vrijdag 29 april 2022

REINTJE

 

Het is zo’n dag om buiten te blijven. Een milde temperatuur als bij een Indian Summer en een nog krachtige kegel aan de licht gesluierde kobaltblauwe hemel. Geen zuchtje wind. Ik wist dat er iets bijzonders stond te gebeuren. Een opgeluchte Skip struinde na twee uren nog vrolijk in het veld. Geen wonder, dacht ik. De auto was tijdelijk in de garage geweest en Skip moest daarom verplicht aangelijnd in onze wijk uitgelaten worden – in de huurauto waar pas 17 km op de teller stond, mochten geen honden.

Vandaag kon hij eindelijk zijn energie weer kwijt. Om vier uur versnelde hij halsoverkop naar turbo. Het bijbehorende binnensmondse keelgeluid dat hij produceerde had ik nooit eerder gehoord. In een mum van tijd was hij een stipje aan de horizon. Evenzo snel was hij weer terug, te laat. Even daarvoor had ik een ontmoeting met mevrouw Reintje die met superieure allure uit haar biotoop stapte. Zo voor mijn neus. Ik sloeg de handen voor mijn mond. Adembenemend mooi was deze volwassen moervos. Allesbehalve schuw liet ze zich door mij bewonderen. Daarna schreed de ontspannen vulpes vulpes langs en stak met elegante sprongetjes het pad over. Ze keek nog even onvervaard om alsof ze me een laatste blik wilde gunnen voordat ze in het bos verdween. Skip was onder de indruk en bleef muisstil aan de voet. Hij begreep dat we bevoorrecht waren en genoot net als ik van de volmaaktheid van het moment.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

PUUR PLEZIER

 plezierjachtjes

Skip deint op vier poten in de slaggolven van de aanhoudende sliert passerende plezierjachtjes. Ik zit op een basaltblok langs de oever. Het is een komen en gaan van visite. Ierse Setter Puck wordt iets te vaak geroepen. De puber schudt met zijn oren en luistert niet meer. De batterijen van zijn gehoorapparaat zijn minstens leeg. De knappe gitzwarte herder Boris drijft een kano op en belandt in het water waar ook hij blijft drijven. Engelse Springer Moos wil enkel achter een stok aan zwemmen. Als zijn baas er na lang zoeken eentje vindt, heeft de hond zich bedacht. Kenzo met zijn chique grijze luipaardjas komt snel een slokje water slobberen. Hij maakt zich meteen weer uit de voeten; veel te druk. Een Golden Oldie geeft het goede voorbeeld. Hij schudt zijn kletsnatte vacht telkens op het droge tussen alle verhitte baasjes uit. Beagle Pongo is ietwat hyper na de familievakantie waarin hij 24/7 de aandacht kreeg; hij blijft voorlopig aangelijnd. Bearded Collie Guus zet voorzichtig zijn eerste stapjes van die ochtend in het woelige water. Zwemmen of pootje baden? Zijn dilemma: blijft de zon lang genoeg aan de hemel branden om zijn lange zijden bos te drogen. Twee onbekende Teckels worden met de fiets tot aan de waterkant gereden. De een zoekt verkoeling tussen de hondenbups in het water, zijn zusje blijft met de kin op de rieten rand schuchter in de hondenfietsmand liggen. Ik hoor iemand vertellen hoe laat het is. Dat betekent dat we al meer dan twee uur van huis zijn. Time flies when you’re having fun!

uit de bundel Bezige Bu (2015)

FOXY LADY

 uithijgen

Het is windstil. De rode vaan hangt als een vod naar beneden. Op het terrein van de schutterij wordt geschoten. Zou het het moertje dat we uit de beschoeiing zien komen, opgeschrikt hebben? Skip is nog onwetend van de foxy lady. Hij loopt heel inventief aan de andere kant van de heuvelrug in de schaduw. De hele dag had hij ontiegelijk uitgekeken naar het tijdstip dat hij zich het laplazarus kon rennen, maar de warmte is blijven hangen. 

De vos met hevig ruiende vacht dart over uitgehold land. Vlokken onderwol laten los uit haar nu hyena-achtige patchworkjas. Het blijven bijzondere ontmoetingen ondanks dat je tegenwoordig de nek breekt over de vossen, reeën en marters. Kort daarna snort Skip het vossenspoor op en weg is-ie. Omdat we weten waar de vos woont, kuieren we daar naar toe. Geen hond en geen vos te bekennen. We sluiten ons niet op in angstdenken en wachten zittend op een takkenbos. 

Na pak ‘m beet een kwartier fluiten we. Skip presteert het om volledig uit het zicht, in de nabijheid van de burcht uit te rusten. We halen hem op. Aan zijn licht schmutzige snuit is af te leiden dat hij op visite had willen gaan, maar dat de vos geen huisbezoek wenste. Skip schudt van inspanning. Behalve een 0,3 cl Coca Colaflesje gevuld met H20 is er geen water om zijn gloeiende body in te blussen. We leunen even achterover. 

Met zijn gehijg deelt Skip zijn belevenissen aan ons. Door de bank genomen duurt de terugweg dubbel zolang. We nemen voortdurend schaduwpauzes om hem op adem te laten komen. Thuis stort hij zich ter aarde en blaast daar tot Assepoestertijd uit onder de kersenboom. Het moet een verdomd opwindende foxy lady zijn geweest.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

woensdag 27 april 2022

CROCS

 waterschoenen

Ik sta met mijn multifunctionele vlezige waterschoentjes, ik had gewoon Crocs kunnen schrijven, tussen wiegende rietkragen. Bij deze waterstand is dat de meest geschikte plek voor Skip om in en uit de rivier te komen. Eerder zou hij onbesuisd vanaf de kade de plomp in zijn gesprongen. Sinds we een tijd geleden onder het zappen bleven hangen bij een oude aflevering van The Crocodile Hunter, heeft Skip zijn zwemtechniek bijgeschaafd. Tijdens het waterapport houdt hij een kort dik stuk hout in zijn bek (denk aan de hamerhaai) waardoor hij beter balancerend kan sturen, maar vooral geen sloten water meer binnenkrijgt - wanneer ik zijn opengesperde muil zag, moest ik steeds aan die gezonken ferry met open klep denken. Daarbij ligt zijn aerodynamische lichaam inclusief staart nu loodrecht als een krokodil in het water. Van hen heeft hij de wijd uitgespreide klauwen afgekeken, zodat hij sindsdien met hoge snelheid door het water peddelt.

the crocodile hunter

uit de bundel Bezige Bu (2015)

dinsdag 26 april 2022

KONINGSDAG 2022

Skip gaat voor een nostalgisch defilé

WILLIE

koninklijke sloep 

Zomer in april. Verrukkelijk getuinklust. Het is al voorbij wandeltijd wanneer ik de ingedommelde Skip die meegeholpen had, onder de lampionplant wakker maak. Ik kleed me niet meer om, dan wordt het nog later. We slabakken wat langs de rivier als de Koninklijke sloep voorbij vaart. Zal je net zien, loop je die ene keer in je werkkloffie komt de koning langs. Ik zwaai naar de glanzende boot met op de steven in sierlijke krullen ‘Willie’. Skip gaat op zijn mooist in de houding staan. Boegbeeld Willie wuift terug.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

POMPONS

 cheerleader

De keuterboer weet feilloos wanneer het drie dagen aaneengeschakeld droog blijft. De landbouwmachine vertrekt met hels kabaal. De geur van vers gemaaid gras. Aan de overzijde van het landweggetje gluren de gemakzuchtige koeiendames, door ons Clara en Mathilda gedoopt, verlangend naar de sappige slierten groen. We gunnen ze ook wat en vegen het frisse groen bijeen. Uitgestoken, ruwe spitse tongen nemen met één struise haal de aangeboden ruikers tot zich. Skip vindt die wuivende pompons wel aanlokkelijk. 

W. werpt zich een tijdlang op als cheerleader. Ernaar springen en happen is erg vermoeiend. Ik schop met mijn voeten in de keurige regels gras van links naar rechts (kiddes). Skip onderschept als een keeper en schudt prooi met het gevangen gras. Het her en der verspreide gras verzamelen we op het laatst voor de koeien. We hadden mazzel dat het gras vers en sappig was. Morgen kan dit inspannende spelletje niet meer gespeeld worden: de ingedroogde scherpe spieren zouden dan in zijn bek snijden.

kidde, regels samengeharkt gras

uit de bundel Bezige Bu (2015)

STINKYBINKY

 

De bebouwing houdt pardoes op. We gaan te voet verder daar waar de tijd nog met een fiets op houten banden lijkt te gaan. De hond is aangelijnd. In het voorbijgaan hoor ik twee toerende echtelieden tegen elkaar zeggen: ‘Wat een beeldschone vossenhond.’ Ik ben het helemaal met ze eens. Na een kwartiertje bereiken we een wandelpad waar Skip los kan. Hij zwerft langs de kant tot een open gedeelte waar hij het water in kan. Ondanks de voor ons frisse wind, ligt de voorjaarstemperatuur voor een van oorsprong Scandinavische hond al gauw te hoog. 

In plaats van de te verwachten sprong in het water, zie ik hem een fanatieke diepgravende duik in het hoge gras maken. En ja hoor, daar ligt een gevangen en voor dood achtergelaten brasem. Of course kom ik te laat. Zo metamorfoost de vossenhond in korte tijd tot vissenhond. Onderweg is de walgelijke stank niet te harden. Jakkes. Skip is door het dolle heen vanwege zijn eau de poisson - niet te verwarren met Poison van Dior. Thuis wordt hij zonder pardon in het sop gezet. Zijn smelly snuit behandel ik met een washandje zodat er geen shampoo en druppels in zijn oren sijpelen. Daarna is stinkybinky wel weer superzacht, schoon, wollig en voorzien van een zijn heerlijke ouderwetse geurtje.


uit de bundel Bezige Bu (2015)

DRENKELING

 hachelijk avontuur

Het groen in het Groenewoud is welhaast van exotische kwaliteit. De Swalm kronkelt door een miniatuur Grand Canyon waar de metershoge rododendron bloeit in uitbundig violet. Een eldorado voor ‘waterratten’. We waren met een hele club (Noordse) honden. Het meanderende wilde riviertje zorgde voor een onbedoelde survivaltocht, noem het maar gerust een ongewild hachelijk avontuur. Skip wordt in gezelschap altijd een beetje overmoedig. Onbevreesd sprong hij omlaag het sterk stromende water in: kijk eens wat ik durf! Hij werd meegesleurd en beleefde enkele hachelijke minuten. Door de hoge waterstand lagen de zanderige beddingen in de bochten tijdelijk verzonken. Skip was niet bedacht op de steile kanten van het miniravijn en kon onmogelijk aan wal klimmen. Met uitpuilende ogen van doodsangst, crawlde hij tegen de voortdurende maalstroom in. Nergens houvast en de verdrinkingsdood nabij.

verdrinkingsdood

Wij waren intussen een eindje verderop gelopen om te kijken waar we het best een reddingsactie konden ondernemen. ‘Laat je maar meesleuren’, riep ik. Skip vertrouwde op mij en kwam zo terecht op een eilandje wat in het midden lag. Daar kon hij uitrusten. Intussen hadden wij een boomstam gevonden die we in het riviertje konden leggen als buffer. Skip moest daarvoor wel weer het koude klotsende water in en zich overgeven aan de woeste baren. Ik was benauwd dat hij vanwege de kou kramp in zijn poten kreeg. Omdat hij een rattennest dat zich net boven het wateroppervlak bevond rook, ging hij het kolkende water weer in. Hij liet zich meevoeren tot daar waar wij klaarstonden met de lange boomstam om zich aan vast te klampen. De reddingspoging lukte en de zichtbaar opgeluchte drenkeling hees zich op en stapte in het stukje moeras dat voor de wallenkant lag. Op het nippertje was deze penibele situatie beëindigd, zodat de baas geen nat pak hoefde te halen.

voet aan wal

uit de bundel Bezige Bu (2015)

ALS ZE ME MISSEN BEN IK ...

in het zwembad plassen
naar de foto in origineel formaat ben ik op zoek

Vaste prik. Nadat Skip gereed is met graven, spoelt hij zijn zandbek in de rivier. Hij weet blindelings de weg naar het paadje waar hij moeiteloos het water in kan. Meestal is hij binnen een minuutje terug. Omdat hij lang wegblijft, ga ik poolshoogte nemen. Vissers zullen toch niet weer iets hebben achtergelaten? Nee. Skip schongelt met zijn achterlijf in het water, de voorpoten rusten op een basaltblok. Terwijl zijn kont van links naar rechts deint, vertoont zijn gezicht een gelukzalige uitdrukking. Kleine schuimbelletjes borrelen omhoog. Pas als hij daarna met een vies gezicht aan het water snuift en zonder aanmoediging verderop gaat zwemmen, begrijp ik wat er aan de hand was: hij stond gewoon te pissen in zijn eigen zwembad! Naar het volkse gezegde: als ze me missen, ben ik …

uit de bundel Bezige Bu (2015)

VRIJE VOGEL

 Skippy

Het weer speelt mooi. Op de hondenhei treffen we kennissen met hun twee Whippets. Onder de wandeling ontspint zich een genoeglijke dialoog. Skip vaart keurig in ons kielzog. De prachtpup die last van haar tandjes heeft, is wat bijterig waardoor Skip liever enige distantie houdt. Door het intense gesprek ontsnapt hij aan mijn surveillance. Hij is afgedwaald, maar blijft op een meter of 50 in het verlengde van ons. Omdat het overzicht toereikend is - de schaarse heide is kaalgevreten door de schaapskudde - laat ik hem gaan. Keurig vergezelt hij ons op parallelle afstand. ‘Goed Skippy, loop maar evenwijdig aan ons mee’, accordeer ik. 

Bij elke afslag fluit ik even. Hij houdt ons in het vizier en ik hem. Skip fladdert als een vrijgevochten vogel rond en geniet. Na anderhalf uur zijn we weer bij start aanbeland. Aan de plat naar achteren gerichte oren zie ik dat Skip er op het laatste nippertje toch nog tussenuit wil piepen. Terwijl hij hinkt op twee gedachten roep ik hem tot de orde: ‘Deze kant op. Koekje!’ Hij voert een innerlijke strijd, neemt eerst nog een omweg, maar blijft staan als hij ziet dat het menens is. Ik beloon de kleine misstap door hem te vertrouwen. We nemen de door hem gekozen omweg (die vijf minuten kunnen er nog wel bij) en hij mag los meelopen. Braaf volgt hij ons tot aan de poort. Ik ben meer dan tevreden over hem: ‘Zie je wel dat het kan.’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 25 april 2022

MUISHOND

 buik vol muizen

Sinds enige tijd grossiert Skip in muizen. Van de ene op de andere dag is hij overgeschakeld van mollen vangen naar muizen vangen. Heeft hij het stokje overgenomen van ons onlangs overleden oppashondje én muizenjaagster pur sang?  Zijn konijnen hem tegenwoordig gewoon te snel af en is een muis makkelijker te pakken te krijgen? Wacht hij tot de lampreien groter gegroeid zijn?

Skip verschalkt spits-, veld- en woelmuisjes plus een incidentele verdwaalde huismus. Ik wist niet eens dat er zoveel soorten bestonden. De goudkleurige hazelmuis vindt hij het lekkerst, die werkt hij met plezier naar binnen; zou de notenvulling het ‘m doen? Grijze muizen eet hij met lange tanden, de donkere exemplaren spuwt hij na ervan geproefd te hebben weer uit.
 
Huismuizen dienen als bewijsmateriaal dat hij zijn huiswerk goed heeft gedaan, lusten doet hij ze niet. In het veld plukt hij van te voren groen als salade (de muis als haute cuisine, geserveerd op een bedje van gras). Als dessert serveer ik hem een koekje. Ter afsluiting én voor de zekerheid neemt hij sloten water. Mocht de muis de gruwelen abusievelijk hebben overleefd, dan verdrinkt hij alsnog in de hondenmaag.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zondag 24 april 2022

SPIEGEL

sparrenbos, ree,spiegel,

Verdwaalde druppels rollen van sparrentakken. De hevige hoosbui van vannacht zorgt voor een groeispurt onder het groen. De vogels kwinkeleren. Door het massaal neergedaalde stuifmeel zien waterplassen eruit als limoenkleurige psychedelische kunstwerken. Door de hoge luchtvochtigheid telgangt Skip achter me aan. Dan … buitensporig gesnuffel op de grond. Aan de overkant van de bosweg zie ik nog net de spiegel van een ree tussen het gebladerte verdwijnen. Skip wordt helemaal wild. Ik reageer direct en roep: ‘Kijk hier!’ Tegelijkertijd keil ik een borrelnootje dat ik voor de afleidingsmanoeuvre het ultieme go hunt, altijd paraat heb. Onvoorstelbaar, de smakelijke en vaak herhaalde oefening van achter een rollend bolvormig koekje aanrennen, werpt zijn vruchten af: voor het eerst ben IK leuker dan een dier in het wild!

uit de bundel Bezige Bu (2015)

COPYCAT

 copycat, kluifje,

Voor april brandt de zon al behoorlijk. Een pril konijnenkind haalt Skip van achteren in. Het rent het bultvormige landschap omhoog en verschuilt zich achter de omheining onder de groene zoden. Onmiddellijk wordt Skip door konijnenkoorts bevangen. Stevig draad houdt hem tegen. Verdraaid! Skip draait zijn clichématig riedeltje af wat NOOIT werkt: Hé hoi, konijn. What's up? Het konijn dat veilig achter de tralies zit, houdt zich redelijkerwijs koest. Skip probeert zich door de omheining te wurmen. Na één tevergeefse poging houdt hij het voor gezien. Veel te warm om je in te spannen. Hij draait zijn kop in mijn richting en kijkt dwars door me heen. 

Het is alsof hij prakkiseert. De bedachte oplossing heeft hij afgekeken van vriend en vijand: kat. Want: waarom je eigen zo druk maken als de afwachtende poezenmanier evengoed resultaat genereert. De copycat neemt een laconieke pose in voor het gat waar het konijn buitenbeeld verdween. Bij vermeende beweging zwiept de van voorpret opgekrulde staart begerig: hup, voor de draad ermee. Hij heeft alle tijd van de wereld: ooit zal de babybunny zijn schuilplaats moeten verlaten. Mij rest niets anders dan naast hem plaats te nemen en wachten, wat ik met zo'n weertje overigens graag doe.

copycat, poezenmanieren,

uit de bundel Bezige Bu (2015)

JUNGLE FEVER

 the african queen, krokotenen, krokodil, tarzan koning van de jungle

Het is klam en warm op deze eerste Koningsdag. Skip bedenkt onderweg zijn eigen avonturen, onze wandeling wordt een expeditie. De regenrivier staat hoger dan normaal, waardoor de meeste wilgen omzoomd zijn door water. Een antiek bootje (zoals in The African Queen) tuft dicht aan ons voorbij. Skip komt meteen in de sfeer en waadt omzichtig in het lage modderige water en moet af en toe om een struik heen (schijn)zwemmen. De onder water gelopen oever is een moeras, een drijvende boomstam is een levensgevaarlijke krokodil, treurende wilgentakken stellen lianen voor en blootliggende boomwortels waarover hij struikelt, staan synoniem voor de mangrove. Een langs zwemmende brasem past niet in het plaatje en wordt genegeerd. Hij is meer geïnteresseerd in een zwarte hond die proestend en hoestend aan de overkant zwemt. Om hem beter te kunnen zien, stapt hij verder het water in. Moe van tegen de stroming in duwen, gaat hij zitten. Oeps, een kletsnat achterwerk. Was stoere Tarzan koning van de jungle toch even vergeten dat hij in het water stond!

uit de bundel Bezige Bu (2015)

DUTJES EN DATJES

 geen slapende honden wakker maken

Het is een bewolkte zomerdag; buitengewoon geschikt om wat in de tuin te rommelen. Skip kijkt eerst toe vanuit ‘het enge bos’ - zijn zelf gegraven ‘geheime’ stekkie - maar knijpt al gauw een oogje dicht. Na de noeste arbeid, ben ik een beetje daas. Ik rust even uit in de serre die langs ons pijpenlahuis is gebouwd. Wanneer ik zonder Skip de deur uitga, heb ik afmeldplicht. Omdat ik thuis blijf, rapporteer ik dat niet bij de slapende Skip - want slapende honden moet je niet … juist ja. 

Na een poosje pendelt Skip de lange hal op en neer, gaat weer terug naar af, kamt de tuin uit, dribbelt weer de gang in, neemt de trap naar boven, doorzoekt de slaapkamer, dendert weer naar benee, wacht in de gang waar ik hem kan zien en hij mij. Dus niet. Hij zucht diep en kijkt, ik wil niet zeggen ontredderd, maar op zijn minst vertoont zijn gelaat een geringe verontrusting: Waar is iedereen? Heb ik zitten slapen of zo? Skip heeft dus helemaal niet meegekregen dat ik verhuisd ben! Hilarisch. Onze onverschrokken en onafhankelijke hond is me kwijt en naar me op zoek. Dat we dat nog mogen beleven. 

Hij doet een soort van reconstructie: gaat weer terug naar af, zoekt op de begane grond op de plekken waar ik het vaakst ben: mijn bureau, het kantoor, de keuken! Voor de derde keer belandt hij op het kruispunt in de hal. Net als ik hem uit het ongewisse wil verlossen, ziet hij me ineens zitten. En oh, wat kan een hond toch uitbundig blij zijn als hij zijn baasje heeft gemist.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

RATJETOE

 ratten in de beek

De attractie van dit moment is dat wat ik gemakshalve de rattensloot ben gaan noemen. Skip is al twee dagen van de ratten besnuffeld. Halverwege de wei neemt hij een grote voorsprong en sprint naar het houten toegangspoortje van het volgende weiland. Mij in verwondering achterlatend: waar koerst hij naar toe? Skip wacht niet zoals gewoonlijk totdat ik er ben. Hij rent roekeloos dwars door het prikkeldraad, spurt zonder het te merken het rooster van het stalen bruggetje over en hangt al in de sloot voordat ik gearriveerd ben.

Hij meent nauwkeurig te weten waar ze zitten. Of toch niet. Hij vorst de smalle modderige oever na, klautert omhoog tegen het talud, daalt weer af, klimt weer omhoog, joept over afgezaagde stammen, omzeilt het smeedijzeren hek op de betonnen waterloop naar de overzijde en holt de hele kronkelige waterweg weer helemaal terug. Hij exploort gekapseisde populieren en laaghangende wilgen. Aldoor steekt hij kort stilstaand zijn neus in de lucht om die intrigerende geur te vangen. Ik laat hem zonder mijn bemoeienis alles onderzoeken. Na drie kwartier besluit hij dat het genoeg is. Hij zwemt mijn kant op. Op het menu vandaag geen ratje toe!

ratten

uit de bundel Bezige Bu (2015)

vrijdag 22 april 2022

PEEPSHOW

 pluche

Tijdens een peepshow of piepshow demonstreert Skip dat een pluchen dier piept als erin wordt gehapt. Ongewenst entertainment voor baasjes: honden kunnen tot vervelens toe blijven proberen om het dier het zwijgen op te leggen. Want dat is het eigenlijk. Baasjes denken de hond een plezier te doen met een fake fur, voor de hond met killer instinct is het tijdverdrijf een kwelling. In de natuur zou de hond zijn prooi met één ferme beet naar de eeuwige jachtvelden verhelpen. De nepperd daarentegen blijft piepen. Ten einde raad halen onbegrepen of slimme onderzoekende honden de piep eruit: een missie is pas geslaagd als er doodse stilte heerst.

Skip is dol op zijn pluchen bosdierencollectie. Hij kent het onderscheid tussen echt en namaak. Hij ontwijkt de piep kundig en sleurt zijn buit mee naar de mand: mijn! Soms is hij de aanwezigheid van het gezelschapsdier dat huidna ligt, vergeten. Tijdens het verliggen drukt hij er soms per ongeluk op. Hij schrikt hij zich of helemaal wezenloos of hapt in een reflex; de reactie is naar gelang zijn droom, is mijn vermoeden. Haha.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

BERMUDADRIEHOEK

 van de aardbodem verdwenen

ATB’ers op de dijk snijden ons onbeschoft de pas af op deze winderige zondagmorgen. Ze nemen bruut voorrang op het verharde pad in plaats van uit te wijken in het mulle zand erlangs, waarvoor deze lompe fiets onder andere bedoeld is. Het schijnt dat meer wandelaars geterroriseerd worden door deze onsportieve alleen-op-zondag-op-de-pedalen-klimmers. Geef mij maar een attente colonne gladgeschoren wielrenners. Skip voelt zich gestalkt. Hij blijft staan, totdat alle all terrain bikers voorbij zijn. Aansluitend wordt de achterhoede door typisch drijfgedrag naar mij opgebracht.

van de aardbodem verdwenen

Gangbaar is dat we tijdens zulke drukte verkassen naar het stukje omheind niemandsland dat ingesloten ligt tussen het talud en de parkeerplaats. Vanwege de driehoekige vorm, en de dichte begroeiing waardoor de hond die zich daarin begeeft voor even van de aardbodem verdwenen lijkt, noem ik het de Bermudadriehoek. Waarom de driehoek überhaupt is afgerasterd, is een raadsel.

Zomaar is de draad verdwenen. De voor- en achterkant en aan de punt. Alles op mysterieuze wijze weg. Waarom weet niemand. Onze veilige haven waarin de honden verstoppertje konden spelen, is onbruikbaar geworden. Skip baant zich een weg door de frisgroene struiken. Hij had gauw door dat er ineens extra in- en uitgangen zijn.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

SLUIER

 bloesem

Zondag zou dan eindelijk de opening van het nieuwe seizoen beginnen. Er was ons zon en minimaal 20° beloofd. Promises promises. Onder een dikke sluierlaag begeleidt de harmonie de stoet communicantjes naar de kerk met een klassiek blijhartig stuk. Er staat een stevige wind en de maagdelijke witte sluiertjes en flaphoedjes van de minibruidjes moeten met kleine-dametjeshandjes worden vastgehouden. Een confettiregen van roze kersenbloesem zorgt toch nog voor een feestelijk tintje.

Skip en ik slenteren naar beneden. Langs de rivier is het onverwacht drukkend warm. De zon krijgt weinig kans om door de onoplosbare flauwe waas te breken. Veel mooiweertypes die al van plan waren om de dag te plukken, zijn toch op pad gegaan. Hun sjaal en jas hebben ze over de arm geslagen. Skip die zijn dikke winterpels pas meestal in juni uitdoet, puft en hijgt en stapt steeds het koude water in om af te koelen. Later in de middag ontstaan er brede velden schaapjeswolken die neerslag en onweer voorspellen. Voordat we op bedevaart gaan - Skip bezoekt als een ware pelgrim geregeld een zelf gevonden heiligdom - steek ik uit voorzorg een wegwerpponcho in mijn zak. Want: als schaapjeswolken aan de hemel staan, moet je niet zonder plu van huis gaan.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

WILDE WOEF

 

Geen vervoer. Noodgedwongen wandelen we in het naburig park op een ongelukkig tijdstip. Er is veel verkeer. Skip mag niet los: te gevaarlijk. Een bende uitgelaten Labradors komt op hem af. Normaal speelt hij ermee. Nu voelt hij zich in het nauw gedreven, begrensd door de lijn. Zou ik hem aflijnen, dan rent hij in een onbewaakt ogenblik geheid de straat op. Skip trekt aan de mouw van mijn leren jas. Net zoals kinderen doen als ze de aandacht van een van hun ouders willen. Ik begrijp zijn hulpvraag, maar kan hem zo een-twee-drie niet helpen. We lopen snel door. De hondenvriendjes gaan mee, wat niet de bedoeling was. Skip trekt nogmaals aan mijn mouw, nu harder. Het is dezelfde manier waarop hij dwingend vraagt om kiezelsteentjes voor hem te gooien. ‘Ik snap wat je bedoelt, daarom probeer ik afstand te creëren’, laat ik merken. Samen zetten we het op een lopen, in de hoop dat de labjes terugkeren naar hun wachtende baasjes. Dat lukt. Als wilde woef gekalmeerd is, zie ik dat er een stukje mouw mist. Geen fashion statement. De jas is het resultaat van een iets te drastisch genomen toevlucht door de hond: in godsnaam doe iets!

scheur mouw
eigen-schuld-scheur: vrouwtje had beter moeten luisteren

uit de bundel Bezige Bu (2015)

ACHTERWERK IN DE KAST

 gezichtsexpressie

We zijn Skip ‘kwijt’. We spreken van de korte tijd dat Skip in de voorraadkast zat en wij onwetend van dat feit waren. Hoe kon het ook met alle vouwdeuren dicht, behalve die ene die op een schier onzichtbare kier stond. Tijdens het klunzig hervullen van Skips koekjestrommel die ochtend, was een deel van de inhoud op de vloer terecht gekomen. In de overtuiging dat ik alles had opgeraapt, sloot ik het deksel en zette de trommel weer op zijn vaste plek op het schap. Volgens Skip de beterweter, was er een koekje achtergebleven. Het kan een trucje van hem zijn geweest, want normaliter zou hij zich muisstil houden als hij zoiets doet. Ik ging op het gestommel af en vond Skips achterwerk in de kast. Skip volhardde in zijn zoektocht naar het achtergebleven koekje dat er móest liggen. Mijn ongeloof of aangedragen argument dat het koekje dan waarschijnlijk door het muizenholletje in de plint was geglipt, sprak ik tegen dovemansoren. Om Skip uit de kast te laten komen, legde ik achter zijn rug om een koekje neer. De onvergetelijke gezichtsexpressie toen hij het koekje vond, zei genoeg: bij ons kun je van de vloer eten … als je het geraffineerd aanlegt.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

donderdag 21 april 2022

KIEN

 hondenkoekjes

Skip brengt trouw de post en reclame die door de brievenbus wordt geschoven. In ruil daarvoor heeft hij recht op een lekkertje. Daarvoor moest ik steeds opstaan en naar de keuken lopen. Tot ik een eureka-moment had: een voorraadje ruilkoekjes op mijn bureau aanleggen zodat ik altijd voorbereid ben. Op mijn bureau prijkt nu een luchtdicht afgesloten pot met voertjes. 

Na enkele malen is bij de kiene Skip het besef doorgedrongen dat het lekkers er ALTIJD ligt. Sindsdien loopt hij regelmatig met een snuffelende neus langs. Of hij duwt zijn bedelende kop in mijn schoot: jij hebt daar toch koekjestrommel staan … Hint hint. Ik zeg dan ‘op is op’ en maak tegelijkertijd het ‘op’ handgebaar. 

MSkip is dubbel kien en brengt spontaan draagbare voorwerpen uit alle vertrekken om te ruilen. Slechts één keer in zijn smekende blik trappen was voldoende om bedolven te worden onder een verzameling speelgoed en andere huishoudelijke artikelen. Je begrijpt: de koekjespot is leeg.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

IN EEN GROEN GROEN KNOLLENLAND

 noorse buhund

Skip leeft zich uit in een groen, groen, groen, groen knollen-knollenland. Het is aannemelijk dat u onwetend bent van het feit dat een loslopende Noorse Buhund zich bij voorkeur 30-50 meter parallel aan zijn baas beweegt. Nu bent u op de hoogte. Telkens wanneer wij een afslag nemen, fluit ik om aan te duiden dat wij van richting veranderen. Skip registreert het, maar geeft geen gehoor. De autonome hond blikt zelf rond wanneer hij dit nodig acht. Reageert Skip wél op de fluittoon door om zich heen te kijken waar die vertrouwde toon vandaan komt, dan rent hij als reactie hierop verdwaasd naar andere mensen die het dichtst in zijn buurt staan of die zich op de plek bevinden waar hij ons voor het laatst heeft gespot. Op een afstand van enkele meters begrijpt hij pas dat wij het niet zijn. Ziet hij ons wel staan dan spreekt zijn verraste gezicht boekdelen: nah, wat leuk. Jullie ook hier?! Alsof we niet samen de natuur zijn ingetrokken. Na dat oogcontact grasduint Skip vrolijk verder in de verkeerde richting, althans dat is onze uitleg.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

GALLOWEI

 

galloways

We bevinden ons in een langgerekt weiland waar Galloway-runderen grazen: de gallowei. Omdat er drie petemoeien en een stier zijn weggehaald, bestaat de kudde nu uit vier kalfjes, hun moeders plus paps. Als een kudde wiegende olifanten trekken ze door het smalle gebied, naarstig op zoek naar schaars voedsel. Skip peurt in de grond, waardoor ik het openluchtspektakel aandachtig kan volgen. Een van de moeders maakt zich los uit de groep en loopt evenwijdig langs de draad mee. Haar kalfje verkeert in dubio: in de groep blijven of naar mams. Het dartele ding draaft bokkensprongen makend heen en weer. Een koddig gezicht.

Aan de overkant van de rivier hobbelt de jeep van het Limburgs Landschap de gepachte landerijen binnen. Het zwarte vee komt massaal en onder luid gejoel aangerend. Ze herkennen zeker het ronkende geluid of het exterieur van de wagen. Ook hier maken de wierige meelopertjes dwaze hoekige luchtsprongetjes, om spontaan vrolijk van te worden. Uiteraard heb je er hier net zo goed sukkeltjes bij. Als al het rundvee in de kraal staat - waar ze onderzocht, bijgevoederd, of ontwormd of worden? - komt nog een moeder met kind op een sukkeldrafje aan. De voorstelling is voorbij als de beheerder de kraal inloopt. Moedig, of zijn de Galloways minder gevaarlijk als de waarschuwingsbordjes bij de toegangen ons toevertrouwen?

Skip wil onderhand met graven stoppen, maar mag niet opgeven van zichzelf. Aan zijn mimiek zie ik dat hij door mij gered wil worden. ‘Kom we gaan’, zeg ik beslist in plaats van te vragen ‘Gaat-ie mee?’ Opgelucht huppelt hij achter me aan. Net als een …

uit de bundel Bezige Bu (2015)

VLEERMUIS

 

Het licht in de slaapkamer was gedoofd. Weer hoorde ik het vederlichte vlinderen dat ik de avond ervoor al had gehoord. Ik had er geen aandacht aan geschonken omdat ik het geluid niet kon thuisbrengen. Voordat we in slaap vielen, werden we verrast door een cirkelend onbekend vliegend object boven onze hoofden. W. scheen met de zaklamp omhoog. In het schemerdonker konden we niet uitvogelen wat het was. We floepten het licht aan. Het bleek een verdwaalde vleermuis. Bij nadere beschouwing een Pipistrellus pipistrellus. Skip bleef zeldzaam rustig, zijn ogen hield hij toe.

Zo gauw het licht doofde, maakte het dwergvampiertje wijde rondjes op verschillende hoogtes door de slaapkamer. Het moest ergens uit de spouwmuur tevoorschijn zijn gekomen, want het raam had de ganse winter potdicht gezeten. In welke krochten had het zich opgehouden?

W. haalde de hor uit de sponning zodat het gedesoriënteerde diertje naar buiten kon vliegen. Voor de zekerheid wekte ik Skip en verhuisde met hem achter de slaapkamerdeur. Niet zozeer voor een beet die hondsdolheid kan overdragen (slechts 20% is besmet), als wel het geopende raam waardoor de acrobatieke Skip zomaar naar buiten kon tuimelen.

W. wapperde met zijn trui als ware hij een begenadigd matador. Op die manier probeerde hij het vleermuisje richting het geopende raam te dirigeren. Skip vond het gedoe oninteressant en hing met slaperige ogen tegen het glas van de deur. Vliegende muizen schaart hij onder voor hem slaapverwekkend veerwild, dus waarom hadden we hem gewekt? Het kwetsbare lichtgewichtje bleek geen licht. W. moest het na vele tevergeefse reddingspogingen vangen. De klap kwam te hard aan. De strenge winter had het vleermuisje overleefd, helaas had het de uitgang niet gevonden.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

dinsdag 19 april 2022

TREFPUNT

 luchtreizigers

Het is vroeg in de middag als we op de hondenhei een frisse neus halen. Het is mild voor de tijd van het jaar, de jas kan los. De massale vogeltrek vanuit warme oorden naar het thuisland is met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid begonnen. Strakke V-formaties raken danig in de war als kakelende luchtreizigers elkaar enthousiast begroeten. We bedenken wat ze zo al aan elkaar vragen: waar bij jij geweest, hoe was het daar, heb je die of die gezien, en vlieg je met ons mee westwaarts of sla je rechts af? 

Terwijl onze ogen naar boven zijn gericht, ontstaat er op de grond een brisante situatie. Skip is in alle staten. Tussen de dichte begroeiing is iets loos. Opgewonden zien we Skip een aantal keren terugdeinzen. Wanneer we klokkende geluiden horen, spoeden we ons naar de plek waar het allemaal schijnt te gebeuren. Het stinkt er vreselijk. Geen wonder dat Skip erheen gelokt werd. Tot onze verbazing doorboren ons twee priemende kraaloogjes. Ze zijn afkomstig van een boommarter. Door zijn grootte (formaat flinke kat) en doordat hij kalm blijft, dwingt hij respect af bij Skip die uit eigen beweging op een veilige afstand blijft. 

Heeft Skip de boommarter per ongeluk in zijn middagdutje gestoord of is het beestje ziek? Het kalme donkere mannetje dat op een bedje van mos ligt, maakt weinig aanstalten om zijn heil elders te zoeken. Als we een eerste stap bij hem vandaan doen (Skip vindt het toch maar een saaie slomerik), hobbelt hij doezelig en met de rug naar voren gebogen in golvende bewegingen in traag tempo gewoon vlak langs ons heen naar de eerstvolgende kale bessenstruik in de buurt. 

marter
Marter langs de Maas

uit de bundel Bezige Bu (2015)

LOKMIDDEL

 worst

Tijdens het graven of jagen is de gehoorzaamheidsfactor van Skip nul komma nul. Bij het graven bevinden zijn oren zich onder het aardoppervlak. Een uitstekend excuus om bovengronds niets te hoeven horen. Op geroep tijdens de jacht krijgen we geërgerde repliek: een kort verstoord kop opheffen, omdat wij zijn plannen dwarsbomen. Op eigenwijze speurt hij verder.

Deze wandeling konden we hem iets aanlokkelijks in het vooruitzicht stellen: W. hield hem een smakelijke worst voor. Worst die hij gisteren als doggybag had meegenomen na een lang lopend buffet. De verwachtingen waren hoog gespannen. W. hield de worst regelmatig met het knisperende plastic zakje omhoog. Begeleid door jammie-jammie geluiden en vergezeld van het wuivende lekkere handgebaar langs de oren moest dat de benodigde respons opleveren. Pas nadat Skip overtuigd was dat er geen konijn op het menu kwam, meldde hij zich likkebaardend: mmm, lekker worst. 

uit de bundel Bezige Bu (2015)

ZOEK!

 borrelnootje

We laten een smerig drollenveldje links liggen. Het is een mijnenveld waar je goed uit je doppen moet kijken waar je loopt, omdat het gemeentekarretje er weer aan voorbij gereden is. We laten de stedelijke beschaving voor wat het is en betreden de rustieke natuur. Op een holle weg aan weerszijden afgeschermd door Helianthus tuberosus (aardpeer), spelen we Skips favoriete spelletje go-hunt. Ik probeer zoals gewoonlijk binnen de baan te kegelen. Het lukt zowaar. Gewoonlijk stuiteren de koekjes als op hol geslagen bowlingballen op goed geluk het groen of de goot in. Skip zoekt daarom lukraak in de berm. Hij zal er niets vinden: het koekje wacht midden op het pad. Ik wijs het aan. Skip gaat er vol bovenop staan. Zijn neus blijft de grond afspeuren. Waar is het dan? Had hij het verkeerd begrepen en was er geen koekje gegooid? - ik gooi ook met kluitjes, polletjes of witte kiezeltjes maar laat dan de woorden go-hunt achterwege. Doorgaans weet hij het verschil. Skip wankelt voorwaarts. Ik krijg de aanvechting om er wat van te zeggen, maar houd me in als ik hem zie schuddebuiken. Hij blijft staan omdat hij het koekje gevonden heeft dat ik tussen zijn voetzooltjes (ik noem ze deppers) te voorschijn mag toveren.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 18 april 2022

PER SE

Perzisch tapijt

Wij hebben nergens vaste vloerbedekking liggen. Zelfs geen kleden die het gladde parket gedeeltelijk bedekken. Met huisdieren is dat niet aanbevelenswaardig, is mijn mening. Een van de attracties bij opa zijn daarom de wollen Perzische tapijten waar Skip graag op rust. Maar niet voordat hij er eerst een nestje op gekrabd heeft. Dat wil opa per se niet hebben omdat zijn vroegere hond een kale plek op het karpet schrabde. Voordat Skip voortvarend te werk kan gaan, stipt opa fijntjes aan: ‘Uh!’ Skips net opgeheven voorpootje gaat schielijk omlaag. Hij vindt opa een spelbreker. Hij verdwijnt achter de fauteuil. Hij calculeert in dat opa hem daar niet kan zien. Zachtjes schraapt hij om en om met zijn voorpootjes op het kleed. Zijn kopje glurend om de hoek. Opa heeft niets in de gaten. Skip raffelt zijn patroon van ronddraaien en schrapen stilletjes af en valt met een plof op … een andere plek neer. Een tevreden kopje op het zachte kleed: dat heeft hij toch maar mooi klaargespeeld.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

GEEN GEZEIK

geitenplas

De helaas jong gecastreerde Skip urineert zoals het een man betaamt: staand met een achterpoot opgeheven. Je hebt van die bedrijvige reutjes die geen boom of lantaarnpaal kunnen zien af ze moeten er een privaat berichtje achterlaten. Skip is geen overdreven plasser. Aan het begin van de wandeling plast hij twee of drie keer en dat is dat. Heeft hij thuis hoge nood – bijvoorbeeld omdat hij tijdens het uitlaten uit poelen heeft gedronken of tijdens het zwemmen veel water heeft binnengekregen – dan wil hij dat het liefst buiten zijn territorium lozen en niet in onze tuin. Ik wijs hem erop dat we niet aan het wandelen kunnen blijven. Als het echt niet anders kan, wil hij daar wel wateren. Dat moet dan wel ongezien. Dus: niet als een stoere bink met een opgeheven pootje, maar als een stiekeme geit met de achterpoten gestrekt klateren. Ondanks dat het mag van de baas, wil hij geen gezeik!

manieren om te plassen
geitenplas

uit de bundel Bezige Bu (2015)

DEKSELS!

 frisbee, freestyler, taco

Zolang het nog fris is, frisbeeën we. Deze tak van hondensport is voor de speler intensief en voor de kijker spectaculair. Tijdens het vangen maakt freestyler Skip adembenemende draai- en springbewegingen. Zijn favoriete schijf is een slap nylon geval. Waar hij veel succes mee oogst is het oprapen van de flexibele frisbee. Met zo’n dubbelgevouwen taco met groenvoer tussen zijn kaken, heeft hij de lachers op zijn hand. Bovendien heeft hij een handige manier uitgevonden om de disc te vervoeren: na afloop van elke game hangt hij de rand over een of beide hoektanden. Een origineel gezicht om de frisbee zo te zien bungelen.

freestyle

Skip haalt dus alles uit de kast om zijn publiek te vermaken. Deze sessie vliegt hij alle kanten op en maakt de mooiste salto’s. Dan zwiep ik de frisbee richting een, wat ik aanneem, glooiend heuveltje is. Skip scheert in blind vertrouwen achter de frisbee aan het hellinkje op. Plots stort hij naar beneden. We houden ons hart vast en wachten. Geen Skip. Als we eindelijk om de hoek durven kijken, zien we een ietwat beduusde Skip op vier poten. De helling blijkt een oud bouwsel dat aan de achterzijde gestut is en loodrecht stopt. Mijn blunder loopt met een sisser af, oef. Sterker nog, op de terugweg rent Skip zelf het plateau van het te hoge heuveltje op om er opnieuw af te buitelen. Is dat zijn manier om mij gerust te stellen dat er niets aan de hond is? Een wijze les: altijd vooraf onbekend terrein verkennen!

frolic,

uit de bundel Bezige Bu (2015)

BIFI

In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...