dinsdag 31 mei 2022

MANNEN

 herenclub

We zijn uithuizig. Om precies te zijn: we klossen over drassige weilanden langs de rivier. We treffen de herenclub: een vast groepje mannen met hun honden - de reutjes zijn in de meerderheid - die op zondagmorgen al kuierend de wereld verbeteren. Terwijl de honden spelen en snuffelen, wordt de actualiteit breed uitgemeten en wordt er gegrapt. Skip mag graag met ze meelopen omdat hij zich bij hen op zijn gemak voelt. Deze keer is een ex-collega van me die ik lang niet gezien heb erbij met haar Labrador Harley van vijf maanden. Om bij te kletsen loop ik met Skip een dubbele route. Skip vindt dat meer dan prima. De (honden)vriendjes zijn allemaal present en Harley’s baasje heeft een overvolle koekjesbuidel waaruit ze kwistig deelt omdat ze bedelende hondenogen onweerstaanbaar vindt. Na afloop moeten Skip en ik een stukje omlopen: bij het toegangspoortje waar wij het gebied willen verlaten, staan een Gallowaymoeder die net heeft gekalfd, met eromheen bewonderende peettantes: natuurlijk is het een jongen! 

uit de bundel Bezige Bu (2015)

WINTERJAS

 vrieskou

De zachte winter is krap drie weken bezig of iedereen wil al vrieskou. Geef mij maar het lentegevoel en gematigde temperaturen. We kunnen nog lang genoeg geteisterd worden door factoren als sneeuw en ijzel. Het is pas begin januari, mensen! M. hoorde een imker op de radio verkondigen dat zijn bijen - die normaal in november al hun kast ingaan - nog vrolijk rondzoemen. Volgens hem is dat een terechte indicatie voor een zachte winter. Ik zuig de boodschap in me op: dat soort nieuwtjes bereiken graag mijn oortjes. Bovendien hebben we voor het eerst dit jaar winterbanden op de auto laten leggen in de hoop dat het net als met de tevergeefs mee gezeulde paraplu gaat: als je ‘m bij je hebt, regent het nooit.

Nog zo’n verheugend voorteken. De loze ruimte tussen de slaapkamer- en buitenmuur herbergt al een tijdje nachtactieve vleermuisjes. We horen ze in de spouw zich zuchtjes wind toe wuiven. Wanneer ze het echt benauwd krijgen, verlaten ze hun schuilplaats. In het buitendonker zien we ze uitvliegen en hun zomerse rondjes in de binnentuin draaien.

Om terug te komen op de aangename warmtegraden. Noorse Buhund Skip heeft het er met zijn veel te dikke duffelse jas wel moeilijk mee. Tijdens het rennen, breekt het zweet hem uit, ik voel het aan zijn stomende lijf. Voor het eerst in negen jaar verlaat zijn onderwol hem in dit jaargetijde. Als ik hem tijdens de wandeling even aan moet lijnen, trek ik, omdat hij bokkend blijft staan, de halsband over zijn kop. Het is niet van magerigheid dat de halsband plots te groot is, door de verloren vacht is zijn volume afgenomen.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 30 mei 2022

ONVERWACHT TEGENSTRIJDIG

 borderliner

De onweersbui splijt in tweeën boven ons hoofd en drijft links en rechts van ons weg. Is het de rivier die de stad verdeeld of hebben we het aan stadsdeel Arcen, tot voor kort de warmste plek van Nederland, te danken? Het is zacht en we wachten op het bankje bij de uitgang op Skip. We gunnen hem de verlenging. We zwammen met voorbijgangers. Zoals met de aardige baasjes van Billy de abricot doodle. Als ze uitverteld zijn over hun hond, willen ze Skip graag gezien. Die blijft halsstarrig graven achter een struik. Sorry, hij komt pas als jullie doorlopen. Soms is hij een beetje verlegen. Hij hoort dat we het over hem hebben en komt toch buurten. 

Het stel loopt door als een man met de zevenjarige Lou, een wollige borderliner op het toneel verschijnt. We blijken hem nog te kennen van toen hij een pup was en wij net Skip hadden. Leuk om te horen en zien dat het puik met hem gaat. Lou is vanmorgen uit het hondenpension gehaald en mag heerlijk uitrennen. Skip die al spijt had dat hij gekomen was, veert op als de eigenaar vertelt dat Lou andere honden het liefst ontwijkt. ‘Hij heeft niets met andere honden’, laat hij weten. Skip spitst de oren: da’s mooi, ik ook, zie ik hem peinzen. Vanzelfsprekend loopt Lou nu wel op Skip af. Ze snuffelen rustig aan elkaar en gaan ieders weegs. ‘Dat zijn de uitwassen van het pension’, beredeneert de baas, ‘daar móest hij natuurlijk sociaal doen met de aanwezige honden. Wedden dat hij dat zo weer verleerd is. De volgende keer lopen ze straal langs elkaar af en heeft hij weer alleen aandacht voor zijn balletje!’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

DECIBELLEN

 ontspannen tijdens oud en nieuw

Opgeschoten jochies, de zakken goed gevuld, zwalken de hele dag op straat. Zij hebben de tijd van hun leven: knal, boem, pats. Dieren slaan massaal op de vlucht: katten verschuilen zich in kelders, menige hond durft niet naar buiten en wacht bibberend op rustigere tijden, ganzen verzamelen zich in de lucht en gakken verwilderd. Bij elke knal verandert de kolkende zwerm opgeschrikt van richting.

Skip trekt zich er niets van aan. Zelfs tijdens de laatste avondwandeling van het voorbije jaar deren de aan wierook denkende stank en de decibellen die buiten alle proporties zijn hem niet. Thuis gooit hij zich op zijn rug op bed. Een voorpoot steekt in de lucht, de ander even vertwijfeld in zijn bek. Want is het nou spel of oorlog? En hoe lang gaat dit ‘feest’ nog duren? Moet hij er iets van vinden? Wordt er van hem actie verwacht of juist niet? Overmand door zoveel verwarrende vragen valt hij in slaap. Als hij ontwaakt is het nieuwe jaar in volledige stilte wakker gekust door een stralende zon. Een goed begin.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

OUD EN TOCH NIEUW

 halverwege december

Halverwege december. Ik ontwaak door een pompend koolmeesje. Het is net opgehouden met regenen. Buiten lonkt een blakende dag. Als ik de wagen met de sleutel op slot knip, stiefelt Skip al richting een kale akker dat een hortje ten zuiden van het natuurgebied ligt. Oké, change of plan, dan nemen we niet de slingerweg die verzandt in het bospad. Een goedgemutste Skip loopt naast me. Ik zink bij elke stap weg in de mulle zwarte grond. Ondoenlijk. We klimmen over het talud, springen slootje, steken de weg over, temmen struiken, nemen het paardenpad en komen halverwege in het bos uit. Op zonnige plekken treffen we wolken dansende muggen. Avontuurlijk als we zijn waden we tussen dorre graspollen, halsstarrig onkruid en buigen we voor kale berken en lariksen. Voor Skip lijkt alles nieuw. Pas als we op het pad naar het eindpoortje lopen, ontdekt hij dat we de hele tijd op bekend terrein waren. Omdat we omgekeerde het gebied hadden betreden, was hem de context compleet ontgaan.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zondag 29 mei 2022

NATTIGHEID

 paden staan blank

Vannacht is er voor een maand bij elkaar geregend. De paden in het hondenbos staan blank. Golden Retriever Kimmie met vochtige lokken houdt het liggen in plassen vanmorgen voor gezien. Volgens haar baas grijpt ze gewoonlijk iedere poel aan, maar met deze zeeën van water is er geen beginnen aan. Skip en ik volgen droge konijnenpaadjes gelegen tussen heuveltjes. Stabij Noppes vlucht als een kip zonder kop alle kanten op bij het horen van donderslagen door vuurwerk. Ze is panisch voor geknal. Het is deze decembermaand schering en inslag: rotjes voldoen niet meer, het moet hard, harder, hardst. Bommen en granaten, alsof er oorlog heerst. De schotvaste Skip en het vrolijke Tollertje Wiske kunnen de Stabij niet op andere gedachten kan brengen.

We lopen getweeën door waar de hond en ik genieten van de weidsheid en de welhaast lenteachtige temperatuur. Diep in het bos duikt plotseling een man voor onze neus op. Hij vraagt: ‘Bent u niet bang, zo allenig in de natuur waar niemand u ziet en hoort?’ Eh nee, maar nou ú het zo stelt …

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zaterdag 28 mei 2022

ROERGANGERS

 wereldvoedseldag

Wereldvoedseldag. Gisteren werd het jachtseizoen (op hazen) geopend. Skips verwachtingen zijn hooggespannen als we in de auto stappen. Op de afgeladen Roermondse parkeerplaats is alles van beton. Roering in het centrum waar we onze bestelde potten verf gaan ophalen. In de binnenstad ruikt Skip van alles. Hij schuimt de kraampjes op de markt af, bekijkt de concurrentie bij de kaasboer en besluit voorbij te lopen, likkebaardt bij een hotdogkarretje in het Outletcenter, deelt een broodje beenham met de baas (hij een beetje meer dan jij) op het terras waar een bleek zonnetje schijnt. Skips conclusie is helder: voedselgebrek is een groot probleem vooral als je vindt dat je baas je schaars bedeeld.

De jacht op hazen zit er ook al niet in. Wel verdomd veel paaltjes en afvalbakken binnen ieders handbereik (de straten zijn opmerkelijk schoon!) om te vlaggen, een hond zou er kramp van in zijn achterpoten krijgen, maar de weg terugvinden naar de auto wordt zo een eitje. Veel Buitenlandse honden om kort kennis mee te maken: Knutschen noemen de Duitsers dat. En kleutertjes die op deze vakantiedag voor het eerst een echte wolf zien: ze willen hem aaien, of wenend bij pappa op de arm, want Roodkapje was toch ook bijna opgegeten! In het laatste straatje verwacht Skip bij de dierenzaak op de hoek nog te kunnen scoren. Pal naast de openstaande winkeldeur staan opgestapelde hokken met konijnen erin. Op mijn vraag ‘Zullen we er eentje voor je kopen?’ knikt Skip verlekkerd. Gebbetje natuurlijk. ‘Morgen in het bos mag je weer hazenloopjes volgen. Daarom lopen we nu over het trottoir, dan kun je alvast je nagels scherp slijpen.’ Weer een grapje.

knutschen, knuffelen,

uit de bundel Bezige Bu (2015)

PARDON

 paarden

De dag erop gaan we even bij de paarden langs. Ze komen meteen aangehuppeld als ze ons zien. Skip maakt geen aanstalten om de wei in te gaan en blijft zoals het hoort achter de draad. Gedrieën vragen de merries of Skip die enige stunt van gisteren wil herhalen: ze hadden zo genoten van het verzetje. Ik grijp in: 'Dat mag niet meer van mij.' Ik snap er niets van, laat Skip ze weten, want de baas zegt dat ik om paarden moet vragen. ‘Niet paarden Skip, maar pardon!’ Ter verduidelijking van ‘pardon’. Skips wortels liggen in het Zeeuwse, waar ‘paarden’ klinkt als ‘pardon’. Verder is er vriend Luuds mopje: Een Brabantse boer komt aan de praat met een Amerikaan. Zegt de boer: ‘ik fuck cows!’ Zegt de Amerikaan: ‘Pardon?’ Zegt de boer: ‘No, cows!’ Wat weer een variant op een internetgrapje is … Een Belgische paardenfokker en een Brit zitten naast elkaar in het vliegtuig. Op een gegeven moment vraagt de Brit wat het beroep van de Belg is. De Belg in perfect steenkolenengels: ‘I fok horses.’ Waarop de Brit antwoordt: ‘Pardon?’ De Belg: ‘Yep, paarden.’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

PAARDENDAG

 verzetje

Op een plateau in the middle of nowhere weiden sinds jaar en dag in weer en wind drie paarden. Het moet er vreselijk saai voor ze zijn, want elk vertier ontbreekt. Geen schuilplek, boom of struik, slechts een kaal voormalig voetbalveld. Waar amuseert een paard zich behalve grazen en meelopen met wandelaars de godganse dag mee, vraag ik me weleens af.

Skip zorgt voor vermaak. Honderdduizenden keren liep hij aan de paarden voorbij, wat getuigd van totale desinteresse. Als mijn aandacht een fractie verslapt, wijkt Skip van het pad af en bukt hij onder de draad door voor verse vijgen. De edele viervoeters die op grasmatlengte verwijderd, stonden te dromen, komen nieuwsgierig aan gegaloppeerd. Ze houden op gepaste afstand halt en kijken toe hoe Skip zich volstouwt. Miraculeus: waarom zou iemand in hemelsnaam hun kak eten?

Als Skip volzit, heeft hij pas aandacht voor de paarden. Hij blaft één volle blaf om de boel op gang te krijgen. De meest heldhaftige merrie doet een stap naar voren. Skip hoeft slechts twee passen achteruit te zetten om zich in veiligheid te brengen. Skip zou Skip niet zijn als hij koos voor de avontuurlijke variant. Hij gast de wei in. De paarden zetten opgevrolijkt op halve pk’s de achtervolging in. Intussen hebben zich nogal wat wandelaars langs de kant verzameld. Ramptoerisme, want Skip hoeft maar een hengst van een hoef te krijgen en hij is kassiewijlen. Maar de paarden en Skip die weet wat hij doet, vinden dit verzetje veel te leuk. Skip neemt na de sprint de artiestenuitgang en komt via het aanpalende bosperceel euforisch zijn applaus in ontvangst nemen. De paarden geven nog een showtje voor het toegestroomde publiek. Eenmaal thuis zoekt de afgepeigerde Skip meteen het bed op. Veel gehinnik in zijn dromen. Het was me het paardendagje* wel. *Paardendag is een dag van zware en lastige arbeid.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

vrijdag 27 mei 2022

VERRAAD

 woelmuis

Het is enigszins slecht weer: nattig doch mild. Ik probeer Skip door de wijk te loodsen zodat we nog ietwat droog lopen. Skip vertoont een sterke afwijking naar rechts, waardoor we toch in het open veld belanden. Hij is me bij de eerste de beste graspol waarin hij een projectje ziet al vergeten, Ik begroet in de regen enkele buurthonden: Fritsch der Deutsche Schäferhund, een onbekende getijgerde pit, Beagle Spike, twee labradors, Tasco de Tatra, en Berner Sennen Jessi.

Skip heeft van dit alles geen weet, zijn kop verblijft al drie kwartier ondergronds. Om een en ander wat te bespoedigen, stamp ik rondom de plek waar Skip graaft. Het muizenonderdak schudt op zijn grondvesten en uit een van de door Skip gegraven sleuven komt een forse beige muis tevoorschijn. Volstrekt in halfslaap waggelt de woelmuis het natte grasland in. Skip werkt, onkundig van dat feit, door aan de andere ingang. Ik volg de slaapdronken muis die een grote bocht neemt en weer zo vlug mogelijk zijn warme nest wil opzoeken. Ik overrompel de slome muis en omklem ‘m met één hand. Wanneer de nietsvermoedende Skip vastgeklikt zit, duw ik de muis gauw de gang van zijn woning in. De blik van Skip was een foto waard. Vangt het vrouwtje een keer een muis (ik was zelf hogelijk verbaasd) helpt ze hem ontsnappen. Ik noem het een goede daad, Skip vindt het verraad.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

donderdag 26 mei 2022

WAAROM VERHAART MIJN HOND?

 vacht uitschudden
baden helpt loszittende haren te verwijderen

Zoogdieren bereiden zich aan het einde van de zomer voor op de winter. De zomervacht wordt verruild voor een dubbeldikke winterjas. Soms blijkt dat achter vergeefse moeite en was de zomervacht warm genoeg geweest. Bij natte en milde winters zou een dunnere waterdichte pels meer welkom zijn.

Het klimaat is van invloed op de structuur van de vacht. De rui en de aanleg van een zomer- en wintervacht worden gereguleerd door temperatuur, of de hond binnen of buiten gehouden wordt, én licht. Het aantal borstelbeurten heeft ook invloed; te vaak kammen en borsten veroorzaakt een kunstmatige rui. Verharen wordt dus gestuurd door een interne biologische jaarklok. Die klok loopt mee met de lengte van de dagen. Ik neem gemakshalve aan dat daarmee de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang wordt bedoeld.

Het is nog frips, terwijl de dagen al lengen. Er tippelen meer dan 2 miljoen honden rond in Nederland. Het wollen onderhemd van veel van die honden is in de war. Ik hoor hondenbaasjes klagen dat dotten haar als steppenrollers over het parket rollebollen. Skips broek vertoont witte flosjes. Dat betekent plukken, stofzuigen en swifferen.

GEEN ZIN OM NAAR HUIS TE GAAN

 nooit

Duitsland heeft een vrije dag. Dat betekent, ongeacht wat de weerman voorspelt, droog en doorgaans zonnig. We profiteren er van. Fijn, want door de Prüse-invasie kunnen wij nooit met de auto zonder in de file te geraken. Ik ga met Skip naar de weilanden die te voet bereikbaar zijn. Nadeel is dat hij daar aanhoudend met zijn kop onder de grond vertoeft om kruispunten te peilen waar mollen langs moeten komen.

Ik sta er voor spek en bonen bij en amuseer me noodgedwongen met wat voorbij vliegt en wandelt. Ik maak een praatje met een grijzende man wiens opslagcapaciteit overschreden is. Als ik hem naar de naam van zijn onstuimige Witte Herder vraag, blijkt de naam uit zijn gedachten te zijn verbannen. ‘Ik heb een belabberd geheugen, maar dit is me nog nooit overkomen.’ ‘Roep uw hond maar, dan schiet de naam u vanzelf te binnen’, opper ik. Het helpt. Ze heet Kitty.

Na een uurtje of twee rond gedabd te hebben, besluit ik dat het genoeg is. Skip wil niet oversteken bij de wegrand: er moeten nog meer molshopen onderzocht worden en gangen in kaart worden gebracht. Een fietser die langskomt, ziet hoe Skip steigert en weigert en hoe ik hem vriendelijk probeer te overtuigen. ‘Hij heeft helemaal geen zin om naar huis te gaan’, roept de man. ‘Nooit’, geef ik toe.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

woensdag 25 mei 2022

HUMOR OM TE LACHEN

 hondenhumor

Ik zat nog laat gebocheld achter het scharrig toetsenbord van mijn pc. Zoals zo vaak lag Skip op zijn kussen onder het bureau. Het achterste puntje van zijn staart krulde gezellig om de stoelpoot. Met het naar achteren schuiven van de stoel, zwiepte de staart als vanzelfsprekend terug in de krul. Sluimerende Skip begon acuut te hyperventileren. Mijn objectieve constatering was dat de stoelpoot hem niet schampte. Omdat hij de zaak zo opblies, lachte ik hem vierkant uit. Oké, ik chargeerde een beetje. Maar feit was dat Skip weer normaal ademhaalde. 

Skip vond het niet leuk dat ik de spot met hem dreef. Morrend vertrok hij naar zijn mand in de gang. Die stond zo dat de bureaulamp nog net op zijn snuit scheen. Met een theatrale zucht hield hij de poten voor zijn gesloten ogen. Om je te bescheuren. Snikkend van het lachen, proestte ik tegen Skip: ‘Jij bent anders flink bedreven in het overdrijven.’ Skip was not amused en draaide zijn rug naar me toe. Wat bezielde zijn vrouwtje om de zaak zo te ridiculiseren.

Kort daarna zocht hij de slaapkamer op. Na een kwartiertje volgde ik naar boven. Breeduit lag hij aan mijn kant van het bed. Zijn kop rustte op mijn hoofdkussen, zijn lijf zuchtte onder de gloeiende elektrische deken. Ik wilde in bed gaan liggen, maar hij pretendeerde een diepe snurkslaap. Ik nam genoegen met het streepje matras dat over was. Skip gluurde tussen zijn wimperhaartjes door. Ik keek naar hem, gauw sloot hij zijn ogen. ‘Als je op mijn plek mag blijven liggen, is het dan weer goed tussen ons?’ slijmde ik een beetje. Skip hield de luiken dicht.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

dinsdag 24 mei 2022

MOEDERKOE

 huilende moeder

Zoals de weerman voorspelde, verschuilt de zon zich achter matglas. Skip struint de uiterwaarden af. Een kwiek roodborstje houdt hem voor het lapje door steeds dezelfde struik in- en uit te vliegen, waardoor Skip in de volle overtuiging is dat er een onvangbaar konijn (dat zullen we nog weleens zien!) verborgen zit.

Aan de overkant van de rivier ijsbeert een moederkoe. Telkens staat ze bij verschillende clubjes Galloways stil om inlichtingen in te winnen over een kwijtgeraakte kuddegenoot. Ze loeit bijna onophoudelijk. Ze doet dat al de hele week. Echt zielig. Bij navraag blijkt dat haar kalf oud genoeg was om op eigen benen te staan. Met andere woorden: de speenperiode is voorbij en het kalf is bij de moeder weggehaald. Ik haal Skip uit de bosjes. Hij mag dan niet meer zo snel zijn, maar onder invloed van de huilende moeder voorkom ik deze ene keer meer dan graag dat Mama konijn, als de zon strakjes ondergaat, tevergeefs op haar zoon of dochter moet wachten.

huilende moeder

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 23 mei 2022

SPROKKELMAAND

 hondenneus, zwarte dop

Ruiken kan een hond als geen ander. De hondenneus heeft ongeveer 220 miljoen geurcellen. Ter vergelijk: het reukorgaan van een mens slechts 10 miljoen. Snuffelen is daarom de meest favoriete hobby van honden. Iedere hond heeft een eigen geur en daar herkennen ze elkaar aan. Je hond herkent zijn baas in eerste instantie aan zijn geur. Zelfs als je net gedoucht hebt of je met parfum gecamoufleerd bent, identificeert zijn neus die twintig keer gevoeliger is dan die van een mens, jou.

Als een hond eet, geniet hij het meest van de combinatie geur/smaak. Uithuizig draait Skips zwarte dop overuren. Feilloos kan hij op een mijl afstand een stukje brood ruiken. Met de koude in aantocht meent Skip dat hij winterspek moet kweken. Plekken waar hij ooit succesvol was, zijn een herbezoek waard. Bij aanvang van onze wandeling duikt Skip meteen in een zak chips die tieners langs de oever hebben achtergelaten. Een handjevol heeft hij er op, een veelvoud kan ik voorkomen. Na een uurtje of twee zijn we weer terug bij AF. Ik ben de zoute chips allang vergeten. Skip niet. Die verdwijnt 50 meter eerder de struiken in en zet achterlangs, dus ongezien, koers naar de chips. Terwijl ik op het pad sta te wachten, vreet Skip zijn buik vol. Een bof: het betrof de smaak naturel.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

COLLECTANT

 bedeljongen, collectant

Het is niet meer bij te houden welke stichtingen in de vroege herfst aan de deur komen. Het is onmiskenbaar: de nationale bedelweken zijn weer begonnen. Jammer dat deze inspannende en omslachtige manier van geld ophalen nog nodig is. Het weer is de (meestal) oudere collectanten en de jonge kinderpostzegelverkopertjes dit jaar in elk geval goed gezind. Uit eigen ervaring weet ik: hoe slechter de weersomstandigheden, hoe guller de gevers.

Skip is geïnspireerd geraakt door het legertje colporteurs. Je houdt een knots van een plastic beker voor iemands neus en die persoon doet er vervolgens iets in waar de ontvanger zeer content mee is. Interessant concept, redeneert Skip. Bescheiden als hij is, duwde hij geen collectebus onder mijn neus, maar een bekertje dat nog in de hoek van de kamer lag na een balletje-balletjespel. Was het de bedoeling om zijn donaties eerlijk af te dragen aan het goede doel, of was het puur uit eigenbelang?

Op de een of andere manier werd ik er een beetje plagerig van. Uit volle borst en met een Jordaans accent verbaster ik het refrein van ‘Oh, kleine jodeljongen’ van Manke Nelis in ‘Oh, kleine bedeljongen’. Skip, geheel niet onder de indruk van mijn zang, had het volste vertrouwen dat ik er een koekje in zou doen. Hij had gelijk. *Levenslied uit 1987

uit de bundel Bezige Bu (2015)

SFINX

 me and my shadow

De wekker laat het afweten. De batterij is leeg. Ik vraag Skip om me tijdig wakker te maken. Honden weten exact hoe laat het is. Ze meten dat niet in wijzers en cijfers, maar in wandel- en voedertijden, het vaste tijdstip waarop iemand komt of gaat, licht en donker. Skip wekt me heel subtiel en een tikje vroeger dan afgesproken. Als ik na nadrukkelijk gezucht van zijn kant mijn ogen open, zie ik dubbel. Schijnsel van buitenaf schaduwt Skip die als een sfinx naast me op bed ligt.

schaduw

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zondag 22 mei 2022

NIEUWE BUREN

 stoffig

Opa heeft nieuwe overburen. Tot groot verdriet van Skip is zijn suikertante overgeplaatst naar een verzorgingscentrum. Hij mist de koekjes die ze voor hem in de gang rondstrooide en dat ze hem meetroonde naar de koekjestrommel in haar gezellig keukentje. Een omaatje zoals je je een omaatje voorstelt: klein van stuk, groot van hart, en met een paars permanentje. En vooral: gul met lekkers.

De nieuwe buren hebben hun eigen attractie. Nog voordat ik het tegen de corridormuur had zien hangen, had Skip het al geschoten: een opgezet eekhoorntje uit vervlogen tijden. Het dartele is eruit, maar aan aaibaarheid heeft het niets ingeboet. Het knaagdier met heus certificaat was verstrikt geraakt in het net dat aardbeien uit eigen tuin tegen zoetekauwen moest beschermen. Omdat Skip zo zijn best deed om erbij te kunnen, daalde het eekhoorntje met behulp van opa rap naar beneden. Voordat Skip de buit kon pakken, kwam een spontane niesbui opzetten. Hatsjie. Skip blies het stoffige eekhoorntje schoon. Voor een hernieuwde kennismaking was het te laat. Het eekhoorntje zat weer verheven op zijn tak.

taxidermi

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zaterdag 21 mei 2022

DE MIST INGAAN

 dichte mist

Ik word wakker. Mijn uitzicht is net zo blanco als het witte kunststof kozijn. Weg balkonreling, weg kerktoren. Dikke dichte mist. In de uiterwaarden lijkt de tijd bevroren. Het werkt heel vervreemdend, zeker omdat we er moederziel alleen zijn. We slenteren in de beslotenheid van het allesoverheersende wit. Je kunt geen ‘hond’ voor ogen zien. Voor de verandering concentreert Skip zich volledig op mij. De rivier stoomt geluidloos. Op de onzichtbare dijk doorbreekt een kapotte knalpijp van een brommer de stilte.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

JACHTPARTIJ

 poelier of restaurant

Een onverwacht warme woensdagmiddag waar Bob Ross met vlugge witte kwaststrepen fluffluf een lichtblauwe lucht heeft opgesmukt. We lopen samen op met de eigenaresse van een aanstekelijk enthousiaste Ierse Setter. Onze conversatie gaat over de verschillende aspecten van de jacht: jagen, voorbrengen, apporteren enzovoorts. Zij volgt met Puck een jachtcursus. Het komt ter sprake dat Skip bij zijn vorige eigenaars solitair in de omgeving rondzwierf en een aanvullende maaltijd bij elkaar jaagde. Het zelfstandige jagen is onmogelijk nog in perfecte banen te leiden. Hij zou de voor te brengen buit immers verorberen in plaats van te overhandigen. De slotsom is dat Skip te door de wol geverfd is om dat soort zaken af te leren, maar hun hond nog onschuldig genoeg is om te dresseren. WIJ hebben met het zelfbelonende gedrag leren omgaan. Wild bestellen doen we gewoon bij de poelier (of eten het baasje en Skip in een eetgelegenheid).

uit de bundel Bezige Bu (2015)

donderdag 19 mei 2022

SCHRANSPARTIJ

 choconelly's

Een lauwe oktobermiddag. Een reut zesdegroepers speelt riddertje rond en in een wilg langs de waterkant. Skip gaat er vlot naar toe en laat zich door de jongens aaien. Zijn neus verraadt dat hij multitaskt: lief doen en sniffen naar eten. Hij vindt louter kruimels op de grond. Ik denk: mazzelen, alles is al op. Gelijktijdig duwt hij een gebroken stoeptegel omver waar een zacht puntje knak onder weggemoffeld ligt. Zwijnen!

Een blauwe AH boodschappentas is aan het oog onttrokken door een stapel zelf geknutselde schilden van karton en hardboard zwaarden. Skip gapt daaruit een doorgesneden helft van een stokbrood dik besmeerd met smeerkaas, en vlucht richting beschoeiing. Te laat om in te grijpen. Machteloos kijk ik toe en verkondig dat dit zijn dierendagbonus was.

De jongetjes zijn verrast door de ingenieuze Skip. Ze vinden de pikkerij niet erg. Eentje droogkomisch: ‘Nou hoef ik niet tegen mijn moeder te liegen als ze vraagt of het stokbrood opgegeten is.’ Een andere concludeert meedenkend: ‘Gelukkig heeft hij de dubbeldikke chocolade Chonelly’s laten liggen.’ De Chonelly’s! Nog boffen dat Skip die niet naar binnen heeft geschrokt.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

RIP

 ter aarde bestelling

De laatste zonnige zomerzondag. Mijn leeg program wordt al snel ingevuld. Onverwacht hebben we een begrafenis. Skip is levendiger dan ooit. De zielenpoot moet zijn verzwikte poot ontzien en mag slechts korte niet belastende activiteiten ondernemen. Uiterst vervelend. Tussen de stapel hout die naast de schuur ligt, troeft hij met drie poten een spartelende muis af. Soms is afscheid: bestemming bereikt. Deze schattige grijze muis met zijn puntige toot had nog een heel muizenleven voor zich. Een beknopte rouwdienst lijkt me gepast. Zeker omdat Skip al een flink graf delft. Ik fabriceer met het tuinschepje een passendere maat. Muis erin, bloemen erbij. Skip woont de ter aarde bestelling bij. Ik mummel iets in de trant van ‘… in de bloei van zijn of haar leven …’ en ‘We (nou ja, Skip) hebben maar heel kort plezier aan je mogen beleven …’ Rest in peace. Ongeduldige Skip wil de muis verplaatsen. Gauw zand erover.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

dinsdag 17 mei 2022

BUITENBEENTJE

 pleister op de wonde

thuis krijgt Skip een pleister op de wonde

Buiten in de natuur. In volledige openheid rent de vos achter de schapen aan. We herkennen ‘m met moeite, voorheen was hij mottig. De rui is voorbij en de contrasterende kleuren in zijn vacht zijn nu egaal van tint. Skip kijkt niet op of om. Hij treuzelt verdacht in het dorre gras. Als ik me nog een keertje omdraai, is hij uit zicht verdwenen. Hij is gaan liggen. Waarom blijft hij achter? Wat voert hij uit? W. spoedt zich naar hem toe. Helemaal in zijn hum kluift Skip op de gevonden buit. Het is een juweel van een bot dat er volmaakt gemodelleerd uitziet. Een appetijtelijk been als op een wensenlijstje. Zou het opgegraven buit van de vos zijn die hij in allerijl liet liggen om verse waar te scoren? 

Omdat we niet weten of het verstandig is om Skip daarop te laten kluiven, ruil ik met pijn in mijn hart het buitenbeentje voor twee Markiesjes. Verlekkerd geeft hij mij het bot in handen, bedenkt zich, maar het is te laat. W. heeft het bot al in een boomholte gelegd waar de vos er wel en de hond er niet bij kan. Vooruit een extra Markiesje: het was een slechte deal. Ik zoek het bot op internet op. Het betreft een spaakbeen van een schaap. 

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 16 mei 2022

AANRANDING

 op de vlucht

Een dreigend luchtruim. We omzeilen de stukken waar schapen staan. Als ze ons zien, kijken ze slechts een keer op: Oh, zij zijn het. Hun hond heeft geen interesse in ons. Op hun gemak grazen ze verder. Eén ooi stond apart achter een opgeworpen walletje. Het was alsof ze Skip opwachtte. Hij gebruikt het dijkje namelijk om het veld te overzien. Met Skip in aantocht, verschijnt ze op de verhoging. Wil hij verder dan botst hij tegen haar aan. Skip zakt ruim van te voren af om haar te ontwijken. Ze daalt mee af naar het veld en gaat voor hem staan. Skip zoekt ons met zijn ogen: Wat moet hij hier nu mee? ‘Kom maar’, wijs ik hem. Skip komt naar ons toe. De ooi snijdt hem brutaal de pas af. Ze fladdert om onze wolwitte jongen heen. Hij wordt verlegen van zoveel aandacht. Ze dirigeert hem achter een rozenbottel en hij laat zich leiden. Heel even is ons het zicht benomen. Zet ze daar nou haar poten op zijn rug? Skip maakt een geforceerde spelbuiging en ontkomt zo aan haar. Onthutst speert hij naar ons toe. De ooi kijkt hem wellustig na. Het ging zo snel. Waren we nou getuige van een aanranding? En is daar een landelijk meldpunt voor?


uit de bundel Bezige Bu (2015)

RECONSTRUCTIE

 lieve snoet

We zijn de huissleutels kwijt. Het hele huis afgezocht, maar nergens te vinden. Zelfs een reconstructie van de voorafgaande dag baat niet. W. gaat nieuwe sloten aanschaffen. Een duur grapje, maar tegenwoordig kun je geen risico nemen. Ik wil in de tussentijd douchen en vraag Skip om de tuin te bewaken, de voor- en achterdeur zijn beveiligd met extra anti-diefstalmateriaal.

Het blijft stil. Veel te stil. Geen enkele blaf of kefje ter afschrikking voor eventuele voorbijgangers of kwaadwillenden. Ik ga poolshoogte nemen en vind Skip in een plantenperk in de tuin. Trots toont hij me een vers gedolven kuil waar tot voor een half uur geleden een complete muizenfamilie huisde. Dat er slechts één slachtoffer valt te betreuren, weet ik als hij met zijn tong langs zijn bek likt en zijn pluche muis als zoenoffer in de kuil legt. Ik haal de bats uit de schuur: de planten mag ík terugpoten.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

AAN TAFEL

hond met servet om, skip
De brave Skip moet er wat voor overhebben

Op een afstandje van de gedekte dis wacht Skip liggend op de grond. We eten vegetarische spaghetti. Hij weet dat als wij uitgetafeld zijn, hij de borden mag afwassen. Skip smult van restjes tomaat, Parmezaanse kaas en een hompje ciabatta. Staat er Indisch eten op het menu dan wacht Skip kaarsrecht langs de baas. Er zou zomaar ineens een brokje kipfilet van het satéstokje afschieten.

Skip voegt zich vandaag tijdens de warme hap niet bij ons. Hij toonde zelfs geen interesse in de loeiende oven. Voordat we kunnen schransen van de Provençaalse ovenschotel weet hij allang dat ik de worstjes ben vergeten en er dus niets van zijn gading bijzit. Aan alles had ik gedacht: de Opperdoezer aardappeltjes bestrooid met rozemarijn, de rode ui en de courgette met verse tijm gehusseld in olijfolie. Plus natuurlijk het weergaloze eigen bereide bieslooksausje: een geheim recept.

De ontdekking kwam te laat. Achteraf nog sappige worstje bereiden zou een verpieterde ovenschaal tot gevolg hebben. Skip, die braaf in de koele gang lag, werd voor het bedelloze wachten verwend met een schijfje hondenworst. De baas had pech: voor hem werd het een vleesloze dag.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

DE KLAP

poort, hekwerk

We kijken uit op een verstild vergezicht. Het heeft qua heftigheid potentie voor een schilderij van Van Gogh: in rust hangende vlassige korenhalmen met op de voorgrond vervoering in zuringrood en koolzaadgeel. De belendende bleke pas gemaaide akker zit, hoe toepasselijk, stampvol zaadpikkende kraaien. Een van de drie klaphekjes in het natuurgebied knalt dicht. Voor Skip het sein om zich te melden. Skip rapporteert. Of course. Ware het niet dat een onbekend iemand die ingang gebruikte. Wij staan te genieten aan de overzijde bij het poortje waar we het terrein normaal gesproken verlaten. Om het zorgvuldige opgebouwde ritueel niet te verstoren hurry ik naar het bewuste klaphekje. Te laat. De klap komt hard aan. Gedesillusioneerd kijkt Skip zoekend rond. Ik excuseer me door hem twee in plaats van één meldkoekjes te geven. De volgende keer blijkt het poortjesprogramma onaangetast. Onze afspraak is niet naar de mallemoer.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zaterdag 14 mei 2022

STIERENVECHTEN

 wat als je ruim afstand houdt, maar de stier niet

Stierenvechten met respect voor de stier. Skip besloot de stunt nogmaals te herhalen. Hij stapte simpelweg tussen het prikkeldraad de koeienwei in. De cowgirls graasden muy tranquilo, zoals het hoort. Skip banjerde op zijn gemak richting de diepe kuil waar de grazers bij regen of sterke zon schuilen. Hij verschanste zich in de grande hoyo, zijn oren boven de zoom uitstekend. Het jonge stiertje kende hem nog en liep nieuwsgierig richting onze perro. Er was weinig verstrooiing in het weiland - als spermadonor had hij zijn taak er al op zitten - dus een verzetje was meer dan welkom. Skip waande zich op de tribuna beschermd en de stier vertolkte el Toro. De kop met denkbeeldige hoorns hield hij naar voren gericht en met zijn rechtervoorpoot schraapte hij de aarde los van de grond. Alleen het wapperende rode muleta ontbrak aan deze spontaan ontstane arena waar el sol nu volop scheen. Voor beide was het zichtbaar een spelletje. Skip maakte enkele spelbuigingen waarop el Bulli met bokkensprongetjes reageerde. Een van de pink ladies deed spontaan mee en danste de flamenco door een van haar achterpoten zijwaarts in de lucht te gooien: Olé. Twee gekke koeien tegen één werd Skip een beetje veel. Rápido verliet hij el prado. En ja, ook deze keer moest ik het puntdraad weer omhooghouden.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

MUISJES

 er huizen muizen

Volgens Skip huizen er muisjes in de bamboe. Al dagen lonkt hij vanuit zijn schaduwplekje naar vermeende actie. Om bewijsmateriaal te verzamelen, duikt hij er diep in. Het is een vermoeiende bezigheid. Ik daarentegen zie of hoor niets. Wel breken er schillen van de vuistdikke bamboestengels af, die ritselend omlaag dwarrelen. Zou dat het zijn? Ik plant me op een vouwkrukje naast de bamboe en pook wat tussen gevallen verdord blad. Nu hoor ik een piep. Skip had vanzelfsprekend gelijk.

Skip verkast richting de naastgelegen buxus waar hij het nest vermoedt. De bolvormig gesnoeide plant wordt compleet ontworteld. Hij is er de hele middag zoet mee. Op zoveel inzet moet een apotheose volgen. De camera staat stand-by. Plots steekt er een armetierig muisje met zwarte kraaloogjes over richting bamboe. Skip plet hem met zijn voet. Hij laat zijn aandacht niet van de buxus afleiden. Daar spat op hetzelfde moment een kluwen muisjes uiteen. Voor hen geldt: rennen voor je leven, ieder voor zich. Ze slagen er allemaal in de buurtuin te bereiken. Het armetierige muisje heeft zijn leven gegeven om zijn familieleden te redden.

muis gevangen

uit de bundel Bezige Bu (2015)

vrijdag 13 mei 2022

DWDD

 de hond slaapt door

waar is de donutfoto als je 'm nodig hebt

Een heldere nacht. De kou maakt me wakker. Zelfs Skip ligt zo dicht mogelijk tegen zichzelf aan. Mijn zomerdekbed verruil ik morgen meteen voor het dikkere herfstdons. Verkleumd loop ik blootsvoets op de ‘ai’ koude vloer en sluit het slaapkamerraam. Dat scheelt. Aan het paarsachtige uitspansel twinkelen de Poolster, Sirius Grote Hond, Grote Beer het steelpannetje en flonkerende collega sterrenbeelden en hemellichamen broederlijk naast elkaar. Onder het dubbelgeslagen dekbed blijf ik in foetushouding kijken en probeer me te herinneren hoe ze allemaal heten - toch vaker kijken naar het wetenschappelijke ‘De Wereld Leert Door’. Ergens in de ladekast moet een recent uitgescheurd blaadje liggen, waar ze allemaal op staan getekend. Ik wil niet opstaan. Mijn hoofd tolt en na een uur ben ik nog klaarwakker. Ik ga zoeken en vind het niet. Terug in bed vraag ik Skip mijn ijskoude voeten te verwarmen. Ondanks dat ik het poeslief vraag, is hij daartoe niet bereid. Ik kijk weer naar buiten. Er valt me iets op wat ik wel wist maar me nooit zo is opgevallen. De sterren schuiven langzaam op naar rechts. Nee, het is de aardbol waarop ik mij bevind die linksom draait. De rustende Skip die ongedurig wordt van het gestommel, heft zijn kop verstoord omhoog: de wereld draait door? Nee, jij. Ga slapen!

uit de bundel Bezige Bu (2015)

PADDENSTOELENTREK

 parasolzwammen

Stapelbewolking met daarachter een kierende laaghangende zon. Feeëriek staan grote parasolzwammen te zonnebaden als waren zij de Franse Rivièra voor schaduwminnende puntmutsjes. Spinnenwebben worden vast door een slim kaboutermannetje uitgebaat als hangmatjes. Alleen het zwembad ontbreekt. Het loopt tegen zevenen. Onder de parasols is het verlaten, de aardmannetjes moeten naar hun rood-met-witte-stippen-paddenstoelenhuisje vertrokken zijn om het avondeten te bereiden. Dat komt mooi uit. De verlate grote parasolzwammen benutten we als bijzettafeltjes voor Skip. Uit een handjevol parasolzwammen is eenzelfde hapje geknabbeld door reeën. Of hebben dat kaboutertjes gedaan? Ik kan er niets aan doen: zie ik een paddenstoel, dan denk ik: kabouters. Op elk uitgeklapt dienblad-op-steel leg ik een koekje voor Skip die trek heeft. Gretig zet hij de smakelijke speurtocht voort. Op een ding waren we niet bedacht: het zijn er dit jaar honderden zo niet duizenden. En omdat het er zoveel zijn, eet Skip zich tonnetje rond.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

donderdag 12 mei 2022

KATJESKERMIS

 katjesdag

Vanaf het balkon heeft Skip perfect zicht op alle tweebenige en viervoetige voorbijgangers

Halfbewolkt en een gematigde temperatuur. Skip en ik laten ons op de hoek van de hoofdweg bij een bloemenperk met gemenied hekwerk uit de auto zetten. Van daaruit kuieren we dwars door de groene vogelbuurt naar opa. In het recent geopende cross- en speelpark dat een hondenrenplaats faciliteert, wacht een doddige doodlepup Oscar in de hondenren op een speelkameraadje. Skip toont meer belangstelling voor de witte poes die tegen de draad van de ingangspoort wrijft. We steken gauw over waar een gesandaliseerde midzestiger met Abrahambaard een frikandel-snackende Steffie meesleurt. Naast de twee loopt een yin en yang poes. De poes met een zwarte bovenkant en een witte onderkant, smijt en vrijt bij elke neuzelstop van Skip haar lichaam op de grond. Ik leid Skip af. Bij de rotonde houden we links aan.

Drie kibbelende inbetweens, waarvan de jongen met petje attent wacht tot de jonge Podenco in Dobermanverpakking is uitgepiest. Skip en Sheba wisselen kort gegevens uit. We nemen de zanderige afdaling. Het regenwater heeft het pad uitgewist. Een lapjeskat loert vanonder een rododendron vandaan. Skip snuffelt het spoor van de teef af. Een perfect Duits en Engels sprekende wellevende student – afgewaaid uit het Verre Oosten – vraagt de weg naar de militaire basis. Ik wijs de knappe kop zonder pardon de weg. Unverfroren wil ik weten of in de rugzak waar een touwtje uithangt, geen explosieven zitten. De grens tussen ernst en luim. Hij heeft humor en zegt dat de basis zijn landmark is van waaruit hij de weg naar zijn logeeradres kan vinden. Een zwart winterkatje schiet de weg over. Op de singel in de voortuin van een tweekapper wast kater Willem zijn pootjes in het laatste streepje zonlicht. Hij weigert buiten te verlaten, zelfs als de bewoonster luidruchtig met een vork in een blikje kattenvoer port. ‘Zal Skip even helpen?’ ‘Graag,’ lacht ze, ‘ik moet zo weg.’ ‘Komt-ie’, kondig ik aan. Willem is zo binnen.

Bij de ingang van opa’s appartementencomplex wacht gembergetinte kater Jaap die zich meer hond waant ons op. Hij miauwt en geeft kopjes. Gedrieën stappen we de lift in. Jaap stapt op eenhoog uit, wij op de tweede etage. ‘Het stikt van de katten op straat’, vertel ik aan opa. Opa weet waarom: ‘Het zijn de Katjesdagen.’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

KATJESDAGEN

 waslijn

Deze foto hoort bij de serie mydogskipdoesthetrick

Op de eerste dag in augustus na de hondsdagen kleeft er midden op het raam van een doorsnee rijtjeshuis een paarse sticker. In het nachtelijk donker kan ik nauwelijks ontwaren wat het voorstelt. Skip schraapt heftig zijn nagels op het trottoir ervoor. Zijn nekharen borstelen overeind. Vanwaar die agitatie? In een opwelling poot hij zijn voorste voeten op de vensterbank en tuurt omhoog. Het verbaast me dat hij de plakker voor de gesloten zwarte gordijnen ziet zitten. Nieuwsgierig geworden wat zijn interesse zo wekt, zet ik een stap naar voren. Als ik boven ons gedempt gehuil hoor, wordt Skip al getackeld door een waslijntje met roze babykleertjes. In het geveltuintje tegen het baksteenrood zat een zwart katje met witte sokjes in een spagaat om aan de hond en mijn schoenmaat 38 te ontkomen. Skip had kat geroken, maar was door het geblèr van de pasgeboren baby dat uit de slaapkamer op de bovenverdieping kwam - dat heel begrijpelijk verward werd met lamenterend gemiauw - in verwarring gebracht. Ik sneed de aangelijnde Skip de pas af, waarop het katje in het ernaast gelegen duistere steegje verzwond.

waslijn

uit de bundel Bezige Bu (2015)

woensdag 11 mei 2022

SPOORZOEKEN

 trailen

Skip neust graag in het vrije veld rond. Bij voorkeur daar waar dichte vegetatie is. Deze koopzondag wringt hij zich langs de drukke ringweg tussen vrij recente aanplant die hoofdzakelijk uit katwilgen en oprukkende distels bestaat. Op de ganzenberg die omgedoopt is tot distelbult krijgt hij carte blanche van mij: kijken hoe lang hij het volhoudt. Een beetje uit eigen belang, want buiten speelt de krachtige helios ons nog volop warmte toe, terwijl je binnenshuis de kilte van het najaar al voelt. Ik dwaal af.

Het zijn geen heftige sporen die de hond volgt, want hij stapvoet. Daarbij speelt de eerder genoemde warmte hem parten. Hij draagt zijn struintuig en is via een langere lijn aan mij verbonden is. We sjumen al jaren samen omdat híj dat zo leuk vindt. Het is voor mij niet altijd even prettig: schrammen (door twijgjes en stekels), een nat pak (bedauwd blad veegt zich aan mijn kleding droog) en in het voorjaar zitten mijn pruik en jas onder het pluis. Vandaag valt het mee. Er hangt onderaan weinig blad aan de wilgen die al op hun retour zijn. Af en toe striemt er een iele stengel tegen mijn gezicht.

In een tijdschrift heette spoorzoeken of speuren aan de lijn: trailen. Ik noem sjumen vanaf nu trailen omdat het actiever en minder amateuristisch klinkt. In het artikel vermeldt de auteur dat de moeilijkheid van ‘werken aan de lijn’ is, dat de hond alle vrijheid moet hebben om het spoor te volgen en uit te werken. De baas schaduwt de hond. Gaat deze door het struikgewas dan volgt de baas zonder blikken of blozen. Verhoogt de hond zijn tempo dan schakelt de baas vanzelfsprekend een tandje bij. De tekst voelt een beetje als erkenning van mijn tijdelijk afzien tijdens onze jarenlange sjuumtochten.

wat ruist er door het struikgewas

*Sjumen (schumen) is Limburgs dialect voor ‘genieterig op je gemak rondneuzen’. Ik kan er zowaar geen treffender en mooier Nederlands woord voor bedenken. 

uit de bundel Bezige Bu (2015)

BIFI

In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...