De bekende Noorse Buhund Skip vormde de inspiratiebron voor maar liefst 9 boeken (en ontelbare publicaties in o.a. Hondenmanieren en Hondenleven) waarin Cela den Biesen verhaalt over haar heartdog en later ook zijn hartsvriendinnen. In het kader van 10 jaar Kluifjes blog (en omdat alle boeken zijn uitverkocht) zal het prachtig proza hier verschijnen.
dinsdag 31 mei 2022
MANNEN
WINTERJAS
De zachte winter is krap drie weken bezig
of iedereen wil al vrieskou. Geef mij maar het lentegevoel en gematigde
temperaturen. We kunnen nog lang genoeg geteisterd worden door factoren als
sneeuw en ijzel. Het is pas begin januari, mensen! M. hoorde een imker op de
radio verkondigen dat zijn bijen - die normaal in november al hun
kast ingaan - nog vrolijk rondzoemen. Volgens hem is dat een terechte
indicatie voor een zachte winter. Ik zuig de boodschap in me op: dat soort
nieuwtjes bereiken graag mijn oortjes. Bovendien hebben we voor het eerst dit
jaar winterbanden op de auto laten leggen in de hoop dat het net als met de
tevergeefs mee gezeulde paraplu gaat: als je ‘m bij je hebt, regent het nooit.
Nog zo’n verheugend voorteken. De loze
ruimte tussen de slaapkamer- en buitenmuur herbergt al een tijdje nachtactieve
vleermuisjes. We horen ze in de spouw zich zuchtjes wind toe wuiven. Wanneer ze
het echt benauwd krijgen, verlaten ze hun schuilplaats. In het buitendonker
zien we ze uitvliegen en hun zomerse rondjes in de binnentuin draaien.
Om terug te komen op de aangename
warmtegraden. Noorse Buhund Skip heeft het er met zijn veel te dikke duffelse
jas wel moeilijk mee. Tijdens het rennen, breekt het zweet hem uit, ik voel het
aan zijn stomende lijf. Voor het eerst in negen jaar verlaat zijn onderwol hem
in dit jaargetijde. Als ik hem tijdens de wandeling even aan moet lijnen, trek
ik, omdat hij bokkend blijft staan, de halsband over zijn kop. Het is niet van
magerigheid dat de halsband plots te groot is, door de verloren vacht is zijn
volume afgenomen.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
maandag 30 mei 2022
ONVERWACHT TEGENSTRIJDIG
De onweersbui splijt in tweeën boven ons hoofd en drijft links en rechts van ons weg. Is het de rivier die de stad verdeeld of hebben we het aan stadsdeel Arcen, tot voor kort de warmste plek van Nederland, te danken? Het is zacht en we wachten op het bankje bij de uitgang op Skip. We gunnen hem de verlenging. We zwammen met voorbijgangers. Zoals met de aardige baasjes van Billy de abricot doodle. Als ze uitverteld zijn over hun hond, willen ze Skip graag gezien. Die blijft halsstarrig graven achter een struik. Sorry, hij komt pas als jullie doorlopen. Soms is hij een beetje verlegen. Hij hoort dat we het over hem hebben en komt toch buurten.
Het stel loopt door als een man met
de zevenjarige Lou, een wollige borderliner op het toneel verschijnt. We
blijken hem nog te kennen van toen hij een pup was en wij net Skip hadden. Leuk
om te horen en zien dat het puik met hem gaat. Lou is vanmorgen uit het
hondenpension gehaald en mag heerlijk uitrennen. Skip die al spijt had dat hij
gekomen was, veert op als de eigenaar vertelt dat Lou andere honden het
liefst ontwijkt. ‘Hij heeft niets met andere honden’, laat hij weten. Skip
spitst de oren: da’s mooi, ik ook, zie ik hem peinzen. Vanzelfsprekend loopt
Lou nu wel op Skip af. Ze snuffelen rustig aan elkaar en gaan ieders weegs.
‘Dat zijn de uitwassen van het pension’, beredeneert de baas, ‘daar móest hij
natuurlijk sociaal doen met de aanwezige honden. Wedden dat hij dat zo weer
verleerd is. De volgende keer lopen ze straal langs elkaar af en heeft hij weer
alleen aandacht voor zijn balletje!’
uit de bundel Bezige Bu (2015)
DECIBELLEN
Opgeschoten jochies, de
zakken goed gevuld, zwalken de hele dag op straat. Zij hebben de tijd van hun
leven: knal, boem, pats. Dieren slaan massaal op de vlucht: katten verschuilen
zich in kelders, menige hond durft niet naar buiten en wacht bibberend op
rustigere tijden, ganzen verzamelen zich in de lucht en gakken verwilderd. Bij
elke knal verandert de kolkende zwerm opgeschrikt van richting.
Skip trekt zich er niets
van aan. Zelfs tijdens de laatste avondwandeling van het voorbije jaar deren de
aan wierook denkende stank en de decibellen die buiten alle proporties zijn hem
niet. Thuis gooit hij zich op zijn rug op bed. Een voorpoot steekt in de lucht,
de ander even vertwijfeld in zijn bek. Want is het nou spel of oorlog? En hoe
lang gaat dit ‘feest’ nog duren? Moet hij er iets van vinden? Wordt er van hem
actie verwacht of juist niet? Overmand door zoveel verwarrende vragen valt hij
in slaap. Als hij ontwaakt is het nieuwe jaar in volledige stilte wakker gekust
door een stralende zon. Een goed begin.
OUD EN TOCH NIEUW
Halverwege
december. Ik ontwaak door een pompend koolmeesje. Het is net opgehouden met
regenen. Buiten lonkt een blakende dag. Als ik de wagen met de sleutel op slot knip,
stiefelt Skip al richting een kale akker dat een hortje ten zuiden van het
natuurgebied ligt. Oké, change of plan,
dan nemen we niet de slingerweg die verzandt in het bospad. Een goedgemutste
Skip loopt naast me. Ik zink bij elke stap weg in de mulle zwarte grond.
Ondoenlijk. We klimmen over het talud, springen slootje, steken de weg over,
temmen struiken, nemen het paardenpad en komen halverwege in het bos uit. Op
zonnige plekken treffen we wolken dansende muggen. Avontuurlijk als we zijn
waden we tussen dorre graspollen, halsstarrig onkruid en buigen we voor kale
berken en lariksen. Voor Skip lijkt alles nieuw. Pas als we op het pad naar het
eindpoortje lopen, ontdekt hij dat we de hele tijd op bekend terrein waren.
Omdat we omgekeerde het gebied hadden betreden, was hem de context compleet
ontgaan.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
zondag 29 mei 2022
NATTIGHEID
Vannacht is
er voor een maand bij elkaar geregend. De paden in het hondenbos staan blank.
Golden Retriever Kimmie met vochtige lokken houdt het liggen in plassen
vanmorgen voor gezien. Volgens haar baas grijpt ze gewoonlijk iedere poel aan,
maar met deze zeeën van water is er geen beginnen aan. Skip en ik volgen droge
konijnenpaadjes gelegen tussen heuveltjes. Stabij Noppes
vlucht als een kip zonder kop alle kanten op bij het horen van donderslagen
door vuurwerk. Ze is panisch voor geknal. Het is deze decembermaand schering en
inslag: rotjes voldoen niet meer, het moet hard, harder, hardst. Bommen en
granaten, alsof er oorlog heerst. De schotvaste Skip en het vrolijke Tollertje
Wiske kunnen de Stabij niet op andere gedachten kan brengen.
We lopen
getweeën door waar de hond en ik genieten van de weidsheid en de welhaast
lenteachtige temperatuur. Diep in het bos duikt plotseling een man voor onze
neus op. Hij vraagt: ‘Bent u niet bang, zo allenig in de natuur waar niemand u
ziet en hoort?’ Eh nee, maar nou ú het zo stelt …
uit de bundel Bezige Bu (2015)
zaterdag 28 mei 2022
ROERGANGERS
Wereldvoedseldag.
Gisteren werd het jachtseizoen (op hazen) geopend. Skips verwachtingen zijn
hooggespannen als we in de auto stappen. Op de afgeladen Roermondse
parkeerplaats is alles van beton. Roering in het centrum waar we onze bestelde
potten verf gaan ophalen. In de binnenstad ruikt Skip van alles. Hij schuimt de
kraampjes op de markt af, bekijkt de concurrentie bij de kaasboer en besluit
voorbij te lopen, likkebaardt bij een hotdogkarretje in het Outletcenter, deelt
een broodje beenham met de baas (hij een beetje meer dan jij) op het terras
waar een bleek zonnetje schijnt. Skips conclusie is helder: voedselgebrek is
een groot probleem vooral als je vindt dat je baas je schaars bedeeld.
De jacht op
hazen zit er ook al niet in. Wel verdomd veel paaltjes en afvalbakken binnen
ieders handbereik (de straten zijn opmerkelijk schoon!) om te vlaggen, een hond
zou er kramp van in zijn achterpoten krijgen, maar de weg terugvinden naar de
auto wordt zo een eitje. Veel Buitenlandse honden om kort kennis mee te maken: Knutschen noemen de Duitsers dat. En
kleutertjes die op deze vakantiedag voor het eerst een echte wolf zien: ze
willen hem aaien, of wenend bij pappa op de arm, want Roodkapje was toch ook
bijna opgegeten! In het laatste straatje verwacht Skip bij de dierenzaak op de
hoek nog te kunnen scoren. Pal naast de openstaande winkeldeur staan
opgestapelde hokken met konijnen erin. Op mijn vraag ‘Zullen we er eentje voor
je kopen?’ knikt Skip verlekkerd. Gebbetje natuurlijk. ‘Morgen in het bos mag
je weer hazenloopjes volgen. Daarom lopen we nu over het trottoir, dan kun je
alvast je nagels scherp slijpen.’ Weer een grapje.
PARDON
De dag erop gaan we even bij de paarden langs. Ze komen meteen aangehuppeld als ze ons zien. Skip maakt geen aanstalten om de wei in te gaan en blijft zoals het hoort achter de draad. Gedrieën vragen de merries of Skip die enige stunt van gisteren wil herhalen: ze hadden zo genoten van het verzetje. Ik grijp in: 'Dat mag niet meer van mij.' Ik snap er niets van, laat Skip ze weten, want de baas zegt dat ik om paarden moet vragen. ‘Niet paarden Skip, maar pardon!’ Ter verduidelijking van ‘pardon’. Skips wortels liggen in het Zeeuwse, waar ‘paarden’ klinkt als ‘pardon’. Verder is er vriend Luuds mopje: Een Brabantse boer komt aan de praat met een Amerikaan. Zegt de boer: ‘ik fuck cows!’ Zegt de Amerikaan: ‘Pardon?’ Zegt de boer: ‘No, cows!’ Wat weer een variant op een internetgrapje is … Een Belgische paardenfokker en een Brit zitten naast elkaar in het vliegtuig. Op een gegeven moment vraagt de Brit wat het beroep van de Belg is. De Belg in perfect steenkolenengels: ‘I fok horses.’ Waarop de Brit antwoordt: ‘Pardon?’ De Belg: ‘Yep, paarden.’
uit de bundel Bezige Bu (2015)
PAARDENDAG
Op een plateau in the
middle of nowhere weiden sinds jaar en dag in weer en wind drie paarden. Het
moet er vreselijk saai voor ze zijn, want elk vertier ontbreekt. Geen
schuilplek, boom of struik, slechts een kaal voormalig voetbalveld. Waar
amuseert een paard zich behalve grazen en meelopen met wandelaars de godganse
dag mee, vraag ik me weleens af.
Skip zorgt voor vermaak.
Honderdduizenden keren liep hij aan de paarden voorbij, wat getuigd van totale
desinteresse. Als mijn aandacht een fractie verslapt, wijkt Skip van het pad af
en bukt hij onder de draad door voor verse vijgen. De edele viervoeters die op
grasmatlengte verwijderd, stonden te dromen, komen nieuwsgierig aan
gegaloppeerd. Ze houden op gepaste afstand halt en kijken toe hoe Skip zich
volstouwt. Miraculeus: waarom zou iemand in hemelsnaam hun kak eten?
Als Skip volzit, heeft hij pas aandacht voor de paarden. Hij blaft één volle blaf om de boel op gang te krijgen. De meest heldhaftige merrie doet een stap naar voren. Skip hoeft slechts twee passen achteruit te zetten om zich in veiligheid te brengen. Skip zou Skip niet zijn als hij koos voor de avontuurlijke variant. Hij gast de wei in. De paarden zetten opgevrolijkt op halve pk’s de achtervolging in. Intussen hebben zich nogal wat wandelaars langs de kant verzameld. Ramptoerisme, want Skip hoeft maar een hengst van een hoef te krijgen en hij is kassiewijlen. Maar de paarden en Skip die weet wat hij doet, vinden dit verzetje veel te leuk. Skip neemt na de sprint de artiestenuitgang en komt via het aanpalende bosperceel euforisch zijn applaus in ontvangst nemen. De paarden geven nog een showtje voor het toegestroomde publiek. Eenmaal thuis zoekt de afgepeigerde Skip meteen het bed op. Veel gehinnik in zijn dromen. Het was me het paardendagje* wel. *Paardendag is een dag van zware en lastige arbeid.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
vrijdag 27 mei 2022
VERRAAD
Het is enigszins slecht weer: nattig doch mild. Ik probeer Skip door
de wijk te loodsen zodat we nog ietwat droog lopen. Skip vertoont een sterke
afwijking naar rechts, waardoor we toch in het open veld belanden. Hij is me
bij de eerste de beste graspol waarin hij een projectje ziet al vergeten, Ik
begroet in de regen enkele buurthonden: Fritsch
der Deutsche Schäferhund, een onbekende getijgerde pit, Beagle Spike, twee
labradors, Tasco de Tatra, en Berner Sennen Jessi.
Skip heeft van dit alles geen weet, zijn kop verblijft al drie
kwartier ondergronds. Om een en ander wat te bespoedigen, stamp ik rondom de
plek waar Skip graaft. Het muizenonderdak schudt op zijn grondvesten en uit een
van de door Skip gegraven sleuven komt een forse beige muis tevoorschijn.
Volstrekt in halfslaap waggelt de woelmuis het natte grasland in. Skip werkt,
onkundig van dat feit, door aan de andere ingang. Ik volg de slaapdronken muis
die een grote bocht neemt en weer zo vlug mogelijk zijn warme nest wil
opzoeken. Ik overrompel de slome muis en omklem ‘m met één hand. Wanneer de
nietsvermoedende Skip vastgeklikt zit, duw ik de muis gauw de gang van zijn
woning in. De blik van Skip was een foto waard. Vangt het vrouwtje een keer een
muis (ik was zelf hogelijk verbaasd) helpt ze hem ontsnappen. Ik noem het een
goede daad, Skip vindt het verraad.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
donderdag 26 mei 2022
WAAROM VERHAART MIJN HOND?
baden helpt loszittende haren te verwijderen
GEEN ZIN OM NAAR HUIS TE GAAN
Duitsland heeft een
vrije dag. Dat betekent, ongeacht wat de weerman voorspelt, droog en doorgaans
zonnig. We profiteren er van. Fijn, want door de Prüse-invasie kunnen wij nooit
met de auto zonder in de file te geraken. Ik ga met Skip naar de weilanden die
te voet bereikbaar zijn. Nadeel is dat hij daar aanhoudend met zijn kop onder
de grond vertoeft om kruispunten te peilen waar mollen langs moeten komen.
Ik sta er voor spek en bonen bij en
amuseer me noodgedwongen met wat voorbij vliegt en wandelt. Ik maak een praatje
met een grijzende man wiens opslagcapaciteit overschreden is. Als ik hem naar
de naam van zijn onstuimige Witte Herder vraag, blijkt de naam uit zijn
gedachten te zijn verbannen. ‘Ik heb een belabberd geheugen, maar dit is me nog
nooit overkomen.’ ‘Roep uw hond maar, dan schiet de naam u vanzelf te binnen’,
opper ik. Het helpt. Ze heet Kitty.
Na een uurtje of twee rond gedabd te
hebben, besluit ik dat het genoeg is. Skip wil niet oversteken bij de wegrand:
er moeten nog meer molshopen onderzocht worden en gangen in kaart worden
gebracht. Een fietser die langskomt, ziet hoe Skip steigert en weigert en hoe
ik hem vriendelijk probeer te overtuigen. ‘Hij heeft helemaal geen zin om naar
huis te gaan’, roept de man. ‘Nooit’, geef ik toe.
woensdag 25 mei 2022
HUMOR OM TE LACHEN
Ik zat nog
laat gebocheld achter het scharrig toetsenbord van mijn pc. Zoals zo vaak lag
Skip op zijn kussen onder het bureau. Het achterste puntje van zijn staart
krulde gezellig om de stoelpoot. Met het naar achteren schuiven van de stoel,
zwiepte de staart als vanzelfsprekend terug in de krul. Sluimerende Skip begon
acuut te hyperventileren. Mijn objectieve constatering was dat de stoelpoot hem
niet schampte. Omdat hij de zaak zo opblies, lachte ik hem vierkant
uit. Oké, ik chargeerde een beetje. Maar feit was dat Skip weer
normaal ademhaalde.
Skip vond
het niet leuk dat ik de spot met hem dreef. Morrend vertrok hij naar zijn mand
in de gang. Die stond zo dat de bureaulamp nog net op zijn snuit scheen. Met
een theatrale zucht hield hij de poten voor zijn gesloten ogen. Om je te
bescheuren. Snikkend van het lachen, proestte ik tegen Skip: ‘Jij bent anders
flink bedreven in het overdrijven.’ Skip was not
amused en draaide zijn rug
naar me toe. Wat bezielde zijn vrouwtje om de zaak zo te ridiculiseren.
Kort daarna
zocht hij de slaapkamer op. Na een kwartiertje volgde ik naar boven. Breeduit
lag hij aan mijn kant van het bed. Zijn kop rustte op mijn hoofdkussen, zijn
lijf zuchtte onder de gloeiende elektrische deken. Ik wilde in bed gaan liggen,
maar hij pretendeerde een diepe snurkslaap. Ik nam genoegen met het streepje
matras dat over was. Skip gluurde tussen zijn wimperhaartjes door. Ik keek naar
hem, gauw sloot hij zijn ogen. ‘Als je op mijn plek mag blijven liggen, is het
dan weer goed tussen ons?’ slijmde ik een beetje. Skip hield de luiken dicht.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
dinsdag 24 mei 2022
MOEDERKOE
Zoals de
weerman voorspelde, verschuilt de zon zich achter matglas. Skip struint de
uiterwaarden af. Een kwiek roodborstje houdt hem voor het lapje door steeds
dezelfde struik in- en uit te vliegen, waardoor Skip in de volle overtuiging is
dat er een onvangbaar konijn (dat zullen we nog weleens zien!) verborgen zit.
Aan de
overkant van de rivier ijsbeert een moederkoe. Telkens staat ze bij
verschillende clubjes Galloways stil om inlichtingen in te winnen over een
kwijtgeraakte kuddegenoot. Ze loeit bijna onophoudelijk. Ze doet dat al de hele
week. Echt zielig. Bij navraag blijkt dat haar kalf oud genoeg was om op eigen
benen te staan. Met andere woorden: de speenperiode is voorbij en het kalf is
bij de moeder weggehaald. Ik haal Skip uit de bosjes. Hij mag dan niet meer zo
snel zijn, maar onder invloed van de huilende moeder voorkom ik deze ene keer
meer dan graag dat Mama konijn, als de zon strakjes ondergaat, tevergeefs op
haar zoon of dochter moet wachten.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
maandag 23 mei 2022
SPROKKELMAAND
Ruiken kan een hond als geen ander. De
hondenneus heeft ongeveer 220 miljoen geurcellen. Ter vergelijk: het reukorgaan
van een mens slechts 10 miljoen. Snuffelen is daarom de meest favoriete hobby
van honden. Iedere hond heeft een eigen geur en daar herkennen ze elkaar aan.
Je hond herkent zijn baas in eerste instantie aan zijn geur. Zelfs als je net
gedoucht hebt of je met parfum gecamoufleerd bent, identificeert zijn neus die
twintig keer gevoeliger is dan die van een mens, jou.
Als een hond eet, geniet hij het meest van
de combinatie geur/smaak. Uithuizig draait Skips zwarte dop overuren. Feilloos
kan hij op een mijl afstand een stukje brood ruiken. Met de koude in aantocht
meent Skip dat hij winterspek moet kweken. Plekken waar hij ooit succesvol was,
zijn een herbezoek waard. Bij aanvang van onze wandeling duikt Skip meteen in
een zak chips die tieners langs de oever hebben achtergelaten. Een handjevol
heeft hij er op, een veelvoud kan ik voorkomen. Na een uurtje of twee zijn we
weer terug bij AF. Ik ben de zoute chips allang vergeten. Skip niet. Die
verdwijnt 50 meter eerder de struiken in en zet achterlangs, dus ongezien,
koers naar de chips. Terwijl ik op het pad sta te wachten, vreet Skip zijn buik
vol. Een bof: het betrof de smaak naturel.
COLLECTANT
Het is niet meer bij te houden welke stichtingen in de vroege
herfst aan de deur komen. Het is onmiskenbaar: de nationale bedelweken zijn
weer begonnen. Jammer dat deze inspannende en omslachtige manier van geld
ophalen nog nodig is. Het weer is de (meestal) oudere collectanten en de jonge
kinderpostzegelverkopertjes dit jaar in elk geval goed gezind. Uit eigen
ervaring weet ik: hoe slechter de weersomstandigheden, hoe guller de gevers.
Skip is geïnspireerd geraakt
door het legertje colporteurs. Je houdt een knots van een plastic beker voor
iemands neus en die persoon doet er vervolgens iets in waar de ontvanger zeer
content mee is. Interessant concept, redeneert Skip. Bescheiden als hij is,
duwde hij geen collectebus onder mijn neus, maar een bekertje dat nog in de
hoek van de kamer lag na een balletje-balletjespel. Was het de bedoeling om
zijn donaties eerlijk af te dragen aan het goede doel, of was het puur uit
eigenbelang?
Op de een of andere manier
werd ik er een beetje plagerig van. Uit volle borst en met een Jordaans accent
verbaster ik het refrein van ‘Oh, kleine jodeljongen’ van Manke Nelis in ‘Oh,
kleine bedeljongen’. Skip, geheel niet onder de indruk van mijn zang, had het
volste vertrouwen dat ik er een koekje in zou doen. Hij had gelijk. *Levenslied
uit 1987
uit de bundel Bezige Bu (2015)
SFINX
uit de bundel Bezige Bu (2015)
zondag 22 mei 2022
NIEUWE BUREN
Opa heeft nieuwe overburen. Tot groot verdriet van Skip is zijn suikertante overgeplaatst naar een verzorgingscentrum. Hij mist de koekjes die ze voor hem in de gang rondstrooide en dat ze hem meetroonde naar de koekjestrommel in haar gezellig keukentje. Een omaatje zoals je je een omaatje voorstelt: klein van stuk, groot van hart, en met een paars permanentje. En vooral: gul met lekkers.
De nieuwe buren hebben hun eigen attractie. Nog voordat ik het tegen de corridormuur had zien hangen, had Skip het al geschoten: een opgezet eekhoorntje uit vervlogen tijden. Het dartele is eruit, maar aan aaibaarheid heeft het niets ingeboet. Het knaagdier met heus certificaat was verstrikt geraakt in het net dat aardbeien uit eigen tuin tegen zoetekauwen moest beschermen. Omdat Skip zo zijn best deed om erbij te kunnen, daalde het eekhoorntje met behulp van opa rap naar beneden. Voordat Skip de buit kon pakken, kwam een spontane niesbui opzetten. Hatsjie. Skip blies het stoffige eekhoorntje schoon. Voor een hernieuwde kennismaking was het te laat. Het eekhoorntje zat weer verheven op zijn tak.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
zaterdag 21 mei 2022
DE MIST INGAAN
Ik word
wakker. Mijn uitzicht is net zo blanco als het witte kunststof kozijn. Weg
balkonreling, weg kerktoren. Dikke dichte mist. In de uiterwaarden lijkt de
tijd bevroren. Het werkt heel vervreemdend, zeker omdat we er moederziel alleen
zijn. We slenteren in de beslotenheid van het allesoverheersende wit. Je kunt
geen ‘hond’ voor ogen zien. Voor de verandering concentreert Skip zich volledig
op mij. De rivier stoomt geluidloos. Op de onzichtbare dijk doorbreekt een
kapotte knalpijp van een brommer de stilte.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
JACHTPARTIJ
Een onverwacht warme woensdagmiddag waar Bob Ross met vlugge witte kwaststrepen fluffluf een lichtblauwe lucht heeft opgesmukt. We lopen samen op met de eigenaresse van een aanstekelijk enthousiaste Ierse Setter. Onze conversatie gaat over de verschillende aspecten van de jacht: jagen, voorbrengen, apporteren enzovoorts. Zij volgt met Puck een jachtcursus. Het komt ter sprake dat Skip bij zijn vorige eigenaars solitair in de omgeving rondzwierf en een aanvullende maaltijd bij elkaar jaagde. Het zelfstandige jagen is onmogelijk nog in perfecte banen te leiden. Hij zou de voor te brengen buit immers verorberen in plaats van te overhandigen. De slotsom is dat Skip te door de wol geverfd is om dat soort zaken af te leren, maar hun hond nog onschuldig genoeg is om te dresseren. WIJ hebben met het zelfbelonende gedrag leren omgaan. Wild bestellen doen we gewoon bij de poelier (of eten het baasje en Skip in een eetgelegenheid).
uit de bundel Bezige Bu (2015)
donderdag 19 mei 2022
SCHRANSPARTIJ
Een lauwe
oktobermiddag. Een reut zesdegroepers speelt riddertje rond en in een wilg langs de waterkant. Skip gaat
er vlot naar toe en laat zich door de jongens aaien. Zijn neus verraadt dat hij
multitaskt: lief doen en sniffen naar eten. Hij vindt louter kruimels op de
grond. Ik denk: mazzelen, alles is al op. Gelijktijdig duwt hij een gebroken
stoeptegel omver waar een zacht puntje knak onder weggemoffeld ligt. Zwijnen!
Een blauwe
AH boodschappentas is aan het oog onttrokken door een stapel zelf geknutselde
schilden van karton en hardboard zwaarden. Skip gapt daaruit een doorgesneden
helft van een stokbrood dik besmeerd met smeerkaas, en vlucht richting
beschoeiing. Te laat om in te grijpen. Machteloos kijk ik toe en verkondig dat
dit zijn dierendagbonus was.
De
jongetjes zijn verrast door de ingenieuze Skip. Ze vinden de pikkerij niet erg.
Eentje droogkomisch: ‘Nou hoef ik niet tegen mijn moeder te liegen als ze
vraagt of het stokbrood opgegeten is.’ Een andere concludeert meedenkend:
‘Gelukkig heeft hij de dubbeldikke chocolade Chonelly’s laten liggen.’ De
Chonelly’s! Nog boffen dat Skip die niet naar binnen heeft geschrokt.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
RIP
dinsdag 17 mei 2022
BUITENBEENTJE
thuis krijgt Skip een pleister op de wonde
Buiten in de natuur. In
volledige openheid rent de vos achter de schapen aan. We herkennen ‘m met
moeite, voorheen was hij mottig. De rui is voorbij en de contrasterende kleuren
in zijn vacht zijn nu egaal van tint. Skip kijkt niet op of om. Hij treuzelt
verdacht in het dorre gras. Als ik me nog een keertje omdraai, is hij uit zicht
verdwenen. Hij is gaan liggen. Waarom blijft hij achter? Wat voert hij uit? W.
spoedt zich naar hem toe. Helemaal in zijn hum kluift Skip op de gevonden buit. Het is
een juweel van een bot dat er volmaakt gemodelleerd uitziet. Een appetijtelijk
been als op een wensenlijstje. Zou het opgegraven buit van de vos zijn die hij
in allerijl liet liggen om verse waar te scoren?
Omdat we niet weten of
het verstandig is om Skip daarop te laten kluiven, ruil ik met pijn in mijn
hart het buitenbeentje voor twee Markiesjes. Verlekkerd geeft hij mij het bot
in handen, bedenkt zich, maar het is te laat. W. heeft het bot al in een
boomholte gelegd waar de vos er wel en de hond er niet bij kan. Vooruit een
extra Markiesje: het was een slechte deal. Ik zoek het bot op internet op. Het
betreft een spaakbeen van een schaap.
maandag 16 mei 2022
AANRANDING
RECONSTRUCTIE
We zijn de
huissleutels kwijt. Het hele huis afgezocht, maar nergens te vinden. Zelfs een
reconstructie van de voorafgaande dag baat niet. W. gaat nieuwe
sloten aanschaffen. Een duur grapje, maar tegenwoordig kun je geen risico
nemen. Ik wil in de tussentijd douchen en vraag Skip om de tuin te bewaken, de
voor- en achterdeur zijn beveiligd met extra anti-diefstalmateriaal.
Het blijft
stil. Veel te stil. Geen enkele blaf of kefje ter afschrikking voor eventuele
voorbijgangers of kwaadwillenden. Ik ga poolshoogte nemen en vind Skip in een
plantenperk in de tuin. Trots toont hij me een vers gedolven kuil waar tot voor
een half uur geleden een complete muizenfamilie huisde. Dat er slechts één
slachtoffer valt te betreuren, weet ik als hij met zijn tong langs zijn bek
likt en zijn pluche muis als zoenoffer in de kuil legt. Ik haal de bats uit de
schuur: de planten mag ík terugpoten.
AAN TAFEL
Op een afstandje van de gedekte dis
wacht Skip liggend op de grond. We eten vegetarische spaghetti. Hij weet dat
als wij uitgetafeld zijn, hij de borden mag afwassen. Skip smult van restjes
tomaat, Parmezaanse kaas en een hompje ciabatta. Staat er Indisch eten op het
menu dan wacht Skip kaarsrecht langs de baas. Er zou zomaar ineens een brokje
kipfilet van het satéstokje afschieten.
Skip voegt zich vandaag tijdens de warme
hap niet bij ons. Hij toonde zelfs geen interesse in de loeiende oven. Voordat
we kunnen schransen van de Provençaalse ovenschotel weet hij allang dat ik de
worstjes ben vergeten en er dus niets van zijn gading bijzit. Aan alles had ik
gedacht: de Opperdoezer aardappeltjes bestrooid met rozemarijn, de rode ui en
de courgette met verse tijm gehusseld in olijfolie. Plus natuurlijk het
weergaloze eigen bereide bieslooksausje: een geheim recept.
De ontdekking kwam te laat. Achteraf nog sappige worstje bereiden zou een verpieterde ovenschaal tot gevolg hebben. Skip, die braaf in de koele gang lag, werd voor het bedelloze wachten verwend met een schijfje hondenworst. De baas had pech: voor hem werd het een vleesloze dag.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
DE KLAP
We kijken uit op een verstild vergezicht. Het heeft qua heftigheid potentie voor een schilderij van Van Gogh: in rust hangende vlassige korenhalmen met op de voorgrond vervoering in zuringrood en koolzaadgeel. De belendende bleke pas gemaaide akker zit, hoe toepasselijk, stampvol zaadpikkende kraaien. Een van de drie klaphekjes in het natuurgebied knalt dicht. Voor Skip het sein om zich te melden. Skip rapporteert. Of course. Ware het niet dat een onbekend iemand die ingang gebruikte. Wij staan te genieten aan de overzijde bij het poortje waar we het terrein normaal gesproken verlaten. Om het zorgvuldige opgebouwde ritueel niet te verstoren hurry ik naar het bewuste klaphekje. Te laat. De klap komt hard aan. Gedesillusioneerd kijkt Skip zoekend rond. Ik excuseer me door hem twee in plaats van één meldkoekjes te geven. De volgende keer blijkt het poortjesprogramma onaangetast. Onze afspraak is niet naar de mallemoer.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
zaterdag 14 mei 2022
STIERENVECHTEN
Stierenvechten met respect voor de stier. Skip besloot de stunt
nogmaals te herhalen. Hij stapte simpelweg tussen het prikkeldraad de koeienwei
in. De cowgirls graasden muy tranquilo, zoals het hoort. Skip
banjerde op zijn gemak richting de diepe kuil waar de grazers bij regen of
sterke zon schuilen. Hij verschanste zich in de grande hoyo, zijn oren boven de zoom uitstekend. Het jonge stiertje
kende hem nog en liep nieuwsgierig richting onze perro. Er was weinig verstrooiing in het weiland - als spermadonor had hij
zijn taak er al op zitten - dus een verzetje was meer dan welkom. Skip
waande zich op de tribuna beschermd
en de stier vertolkte el Toro. De kop
met denkbeeldige hoorns hield hij naar voren gericht en met zijn
rechtervoorpoot schraapte hij de aarde los van de grond. Alleen het wapperende
rode muleta ontbrak aan deze spontaan ontstane arena waar el sol nu volop scheen. Voor beide was het zichtbaar een spelletje.
Skip maakte enkele spelbuigingen waarop el
Bulli met bokkensprongetjes reageerde. Een van de pink ladies deed spontaan mee en danste de flamenco door een van
haar achterpoten zijwaarts in de lucht te gooien: Olé. Twee gekke koeien tegen
één werd Skip een beetje veel. Rápido
verliet hij el prado. En ja, ook deze
keer moest ik het puntdraad weer omhooghouden.
uit de bundel Bezige Bu (2015)
MUISJES
Volgens Skip huizen er muisjes in de bamboe. Al dagen lonkt hij
vanuit zijn schaduwplekje naar vermeende actie. Om bewijsmateriaal te
verzamelen, duikt hij er diep in. Het is een vermoeiende bezigheid. Ik
daarentegen zie of hoor niets. Wel breken er schillen van de vuistdikke
bamboestengels af, die ritselend omlaag dwarrelen. Zou dat het zijn? Ik plant
me op een vouwkrukje naast de bamboe en pook wat tussen gevallen verdord blad.
Nu hoor ik een piep. Skip had vanzelfsprekend gelijk.
Skip verkast richting de naastgelegen buxus waar hij het nest
vermoedt. De bolvormig gesnoeide plant wordt compleet ontworteld. Hij is er de
hele middag zoet mee. Op zoveel inzet moet een apotheose volgen. De camera
staat stand-by. Plots steekt er een armetierig muisje met zwarte kraaloogjes
over richting bamboe. Skip plet hem met zijn voet. Hij laat zijn aandacht niet
van de buxus afleiden. Daar spat op hetzelfde moment een kluwen muisjes uiteen.
Voor hen geldt: rennen voor je leven, ieder voor zich. Ze slagen er allemaal in
de buurtuin te bereiken. Het armetierige muisje heeft zijn leven gegeven om
zijn familieleden te redden.
vrijdag 13 mei 2022
DWDD
waar is de donutfoto als je 'm nodig hebt
Een heldere
nacht. De kou maakt me wakker. Zelfs Skip ligt zo dicht mogelijk tegen
zichzelf aan. Mijn zomerdekbed verruil ik morgen meteen voor het dikkere
herfstdons. Verkleumd loop ik blootsvoets op de ‘ai’ koude vloer en sluit het
slaapkamerraam. Dat scheelt. Aan het paarsachtige uitspansel twinkelen de
Poolster, Sirius Grote Hond, Grote Beer het steelpannetje en flonkerende
collega sterrenbeelden en hemellichamen broederlijk naast elkaar. Onder het
dubbelgeslagen dekbed blijf ik in foetushouding kijken en probeer me te
herinneren hoe ze allemaal heten - toch vaker
kijken naar het wetenschappelijke ‘De Wereld Leert Door’. Ergens in de ladekast
moet een recent uitgescheurd blaadje liggen, waar ze allemaal op staan getekend. Ik wil
niet opstaan. Mijn hoofd tolt en na een uur ben ik nog klaarwakker. Ik ga
zoeken en vind het niet. Terug in bed vraag ik Skip mijn ijskoude voeten te
verwarmen. Ondanks dat ik het poeslief vraag, is hij daartoe niet bereid. Ik
kijk weer naar buiten. Er valt me iets op wat ik wel wist maar me nooit zo is
opgevallen. De sterren schuiven langzaam op naar rechts. Nee, het is de aardbol
waarop ik mij bevind die linksom draait. De rustende Skip die ongedurig wordt
van het gestommel, heft zijn kop verstoord omhoog: de wereld draait door? Nee,
jij. Ga slapen!
uit de bundel Bezige Bu (2015)
PADDENSTOELENTREK
donderdag 12 mei 2022
KATJESKERMIS
Vanaf het balkon heeft Skip perfect zicht op alle tweebenige en viervoetige voorbijgangers
Halfbewolkt
en een gematigde temperatuur. Skip en ik laten ons op de hoek van de hoofdweg
bij een bloemenperk met gemenied hekwerk uit de auto zetten. Van daaruit
kuieren we dwars door de groene vogelbuurt naar opa. In het recent geopende cross-
en speelpark dat een hondenrenplaats faciliteert, wacht een doddige doodlepup
Oscar in de hondenren op een speelkameraadje. Skip toont meer belangstelling
voor de witte poes die tegen de draad van de ingangspoort wrijft. We steken
gauw over waar een gesandaliseerde midzestiger met Abrahambaard een
frikandel-snackende Steffie meesleurt. Naast de twee loopt een yin en yang
poes. De poes met een zwarte bovenkant en een witte onderkant, smijt en vrijt
bij elke neuzelstop van Skip haar lichaam op de grond. Ik leid Skip af. Bij de
rotonde houden we links aan.
Drie
kibbelende inbetweens, waarvan de jongen met petje attent wacht tot de jonge
Podenco in Dobermanverpakking is uitgepiest. Skip en Sheba wisselen kort
gegevens uit. We nemen de zanderige afdaling. Het regenwater heeft het pad
uitgewist. Een lapjeskat loert vanonder een rododendron vandaan. Skip snuffelt
het spoor van de teef af. Een perfect Duits en Engels sprekende wellevende
student – afgewaaid uit het Verre Oosten – vraagt de weg naar de militaire
basis. Ik wijs de knappe kop zonder pardon de weg. Unverfroren wil ik weten of
in de rugzak waar een touwtje uithangt, geen explosieven zitten. De grens
tussen ernst en luim. Hij heeft humor en zegt dat de basis zijn landmark is van
waaruit hij de weg naar zijn logeeradres kan vinden. Een zwart winterkatje schiet
de weg over. Op de singel in de voortuin van een tweekapper wast kater Willem
zijn pootjes in het laatste streepje zonlicht. Hij weigert buiten te verlaten,
zelfs als de bewoonster luidruchtig met een vork in een blikje kattenvoer port.
‘Zal Skip even helpen?’ ‘Graag,’ lacht ze, ‘ik moet zo weg.’ ‘Komt-ie’, kondig
ik aan. Willem is zo binnen.
Bij de
ingang van opa’s appartementencomplex wacht gembergetinte kater Jaap die zich
meer hond waant ons op. Hij miauwt en geeft kopjes. Gedrieën stappen we de lift
in. Jaap stapt op eenhoog uit, wij op de tweede etage. ‘Het stikt van de katten
op straat’, vertel ik aan opa. Opa weet waarom: ‘Het zijn de Katjesdagen.’
uit de bundel Bezige Bu (2015)
KATJESDAGEN
Deze foto hoort bij de serie mydogskipdoesthetrick
woensdag 11 mei 2022
SPOORZOEKEN
Skip neust graag
in het vrije veld rond. Bij voorkeur daar waar dichte vegetatie is. Deze koopzondag wringt
hij zich langs de drukke ringweg tussen vrij recente aanplant die hoofdzakelijk
uit katwilgen en oprukkende distels bestaat. Op de ganzenberg die omgedoopt is
tot distelbult krijgt hij carte blanche van mij: kijken hoe lang hij het
volhoudt. Een beetje uit eigen belang, want buiten speelt de krachtige helios ons
nog volop warmte toe, terwijl je binnenshuis de kilte van het najaar al voelt.
Ik dwaal af.
Het zijn geen heftige
sporen die de hond volgt, want hij stapvoet. Daarbij speelt de eerder genoemde
warmte hem parten. Hij draagt zijn struintuig en is via een langere lijn aan
mij verbonden is. We sjumen al jaren samen omdat híj dat zo
leuk vindt. Het is voor mij niet altijd even prettig: schrammen (door twijgjes
en stekels), een nat pak (bedauwd blad veegt zich aan mijn kleding droog) en in
het voorjaar zitten mijn pruik en jas onder het pluis. Vandaag valt het mee. Er
hangt onderaan weinig blad aan de wilgen die al op hun retour zijn. Af en toe
striemt er een iele stengel tegen mijn gezicht.
In een tijdschrift heette spoorzoeken of speuren aan de lijn: trailen. Ik noem sjumen vanaf nu trailen omdat het actiever
en minder amateuristisch klinkt. In het artikel vermeldt de auteur dat de
moeilijkheid van ‘werken aan de lijn’ is, dat de hond alle vrijheid moet hebben
om het spoor te volgen en uit te werken. De baas schaduwt de hond. Gaat deze door het
struikgewas dan volgt de baas zonder blikken of blozen. Verhoogt de hond zijn
tempo dan schakelt de baas vanzelfsprekend een tandje bij. De tekst voelt een
beetje als erkenning van mijn tijdelijk afzien tijdens onze jarenlange
sjuumtochten.
*Sjumen (schumen) is Limburgs
dialect voor ‘genieterig op je gemak rondneuzen’. Ik kan er zowaar geen
treffender en mooier Nederlands woord voor bedenken.
REMEMBER ME
Op tweede kerstdag 9 jaar geleden moesten we afscheiden nemen van de meest bijzondere Buhund ooit, mijn heartdog, mijn partner-in-crème. H...

-
In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...
-
‘Vroeger is ook niet meer wat het geweest is’ . Vrij vertaald naar 'La nostalgie n'est plus ce qu'elle était' van actrice/...
-
Op tweede kerstdag 9 jaar geleden moesten we afscheiden nemen van de meest bijzondere Buhund ooit, mijn heartdog, mijn partner-in-crème. H...