzien van een klinkende bel. Omdat hij zich regelmatig bij ons meldt, is dit tegenwoordig overbodig.
Wat we nog niet onder controle hebben is de finale: het vrijwillig meekomen naar de auto. Met het eindpunt in zicht verandert Skip subtiel van richting of verdwijnt hij plotseling. We boekten enig resultaat met het verzinnen van aantrekkelijke lokspelletjes. Hij liep pas prima in de pas met ons mee bij het hanteren van een puntensysteem. Tien maal zonder omwegen treuzelen en tegenstribbelen mee naar huis, is goed voor een tripje naar het strand. Dat werkt wonderwel. Normaal, als Skip voortijdig - om ontsnappingen te voorkomen - aangelijnd wordt, hangt hij als een motorrijder laag in de bocht aan zijn riem in de tegenovergestelde richting, of is hij op slag hondsmoe en ploft vervolgens als een zoutzak op de grond neer.
Je zou verwachten dat hij, eindelijk op zijn welverdiende strand aangekomen, helemaal uit zijn dak zou gaan. Dat is allerminst zo. Hij installeert zich onmiddellijk op de perfecte zichtlocatie met opgevouwen voorpootjes als ware hij een kameel. Zou er een raam zijn geweest, dan zou hij als een geboren Jordanees op de ellebogen uit het venster hebben hangen. De bruisende golven, de voorbij trekkende paarden en uitgelaten honden interesseren hem amper. Geraffineerd houdt hij de badgasten met proviand in het oog. Wordt er een zak geopend, dan zoekt hij schoorvoetend toenadering. Hem negerende zonaanbidders laat hij met rust. Krijgt hij echter positieve respons dan schuifelt hij, vergezeld van zijn allerliefste verlegen lach, behoedzaam dichterbij. Het aangebroken moment waarop hij kaarsrecht in de ‘braafhouding’ aanneemt. Wie kan zo’n professionele bedelaar weerstaan.
Het vermoeden rijst dat Skip tijdens vroegere avonturen heeft geleerd om na een vruchteloze jachtpartij, zijn hongerige maag te laten vullen door dagjesmensen. Succes verzekerd. Daarna keerde hij solo huiswaarts. Vangen liet hij zich door niemand, niet door een vreemde en net zo min door zijn eigenaars.
Na een etmaal aan de
kust schiet Skip op de terugweg schielijk een beachclub binnen en verstopt zich
daar in een hoekje op de houten veranda. Het is bijna ontroerend om hem daar zo
beteuterd te zien staan, terwijl hij denkt daar onopgemerkt te blijven. Voor
hem duurt zo’n dag altijd te kort. Pas als ik beloof dat er ‘erewoord’ weer een
stranddag in het verschiet ligt, laat hij zich aanlijnen. Over de honderd meter
naar de auto doen we een kwartier.
zaterdag 27 augustus 2022
BADDEREN
Van zijn vorige eigenaars wisten we dat Skip geen voorstander is van een wasbeurt. Dat de na afloop onvermijdelijke natte, klamme vacht onprettig aanvoelt, daar kan ik me best een voorstelling van maken. Het wassen op zich zou een weldadige beleving moeten zijn. Vaak ontstaat een hekel aan badderen door de manier waarop de hond benaderd wordt.
Om die reden heb ik met Skip een goed voorgesprek gevoerd. Ik heb hem verteld dat de halfjaarlijkse wasbeurt onontkoombaar is. Dat de straal op stand ‘broes’ wordt gezet en dat er geen water in zijn oren zal lekken. Dat hoe minder hij tegenstribbelt, hoe sneller het klusje geklaard is. En dat ik zeker weet dat hij het na verloop van tijd fijn gaat vinden. Skip begreep de strekking. Sindsdien is in bad gaan geen issue meer.
Tuurlijk probeert Skip er aanvankelijk onderuit te komen. Hij weet wanneer het staat te gebeuren. Zijn handdoeken worden klaargelegd, de hondenshampoo staat in de douche. Of is het de onwelriekende visgeur die aan hem kleeft? Ik doorbrak het vaste ritueel om hem te misleiden. Toch had hij een vaag vermoeden.
Ik lokte hem onder verkeerde voorwendsels naar boven toe, want als je zegt ‘je moet in bad’, dan duikt hij subiet weg. Een leugentje om bestwil mag, want hij weet dat ik nooit echt tegen hem zal liegen. Vol vertrouwen en met een vleugje gezonde achterdocht volgde hij me. Bovenaan het trapportaal sloop hij met een noodgang langs de badkamer richting de dichte slaapkamerdeur. Hier hadden we op gerekend. W. had onderhand de uitweg naar de trap versperd. Zo dreven we Skip in de richting waar we hem hebben wilden. Hij snapte dat het menens was en stapte vrijwillig en gelaten in de natte cel.
Voor het inzepen kon beginnen, werd hij nat gesprudelt. Even laten inwerken, uitspoelen en een tweede keer shamponeren met een conditioner voor een fluwelen vacht zonder klitten. Hij stribbelde niet tegen en draaide desgewenst in alle gevraagde posities, terwijl ik hem toefluisterde wat een mooie jongen hij straks zou zijn. Skip is, net als iedere hond, heel gevoelig voor complimenten.
Gedurende de tijd dat Skip in de week stond, nam ik foto’s. Dat vindt hij leuk en het leidt een beetje af. Gewoon een kiekje van Skip in het sop en eentje met een gedrapeerde handdoek als visuele bijlage voor deze anekdote. Geen alles onthullende schoongeboende-blozende-baby-in-de-tobbefoto zoals die van jezelf, die je uit schaamtegevoel achteraan in het familiealbum hebt verstopt.
Het grote genieten kon voor Skip beginnen. Het uitschudden van de vacht om zich van het ergste nat te ontdoen en het uitgelaten cirkeltjes van opluchting door de kamer maken. Daarna droog gemasseerd - kneden en masseren, NIET (tegen de haarrichting) wrijven - worden in ultrazachte, in de droger voorverwarmde badlakens.
Met de ogen dicht lag hij even later op bed waar hij zich helemaal overgaf. Ik kreeg duidelijke aanwijzingen waar nog afgedroogd moest worden. ‘Voorpootje omhoog’ wil zeggen: deze oksel is nog vochtig. De achterpoten wijdbeens betekent: vergeet vooral de binnenkant van mijn broek niet. Afhankelijk van het jaargetijde wordt de ondervacht wel of niet geföhnd.
En klaar was Skip. De salonbehandeling zat erop. Wat was mijn jochie weer beeldschoon,
en wat rook hij heerlijk. Helaas was dat maar van korte duur. Een etmaal later
trappelde Skip met veel genoegen in de blubber rond en keerde hij huiswaarts
met vier homogene modderlaarsjes.
DE GROTE OVERSTEEK
Elke dåg zijn we benieuwd in welk åvøntuur Skippix nu weer belåndt. In het bijzijn van høndenvrienden hångt hij grååg de ønøverwinnelijke døgsen uit. Våndååg begeven we øns in dit ingewikkelde døch øngecømpliceerde verhåål nåår een zønøvergøten wåterbuffer die dapper weerstånd prøbeert te bieden aan de Måås.
Vanwege de heftige regenval treedt de rivier regelmatig buiten haar oevers. Staan de uiterwaarden droog dan kun je er fijn wandelen. Kortstondig zijn ze veranderd in één grote modderige waterplas. Skippix is in een dolle bui. Ik besluit eerst achterlangs te slidderen waar het slijkerige pad een pier is. Dat is minder riskant omdat hij nergens heen kan.
Aan gene zijde van het ondergelopen gebied hoort hij onverwacht het geblaf van zijn allerbeste vriend Fiksen. Wråf! Wråf! Voor ik er erg in heb, ploegt hij door het drassige gebied. Zijn poten zakken diep in de bagger. Zonder aarzelen ploetert hij verder. Op mijn geroep om terug te keren, krijg ik geen respons. Langzaam verdwijnen zelfs zijn schouders in het ontstane natuurbad. Je ziet nog net zijn dappere kop vastberaden boven het water uitsteken. Lånd in zicht! Hij klautert aan wal en schudt de modder slechts gedeeltelijk van zich af. In hoog tempo snelt hij naar de Sjef van Fiksen. Die heeft de lekkerste en de meeste kjeks bij zich en daar is het Skippix uiteindelijk om te doen.
Vanaf de overkant roep ik hem terug. Pas als alle kjeks zijn verorberd, reageert hij en kijkt onbewogen mijn richting uit. Hij lijkt niet van plan om nog een keer de grote oversteek te maken. Ik roep in de verte naar de Sjef en vraag om Skippix dan maar af te leiden, zodat ik hem kan ophalen. Net als ik de bocht genomen heb, hoor ik geroep. Skippix komt me toch achterna. Hij is terug het water ingedoken. Alle gøden nog aan toe! Door het slijk heb ik intussen een modderbruine in plaats van een blonde døgsen. Ik had gewoon geduld en vertrouwen moeten hebben en wachten. Ik heb al eerder gemerkt dat ik op de plaats moet blijven staan waar hij verdwijnt, omdat hij daar terugkeert - hoewel dit soms wel even kan duren. GRRRØØÅÅRRR!
Skippix
steekt voor de zoveelste keer over. Onder een intussen toegestroomde scanderende
en enthousiast klappende menigte betreedt hij de oever. Zo werkt dat dus: niet
goed luisteren en toch ingehaald worden als een held. De ønverschrøkken Skippix
lååt zich niet åfleiden døør dit søørt zåken. Hij denkt niet nå øver zijn gøede
en minder gøede gewøøntes. Weldra rent hij te midden vån zijn åndere
høndenvriendjes een ererøndje. EINDE.
VAN DE REGEN IN DE DRUP
Het is broeierig warm en bepaald geen weer om je druk te maken. Bedrijvige Skip houdt niet van saai, zodoende vindt hij altijd wel iets om zich mee te amuseren. In de tuin blijkt hij vooral geïnteresseerd in het wel en wee van andere diersoorten. Hij laat al gauw zijn oog vallen op een uit de kluiten regenworm die eigenlijk andere plannen heeft vanmiddag. Wormen leven het liefst in het donker, maar bij aangenaam weer als de bodem de juiste temperatuur heeft, paren ze. Bovendien vinden ze hun meeste voedsel in de bovenlaag van de bodem. Dus wat het ook voor prettigs was dat de worm van plan was, door de tussenkomst van Skip werd dat verhinderd.
Vanuit liggende positie volgt Skip de verrichtingen. Uiteindelijk wint zijn nieuwsgierigheid het en hij stapt op de worm af. Hij likt er behoedzaam aan en wacht af. De gekietelde worm kronkelt van plezier. Skip vindt het een geestige reactie. Hij gebruikt zijn pootje om de worm aan te raken om te bekijken wat daar de respons op zal zijn. De worm wurmt. Dit is een onderhoudend spelletje dat bij uitstek geschikt is voor warm weer. Afleiding waar je desnoods bij blijft liggen. Voor mij is kijken naar deze interactie van worm en hond evenzo een welkome afleiding. Ik voel me door het plakkerige weer eveneens lodderig. Het onschuldige vermaak besluit ik vooralsnog toe te laten, omdat de worm zo te zien geen schade lijkt op te lopen. Het gaat zo een tijdje door. Skip amuseert zich opperbest. Op een gegeven moment verkiest de worm, die bekend staat als een verlegen soort, weer het ondergrondse en doet verwoede pogingen in de aarde te kruipen.
Daar steekt Skip gauw een stokje, eh pootje voor: hier gebleven jij. Dit spelletje is veel te leuk. De worm sputtert tegen door zich helemaal op te krullen. Skip legt beide voorpoten op de worm, zo kan hij hem weer in volle lengte observeren. Wat een glibberbeest, daar wil ik meer van weten, zie ik Skip denken. Voor ik er erg in heb, wordt de worm doormidden gekliefd tussen zijn stevige kaken. Er liggen twee afwindende wormen. Het zijn de laatste stuiptrekkingen. Hoewel er wormensoorten zijn die zich zo vermenigvuldigen, is dit bij de regenworm niet het geval. De twee helften worm liggen uiteindelijk doodstil. Skip kijkt me beteuterd aan.
De jonge brutale merels die het hele gebeuren vanuit hun risicoloze zitplaats in de sering naast het bij de afhaalchinees gekregen Boeddhabeeldje (een Boeddha krijg je, die koop je niet) hebben geobserveerd, veren hoopvol op: het langverwachte moeiteloos te verschalken vogelmaaltje. Volgens Skip is de worm zijn rechtmatige prooi. Hij eet hem met lange tanden op.
De
matinee die begon als een luchtig schouwspel maar eindigde als drama, is
voorbij. Plotseling en uit het niets, een wolkbreuk. Het begint hevig te
regenen, terwijl vreemd genoeg de zon volop schijnt. De porseleinen Boeddha
valt voorover in de vijver. Hebben we zijn toorn gewekt? Onder luid gedonder
ren ik terug de tuin in en leg snel wat verse compost - een
delicatesse voor wormen - op de onheilsplek neer
als een soort offer voor de nabestaanden. Na een uurtje is de lucht opgeklaard
en hemelsblauw. Een hele geruststelling. We zijn niet vervloekt.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
vrijdag 26 augustus 2022
BAMBI
Ging Skip voorheen in een slakkengangetje, met de koelte beweegt hij als vanouds actief. Hij vindt het heerlijk om tijdens het joggen door de modderplassen te soppen. Naast een diepe regenpoel treffen we verse hoefjessporen aan. Hier moet een dorstig ree zich kortelings te goed hebben gedaan aan fris regenwater. Dan zomaar midden op de dag staan we bij een tra, oog in oog met een ranke roodbruine dame (want zonder gewei). Een bijzondere ontmoeting op geringe afstand. Ik lispel tegen Skip dat hij geruisloos op zijn plek moet blijven. Pech, een krakend takje onder mijn voeten en met elegante sprongen kiest zij het hazenpad.
Pas dan heeft Skip de ree ontdekt. Met wijd opengesperde neusvleugels vangt hij de wildgeur op. Hij zet een sprintje in, maar komt niet verder dan vijf meter: de lengte van de rollijn. Als goedmakertje mag hij elke centimeter rondom de plek afsnuffelen, in de hoop dat hij achteraf zijn interesse verliest.
De daaropvolgende middag neemt hij linea recta de afslag naar de intussen opgedroogde drinkplaats. Opgewonden scharrelt hij in steeds hetzelfde cirkeltje rond. Hij is zo druk in de weer, dat hij niet opmerkt dat een paar nieuwsgierige Bambi ogen zijn verrichtingen vanachter het struikgewas volgen. Ze lijkt helemaal niet schichtig. Hoe groot is trouwens de kans om twee keer achter elkaar een ree te treffen? Volgens mij bewondert de ree mijn wolf. Niet om zijn snuffelkwaliteiten, wel om zijn blonde haren die door een speelse zonnestraal in goud veranderen. Ik vind haar tengere gestalte met de alerte grote schotels minstens zo aandoenlijk.
Een gelijkwaardige
vriendschap tussen Goudhaartje en Bambi lijkt me onmogelijk. En wie weet hoever
ze hem mee het bos in wil lokken. Vanaf morgen wijken we een poosje uit naar
een alternatieve route. Dan laten we het bos links liggen en wandelen we over
het weidse overzichtelijke veld waar de dopheide zienderogen purper kleurt.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
HOLE IN ONE
Je hebt van die honden die wanneer je een tennisbal voor ze wegwerpt deze zonder te vragen terugbrengen en aan je voeten leggen. Het bijbehorende aanstoten met de poot of duwen met de neus tegen de bal om voor de zoveelste keer een balletje op te gooien, hoort er standaard bij. Mijn honden deden dit nooit. Schiet ik bij de instructies tekort of zijn onze honden gewoon eigenwijze spitsoren die daar het nut niet van inzien? Volgens mij vinden ze het een stupide game. Uit hun expressie meen ik op te maken: de baas serveert, als hond doe je moeite om de bal terug te brengen, waarop de baas hem vervolgens wéér wegkeilt. Give me a break. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik wel ietwat scheef kijk naar zo’n baasje van wie de hond braaf ballen apporteert.
Nu schijnt golf qua populariteit het nieuwe tennis te zijn. Dit biedt perspectief, want Skip is duidelijk geen ballenjongen. Hij sluit zich helemaal aan bij de nieuwe trend en verruilt de court graag voor de green. Omdat hij uiteraard geen golfclub kan vasthouden, gaf hij hier een eigen interpretatie aan. Het zit namelijk zo. Wanneer Skip aan het jagen is, heeft hij liever niet dat er concurrenten in de weg lopen. Wandelen er dan gelijktijdig baasjes die voor hun hond een balletje opwerpen in zijn revier, dan moet Skip zich er wel tegenaan bemoeien. In de hoogste versnelling gaat hij achter de bal aan die niet voor hem bestemd is. In de regel wint Skip deze wedloop. De buitgemaakte bal wordt in rap tempo in een bunker verstopt. Ziezo, obstakel uit de weggeruimd, het spel is afgelopen, kan hij weer ongehinderd op de green achter de konijnen aan. Als een heuse caddie moet ik dan geregeld met de onfortuinlijke hond naarstig op zoek naar de kwijtgeraakte bal, die ergens onder een graspol verscholen ligt, zodat deze alsnog met de rechtmatige eigenaar mee naar huis.
Tot een
desastreuze keer. Dit speelveld bestond uit ontelbare holes met diepe
gangen en een complete konijnenburcht. Nu waren er drie mededingers: een
Dobermann, een Dobervrouw, en Skip. Skip ving als eerste de bal en scoorde
meteen. De bal werd geput in de
konijnenburcht en verdween voorgoed in een meterslang ondergronds stelsel. Hole
in one kraaide Skips snuit victorie. ‘Uw hond brengt de bal toch zeker wel
terug?’ stamelden de baasjes benepen. Het bleek deze keer niet om een simpel te
vervangen fluorescerende gele tennisbal te gaan, maar eentje van een duur merk
waar de honden al vanaf pup mee speelden. Na excuses en met een rood hoofd en
de priemende ogen van de alles behalve blij kijkende Doberbaasjes in onze rug
kozen wij niet voor een Chip and Run, maar een Skip en … run!
Naschrift.
Doordat hij telkens scoort is het afpakken van ballen nu al Skips meest
geliefde vrijetijdsbesteding. Hij is er in de buurt reeds berucht om. Alle
baasjes houden hun ballen vast tot SuperSkip uit het zicht is verdwenen!
uit de dikke pil: Skipkluifjes
donderdag 25 augustus 2022
HET IS BIJ DE KONIJNEN AF
Skip snort graag achter konijnen aan. Ondanks dat hij pijlsnel is, zijn ze hem steeds te vlug af. Konijnen hebben namelijk een uitgekiende strategie bedacht. Ze blijven dicht bij hun hol om hier in geval van nood meteen in te verdwijnen.
Op een zonovergoten middag waren we bij vrienden uitgenodigd voor een high tea. De rondhuppelende tamme konijnen werden voor hun veiligheid in het nachthok gezet en Skip dacht zijn kans schoon te zien: konijnen gevangen achter draad, daar moet toch eenvoudig aan te komen zijn. Hoe lang hij die middag gefascineerd op twee pootjes heeft staan kijken, hebben we niet getimed, maar hij moet gedacht hebben: de aanhouder wint.
Deze tamme Stampertjes zijn echter honden gewend en blijven er vrij stoïcijns onder. Om Skip te jennen, sprongen ze wat rond en aten hooi en bix. Vervolgens verdwenen ze in het binnenhok voor hun siësta. Skip snapte niet waar de wipstaartjes zich verborgen. Hij ging steeds het hoekje om, omdat hij dacht dat ze zich aan de achterkant van het hok schuilhielden. Daar was uiteraard alleen de houten achterwand te zien. Hij kreeg er letterlijk het heen en weer van.
Om Skip een
beetje rust te gunnen, legde de eigenaresse van Nijntje en kompanen wat
geroosterd brood in de ren. Weer in het zicht, plantte hij zijn elleboog vol
ongeduld op de rand van het rooster. Eindelijk komt er schot in dacht Skip. De
toast lag klaar om geserveerd te worden. Het beleg er nog bij en het grote
smikkelen kon beginnen.
I.M.
Skip kan met moeite op zijn plaats blijven liggen als de hongerige verwende merels onbeholpen waggelend door de tuin schreeuwen. Hij is een vurig pleitbezorger voor een vliegverbod en verklaart de overkomende merels vogelvrij. In onze tuin komt zijn weergaloze jachtpassie gelukkig wat minder tot uiting dan in het vrije veld, maar uiteindelijk wint de oerdrift en de jonge merel wordt genekt.
Omdat ik zo te doen heb met deze hopeloze merelfamilie met opvoedingsproblemen – het is een jaarlijks terugkerende tragedie – lig ik de hele dag in de tuin op de loer of de merels nog veilig zijn. Zo niet dan help ik ze. Deze keer probeerde het door Skip opgejaagde jong weg te komen door de open afzetting met de buren. Wonderbaarlijk genoeg luisterde hij terwijl ik hem terug floot. Helaas had ik niet gerekend op de snelle actie van de zwarte buurhond in wiens bek het mereljong met een grote hap verdween. Was hier sprake van goed op elkaar ingespeeld teamwork met of zonder voorbedachte rade, of betrof het een toevalstreffer? Helaas gold voor deze jonge merel eenzelfde noodlot als zijn andere nestgenoten.
Zodoende hadden we ook dit jaar weer een i.m.: een intens verdrietige moedermerel. De hele dag hoorden we nog luide alarmeringssignalen van de vertwijfelde jonge moeder die haar jong fluit, maar allang weet dat ze geen antwoord meer gaat krijgen. Hoewel de lentezon ons naar buiten lokte, heb ik lafhartig de tuindeur achter me dicht getrokken om haar jeremiade niet meer te horen. Ik draai de volumeknop van radio extra hoog. Het verbaast me allerminst dat ik Lullaby of birdland in de versie van Count Basie hoor.
Van de Vogelbescherming heb ik ondertussen begrepen dat merels het natuurlijk verlies incalculeren en dit compenseren door extra veel jongen groot te brengen in meerdere nesten per jaar. Het advies luidt om de natuur haar eigen gang laten gaan. De volgende ochtend zien we i.m. alweer vrolijk flirten met een zwartglimmend merelmannetje. Hoera, de deur kan weer open!
woensdag 24 augustus 2022
KNABBEL EN BABBEL
Om een onbekende, vast gecompliceerde reden wil Skip louter op het gazon op zijn kluifjes knabbelen. Verder zijn het merk, het model, de omvang van de kluif, de hardheid van de substantie en niet te vergeten de reuk van cruciaal belang. ‘Operatie gebitsreiniging’ luistert heel nauw. De aanschaf alleen al is een ingewikkelde procedure waar we ruimschoots de tijd voor nemen, want Skip neemt enkel genoegen met het allerbeste. Eigenlijk zijn het helemaal geen botten in kluifvorm, maar opgerolde lappen runderhuid. Je koopt ze onder de naam retrieverrol.
In de
dierenwinkel wordt er door Skip gewikt en gewogen - welke zal hij kiezen - totdat er uiteindelijk twee
exemplaren overblijven die gekocht mogen worden. Deze lopen aan het uiteinde
iets uit, zodat hij ze met zijn voorpoten goed vast kan houden. Thuis begint
pas het echte teamwork. Het eerste
stukje wordt door mij Babbel, met een nijptang losgetrokken, zodat er een recht
lapje aan het duimdikke stokje ontstaat. Dit knauwt hij, liggend op het groene
tapijt, af tot aan het einde. Vragend gaat hij daarna voor me zitten. Ik trek
weer een stuk huid verder los met mijn vrouwvriendelijke gereedschap, tot het
laatste velletje op is. De inhoud, een restje kronkelige buffelhuid (wij noemen
dit de matroesjka*) wordt in de tuin
begraven om week te worden. Binnen moet ik doen alsof ik van niets weet,
terwijl zijn stoffige snoet hem verraadt. Ik klets wat onzin tegen hem en hij
kijkt me voldaan aan. We begrijpen elkaar.
Het restant
ligt intussen zeer zichtbaar in de grond. Erg diep begraaft hij het niet.
Doorgaans wordt er met de snuit een centimeter grond opzij geduwd. De matroesjka wordt neergelegd en met de
snuit slordig toegedekt met wat rulle grond. Ik doe altijd alsof mijn neus
bloedt. Zodra hij maar enigszins vermoed dat ik de verblijfplaats weet, pakt
hij het weer op om het elders te deponeren. Schoffel ik onwetend in de buurt,
dan volgt hij me met argusogen. Zodra ik mijn hielen licht, begint het hele
ritueel weer van voren af aan. * Een matroesjka, in Nederland vaak onterecht verward met baboesjka dat omaatje betekent, is een holle houten pop die onderdeel is van een reeks steeds kleinere in elkaar passende poppen.
VOSSENJACHT
Ons had al het bericht bereikt dat er vossen waren gesignaleerd. ’s Nachts komen ze tot aan de zoom van onze wijk, brutaal op zoek naar makkelijk te scoren voedsel voor hun cubs. In het ochtendgloren treffen we op een zanderige plek, een jong vosje in zithouding aan, genietend van de zonnewarmte op zijn pels. Behoedzaam benadert Skip het vosje. De mama laat zich niet zien en ze spelen kort en onbevangen met elkaar. Ik voel me bijzonder bevoorrecht om dit te mogen aanschouwen.
In datzelfde voorjaar wandelen we over in onbruik geraakte landbouwgronden. We zijn later dan anders. Ondanks de vroege lente begint het rond vier uur in de middag te schemeren. Skip bespeurt direct een uiterst interessante geur en is niet meer te houden. Ik roep nog dat een vossenjacht een gezelschapsspel is, maar hij onderneemt de tocht in zijn eentje.
Mist komt
snel en uit het niets op zetten. Skip lijkt helemaal in de ban van de vos. Het
wordt al gauw schemerig en door de zeer dichte nevel horen of zien we niets. Op
een gegeven moment kunnen we hem nog onmogelijk lokaliseren. Voorbijgangers
helpen door hun honden mee te laten zoeken, met als gevolg dat deze ook
verdwijnen. Er heerst doodse stilte. Geen geluid van krakende takjes of
geritsel, geen enkele moer.
Ik weet dat Skip zo afgeleid is, dat hij de wereld om zich heen vergeet. Skip heeft uitdagingen nodig om zich vrij te voelen. We gunnen hem die (Bu)hondse driften, maar op zulke momenten kijk ik uit naar de tijd dat hij zijn wilde haren en daarmee zijn streken verliest.
Meer dan een uur is er verstreken. Geduld hebben in het aardedonker is niet mijn sterkste kant. We besluiten ons op te splitsen en kiezen elk een andere richting door het bijna ondoordringbare struikgewas. Eén persoon houdt de wacht op het punt waar de grote verdwijntruc heeft plaatsgevonden.
Ik ontdek nooit door mensenvoeten betreden struinpaadjes van de vos. Spinnenwebben plakken in mijn haren en gezicht. Met mijn jas blijf ik aan grote doorns hangen. De schuwe vos schiet rakelings langs me heen. Ik schrik, maar bedenk meteen dat de honden dan niet ver kunnen zijn. Ik roep opgewonden dat we hier moeten zoeken. De andere hondeneigenaresse gebruikt de vergeten hondenfluit die ze bij zich draagt. De beide ‘hulphonden’ met de toepasselijke goede-doelen-namen Bob en Bono melden zich meteen. In hun kielzog een uitgeputte Skip, die zich niet wil laten vangen.
Ik laat me,
koud en vermoeid, op een zwerfkei zakken. Had ik toch zo’n goed werkende
zeldzame toverfluit. Wat spookt Skip uit en waarom komt hij niet? Ten einde
raad gooi ik wanhopig het hoofd in de nek en huil als een wolf. Op een
steenworp afstand zie ik een paar flitsende amandelvormige vossenogen
wegschieten. Een soort afscheidsgroet? Skip begrijpt dat het spel is afgelopen
en geeft op. Schoorvoetend schuift hij, uit het niets, tegen me aan. Heimelijk loos
ik een zucht. Mijn gemoedrust is hervonden, de vossenjacht is ten einde.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
dinsdag 23 augustus 2022
SAMEN DELEN
Skip kreeg een buffelbot cadeau dat hij nauwelijks aanraakt. Het bot dient uitsluitend als pronkstuk voor de visite. Logee Tyra toont hevig interesse in het bot en allicht begint Skip er nou vol overgave aan te knagen. Die aandacht blijkt precies wat hij zoekt. Ze stelt zich voor hem op en tracht hem te hypnotiseren. Zij heeft best trek, maar vangt steeds bot. Tyra, bepaald geen dom gansje, verzint een list. Gewiekst spurt ze luid keffend naar het raam. Skip sjeest er nieuwsgierig achter aan, het botje onbewaakt in zijn mand achterlatend. Zij sprint terug naar de mand en grist het botje om er hebberig op te kauwen. Skip begrijpt dat hij erin is geluisd.
Hij laat zich niet om de
tuin leiden en probeert een gelijke tactiek bij haar. Ondanks dat zij een
geraffineerde tante is,
werkt het. Skip heeft zijn bot weer in eigendom. Eerlijk zullen we samen delen,
ik een beetje meer dan jij. Stuivertje wisselen blijkt een onderhoudend
spelletje. Het gaat er gemoedelijk aan toe tot er praktisch niets meer van het
bot over is. Het laatste velletje blijft liggen uit beleefdheid.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
maandag 22 augustus 2022
JACHTSCHOTEL
Rond uitlaattijd maken we een wandeling met Skip en IJslandse Hond Skolli in een afgelegen bos. Beide honden blijven aangelijnd. Dat is wel zo fair. Desalniettemin vangt Skip razendsnel een overstekend konijntje dat, net voor onze voeten, uit de struiken te voorschijn schiet. Skip is bang dat de logé het konijntje afpakt en blijft er vastberaden mee in zijn bek lopen. Ik lijn hem af, zodat hij zijn prooi ergens kan verstoppen. Maar hij vertrouwt het niet. Argwanend blijft hij cirkelen om een geschikte bergplaats te vinden.
Dan zien we hem, met eigen ogen, het konijn in zijn geheel in één hap doorslikken. Zijn eigen buik fungeert als kluis. Dat is inderdaad de enige plek waar er niemand bij kan. Volledig verbijsterd kijken W. en ik elkaar aan. We verwachten eigenlijk dat Skip acuut in elkaar zal zakken en stikken. Of het op zijn minst benauwd zal krijgen. Maar niets van dit alles gebeurt. W. komt als eerste weer bij zijn positieven. Hij stamelt iets van ‘gsm bij zich’ en ‘dierenarts bellen’.
De dierenarts kan er wel mee lachen en vraagt: ‘Wat heeft hij nu weer uitgevreten?’ ‘Uitgevreten? Zeg maar opgevreten!’ De dierenarts vertelt dat het geen kwaad kan en dat hij hoogstens een beetje moeizaam op zijn zij kan liggen vannacht. Plantaardig spul zoals een maïskolf schijnt veel gevaarlijker te wezen. Skip blijft er stoïcijns onder en we merken niets vreemds of anders aan hem. Hij wil thuis zelfs gewoon zijn voer.
’s Avonds ligt hij zeer content in de hondenmand en maakt smakkende geluiden in zijn slaap. Hij is vast aan het herkauwen. We volgen het advies van de dierenarts op en controleren vijf dagen zijn ontlasting. De tweede dag draait Skip een gigantische bolus. Ik peuter er verwachtingsvol met een stokje in, maar vind zelfs geen tandje of stukje bot terug van het onfortuinlijke konijn. Ongelooflijk, alles verteert.
Enige
maanden later heeft Skip een buitenkansje. Hij vangt weer een konijn en laat
het na een dodelijke beet direct los. W. was nog kort in de veronderstelling
dat deze buit sociaal met ons gedeeld zou worden en dat er ‘s avonds
jachtschotel op het menu zou staan. Voor mij als vegetariër is het geen
aanlokkelijk aanbod. Ik ga liever voor het alcoholische drankje dat erbij hoort.
Zo’n crime passionnel went voor mij althans nooit. Bij nadere inspectie blijkt
het konijn de gevreesde ziekte myxomatose te hebben. Zou Skip daarom het konijn
meteen neer hebben gelegd? Deze keer kan ik met een gerust hart toosten met een
glas rode wijn. In feite heeft Skip een barmhartige daad verricht.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
STROOMVERSNELLING
In onze gemeente worden hoofdzakelijk schapen ingezet om het openbaar groen natuurvriendelijk te onderhouden. Langs paden en wegen worden mobiele omheiningen van gevlochten (stroom)draad geplaatst. Binnen deze netten kunnen de schapen veilig grazen. Op een broeierige middag staan de ooien in de berm langs het pad waar we altijd lopen. De herder bleek met zijn kudde aan de wandel. Aangezien Skip schapen faliekant negeert, verwachtte ik geen problemen. Alvorens we aan de omvangrijke kudde voorbij moesten, snelde Skip er schichtig en met een grote boog omheen. Het waren aanzienlijk veel wollige dames!
Ik stuurde
hem, al roepende, richting de ingang van een nabij gelegen wei. Hier was een
waadplaats ontstaan door de overvloedige regen van de afgelopen tijd. Daar zou
hij zijn dorst kunnen lessen. Naast de toegangspoort stonden nou zwarte
kunststoffen cementkuipen die dienst deden als drinkwatervoorziening voor de
schapen. Helaas zag Skip de verplaatsbare afrastering niet. Terwijl hij
vooroverboog om te drinken, bleef zijn kruin in het oranje net waar stroom op
stond, steken. Hij gaf een ontiegelijk hoge gil, raakte in een
stroomversnelling en hinkte met verkrampte poten in blinde paniek naar een
flink eind verderop waar hij kermend tegen een bakstenen muur bleef liggen. Het
leek wel of er in plaats van zwakstroom, 220V op stond. Ik ben naderhand
teruggegaan en heb de herder erover aangesproken en heb tevens zelf aan de
draad gevoeld; meer dan een onaangename schok kreeg ik niet. Een hond moet dit
anders en als zeer pijnlijk ervaren, want Skip is niet gauw uit het veld
geslagen.
Enfin, zolang de dekbedjes er nog graasden, wilde Skip pertinent niet meer die kant uit. Zodra hij ze rook, zette hij de handrem erop. Dit werkte zo niet. Ik heb eerst afgewacht tot zij ergens anders gestald werden. Daarna met een heftig tegenstribbelende hond aan de lijn, geprobeerd langs de achtergebleven stroomloze draad te lopen. Geen gezeur en niets aan de hand: je bent toch een flinke Vikinghond! Ik pakte de draad steeds vast om te laten zien dat het veilig is. Het heeft zeker anderhalve maand geduurd, voordat het voorval compleet uit zijn systeem verdween en hij er weer op zijn gemak liep.
Onverwacht bleek de schokkende ervaring van Skip een pluspunt. Toen hij onlangs blindelings achter een haas aan schoot - die uit angst de weg overstak - heb ik zijn gil ‘AUWWAUWWAUW’ nagebootst en als noodkreet geschreeuwd. Het werkte! Hij kwam abrupt tot stilstand en draaide zich direct om en rende met haastige spoed naar me toe. Ik had mezelf intussen met een van schijnpijn vertrokken gezicht en quasi kreunend, theatraal op de grond geworpen. Skip ging naast me zitten en likte toegewijd mijn gezicht. Ik stamelde brav hund en krabbelde, zogenaamd dankzij zijn reddingsactie, weer overeind. Ook de angsthaas ontsnapte die dag ternauwernood al zigzaggend tussen het rijdende verkeer door. Ik besef terdege dat we die dag allemaal het haasje hadden kunnen zijn.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
IMPOSANT
zaterdag 20 augustus 2022
NAPOLEON
In een vorig leven nam Skip vaker de benen. Stond bij gelegenheid het tuinpoortje op zijn vorig adres op een kier, dan kon hij zichzelf niet bedwingen om op eigen houtje op onderzoek uit te gaan. Ter afsluiting bleef hij dagen weg. Na dit hachelijke incident werd hij ter adoptie aangeboden. Skip is opmerkelijk zelfstandig en loopt niet in zeven sloten tegelijk. Dat blijkt wel uit het feit dat hij pas na het afronden van zijn ongeoorloofde expeditie, aanklopte bij een huskyfarm vele kilometers van zijn woonplaats verwijderd.
Hij woont alweer jaren tot groot plezier bij ons. Tegenwoordig kan ik aan de stand van zijn oren en schouders aflezen of Skip zin heeft in een veldtocht. Eén luttele seconde vóór dit specifieke moment krijg ik nog de kans om hem te strikken door spannender te zijn dan datgene waar onze fanatieke jager naar toe wil. Marith, het charmante dochtertje van Skips vorige eigenaar vertelde ons, dat hij gedurende de kraamtijd Napoleon genoemd werd, omdat hij de baas speelde, als eerste op ontdekkingstocht ging, nergens bang voor leek en altijd haantje-de-voorste was. Napoleon Bonaparte is vooral befaamd en berucht om zijn strategische veldtochten. Dat hier een parallel kan worden getrokken, begrijp ik, maar Skip was daar nog een schattige pup die braaf bij zijn moeder en nestgenootjes verbleef. Hoe hadden zij kunnen voorspellen dat Skip een aparte was en heel bon in avontuurlijke escapades?
Skip is een inschikkelijke loyalist en een gewillige knecht die zich binnen een team eenvoudig voor het karretje van andere honden laat spannen. Juist het tegenovergestelde van een grotesk leider. Frappant, want over Napoleon heerst ook gerede twijfel. Was hij een goedhartige kleine korporaal die populair was bij zijn onderdanen vanwege zijn doorzettingsvermogen of een nietsontziende hebzuchtige tiran met een onmetelijke expansiedrift? Enkele capaciteiten zouden op Skip van toepassing kunnen zijn: hij is een conflictvermijdende allemansvriend en geliefd bij iedereen om zijn gematigdheid. Vervelende trekjes van een dwingeland figuur bezit hij volstrekt niet.
Het blijft me toch bezighouden of Skip in eerste instantie die naam kreeg en waarom. De fokster beweert dat Skip, vanaf geboorte Skip heeft geheten. Ze vermoedt dat de kinderen van beide families indertijd de naam tijdens een of ander spel hebben verzonnen. Een andere verklaring heeft zij er niet voor. Toch vindt Annelita (eigenaresse van broer Kiran) onlangs een gedateerde mail met als afzender de tijdelijke namen van de pups: Buba, Kiara, Kuif (nu Kiran), Panda en Napoleon (nu Skip)! Hoe het ook zij, als ik Skip later die dag weer eens dartel als een kangoeroe door het veld zie hopsen, weet ik zeker dat er geen treffendere naam gekozen kon zijn dan de naam die hij sindsdien draagt: Skip(py). Napoleon en Skip, hun beider geschiedenis zal altijd een mysterie blijven.
Intrigerend
detail blijft dat, tijdens ons eerste bezoekje met Skip en Marith aan een
McDonald’s, bleek dat het restaurant finaal was ingericht met het thema
‘Napoleon’. Het leven hangt van toevalligheden aan elkaar.
vrijdag 19 augustus 2022
VIKINGPAD
Sinds begin jaren negentig loop ik met mijn honden meestal een vaste route langs de Maas. Sindsdien is er helaas veel veranderd. Van woeste natuur in de Oude Beemden naar asfaltpaden en aangelegde natuur. De kronkelige, modderige paadjes voerden door weilanden met paarden en je moest soms over slordig gespannen prikkeldraad heen stappen. De honden konden er gemakkelijk onderdoor of sprongen tussen twee draden door. Sporadisch was er toegang door een poortje en aangepaste kleding en schoeisel was noodzakelijk. De vaste wandelaars in dit gebied hadden zelf benamingen bedacht om te doelen op de diverse gedeelten. Vossenveld, bijdepaardjes, ganzenweitje: iedereen wist feilloos waar je bedoelde. Het oude wandelpad lag er al die tijd naamloos bij. Het voornaamste was echter dat je door de ruigte van het gebied slechts hondenwandelaars tegenkwam - een enkele vogelaar daar gelaten – waardoor de viervoeters er ongestoord los konden rennen. We hebben er vele gezellige ontmoetingen gehad.
Moeder Maas gooide roet in het eten door allengs buiten haar oevers te treden. Er werden terecht maatregelen genomen tegen de overstromingen. Maar zoals het vaak gaat met de overheid moet natuurlijk schoon worden ‘beschermd’, aangelegd of verlegd. Er wijzigde nog iets. Onze overleden IJslandse Hond kreeg een Noorse Buhund als opvolger en weer liepen we de gebruikelijke weg. Het idyllisch paadje werd een drukbezocht geasfalteerd pad voor wandelaars én fietsers. Voordeel is wel dat we niet meer elke dag de klei van broek en laarzen hoeven te schrapen. Nadeel is dat je pas na de ochtendspits kunt wandelen omdat het er anders te druk is. Er is een voordeel: Skip is geen vroege vogel.
Langzamerhond kent iedereen Skip. De vrolijke Noorse Buhund is er een graag geziene gast, zo lang hij maar beneden door het struikgewas rent en zich niet onaangelijnd op de verhoogde dijk vertoont. Bij regenweer, gladheid of als het rustig is en we niemand hinderen, zijn we graag burgerlijk ongehoorzaam en loopt Skip gewoon los. Enkele joggers trakteren zelfs steevast op hondenkoekjes. Skip helpt mee aan de dijkbewaking door de aanwezige konijnen- en mollenpopulatie in bedwang te houden. Voor de zuurkijkende ochtendfietser op weg naar zijn werk zorgt hij voor een vrolijke noot met zijn grappige huppeltje.
Plompverloren staat er op een dag een ijzeren paal met een gloednieuw naambordje erop bevestigd: VIKINGPAD. Even stond ik perplex en dacht: goh, wat enig, het pad is naar onze blonde Viking vernoemd. Of het zo had moeten zijn, droeg ik het fototoestel bij me. Het werd een onofficiële onthulling zonder publiek en fanfare. Vol trots poseert de prille VIP met het straatnaambordje voor de camera. Ietwat verdwaasd van opwinding wandelen we daarna door.
De droom
spat snel uit elkaar als we verderop het gebouw van de plaatselijke
kanovereniging zien liggen. Het houtwerk krijgt net een fris likje verf. Op een
rond bord dat tegen de gevel gehangen wordt, lees ik: kanovereniging Viking.
Het lijkt me aannemelijker dat het pad daarnaar is vernoemd. Ik besluit geen
navraag te doen bij de gemeente hoe het werkelijk zit. Soms is fantasie leuker
dan de realiteit. Voor ingewijden is het voortaan Skips paadje.
uit de dikke pil: Skipkluifjes
REMEMBER ME
Op tweede kerstdag 9 jaar geleden moesten we afscheiden nemen van de meest bijzondere Buhund ooit, mijn heartdog, mijn partner-in-crème. H...

-
In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...
-
‘Vroeger is ook niet meer wat het geweest is’ . Vrij vertaald naar 'La nostalgie n'est plus ce qu'elle était' van actrice/...
-
Op tweede kerstdag 9 jaar geleden moesten we afscheiden nemen van de meest bijzondere Buhund ooit, mijn heartdog, mijn partner-in-crème. H...